Hoofdstuk 4: Statistiek en procenten

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je van een groeifactor bij een toename?
A
Groeifactor = 1
B
Groeifactor > 1
C
Groeifactor < 1
D
Groeifactor = 0

Slide 2 - Quiz

Deze vraag gaat over toename.
Match het percentage met de juiste groeifactor.
1,13
1,013
2,3
1,0013
Toename 13%
Toename 1,3%
Toename 130%
Toename 0,13%

Slide 3 - Drag question

Deze vraag gaat over afname.
Match het percentage met de juiste groeifactor.
0,75
0,9975
0,975
Afname 25%
Afname 0,25%
Afname 2,5%

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste groeifactor naar de juiste tekst.
De hoeveelheid neemt in 1 jaar met 12 % toe
De prijzen stijgen elk jaar met 1,2 %
Elk jaar zijn er 12% minder olifanten
groeifactor = 0,88
groeifactor = 1,012
groeifactor = 1,12

Slide 5 - Drag question

Wat is de formule voor het berekenen van een procentuele verandering?

Slide 6 - Open question

Een broek van 80 euro kost in de uitverkoop 60 euro. Hoeveel procent korting heb je gekregen?
A
25%
B
40%
C
12%
D
20%

Slide 7 - Quiz

Bereken de
procentuele toename.

Slide 8 - Open question

Hoeveel procent korting krijg je?Rond af op 1 decimaal

Slide 9 - Open question


A
1347,15 euro
B
1256,04 euro
C
1345,5 euro
D
1254,50 euro

Slide 10 - Quiz

De prijs van een TV is € 899,-
inclusief 21%BTW.
Wat kost de TV exclusief BTW?
A
€710,20
B
€1137, 98
C
€742,98
D
€1087,79

Slide 11 - Quiz

cirkeldiagram
lijndiagram
beelddiagram
staafdiagram
steelbladdiagram

Slide 12 - Drag question

Als je bij een cirkeldiagram de sectorhoek wilt berekenen, dan moet je het volgende doen:
A
Het percentage x 360
B
Het percentage : 3,6
C
Het percentage x 3,6
D
Het percentage : 360

Slide 13 - Quiz

Hoeveel procent van de klanten is jonger dan 12 jaar?
De eigenaar van een winkel vraagt zijn klanten naar hun leeftijd. In het cirkeldiagram zie je het resultaat.
A
14
B
45
C
5
D
15

Slide 14 - Quiz

4,4,4,5,5,6,7

Wat is het gemiddelde, de modus en de mediaan?
A
gemiddelde = 5 modus = 5 mediaan = 5
B
gemiddelde = 6 modus = 5 mediaan = 4
C
gemiddelde = 5 modus = 4 mediaan = 5
D
gemiddelde = 6 modus = 4 mediaan = 5

Slide 15 - Quiz

Sandra heeft haar cijfers voor wiskunde in een frequentietabel gezet.

Welk cijfer is de modus?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 16 - Quiz

Wat is het gemiddelde cijfer van Anja?
A
5,9
B
6,2
C
6,4
D
6,6

Slide 17 - Quiz

Deze vraag heb ik nog voor de praktische opdracht

Slide 18 - Open question

Bereid je goed voor op de praktische opdracht
Maak Gemengde Opgaven
Maak Diagnostische toets
Maak Herhaling
Spreek af wie wat meeneemt naar de les

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link