Chapitre 1H

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BONJOUR 

Bonjour

et 

bienvenue!!

Le programme

Laatste les voor de toets!

Hoofdstuk doornemen

Oefentoets bespreken (en mee naar huis nemen!)

Laatste onderdeel H Bezittelijk voornaamwoord

Wat moet je leren?

A t/m H

Blz. 50-51 (FR -NL & NL-FR)

Phrases -clés Blz. 52

Grammaire blz 53 (passé composé & bezittelijk voornaamwoord)

Het bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. In het Frans hangt de vorm altijd af van het zelfstandig naamwoord dat erachter staat.

Het bezittelijk voornaamwoord

Vul in:

1. Tu as aimé ton/ta/tes vacances?

2. Mon/ma/mes voyage était amusant.

3. J'ai été chez mon/ma/mes tante.

4. Son/sa/ses piscine est géniale!

1. On est en vacances avec (onze)                   chien Youpi.

2. (hun) camping est magnifique!

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (zijn) parents.

1. tes
2. mes
3. ses
4. les

Let op!

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!

Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.

C'est son école.         = Dat is zijn/haar school.

Vul het juiste bez. vnw. in:
1, Rue Verdun est ... (zijn) adresse .

1. ta
2. ton
3. mes
4. son

(Jouw) ami est très sympa

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

(Haar) frère est très intelligent.

1. Son
2. Sa
3. Ton
4. Ta

(Zijn) parents sont très sévères

1. son
2. tes
3. ses

Au travail!

Oefentoets

Exercices à faire: 30ae, 31ab