Week 41 KLAS 1

Nederlands klas 1 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands klas 1 

Slide 1 - Slide

Planning deze week:
Les 1: Spelling blok 2 KGT: 2.7 + 2.9 KGT
Les 2: lezen
Les 3: Herhaling spelling blok 1+2
Les 4: lezen
Les 5: Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen
Les 6: Nieuwsbegrip online + huiswerk





Slide 2 - Slide

Les 1: Spelling KGT 2.7 + 2.9

Slide 3 - Slide

Leerdoelen vandaag:
-Je weet hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed spelt
-Je weet hoe je woorden met een i of ie goed spelt

Slide 4 - Slide

Theorie: werkwoorden in de tt
Kijk goed!
Wat gebeurt er bij:
ik
jij, u
hij, zij, het
wij
jullie
zij

Slide 5 - Slide

Werkwoorden in de tt

Slide 6 - Slide

Ik-vorm die eindigt op -t
Bij het spellen van het werkwoord moet je het volgende onthouden.
Als de ik-vorm van het werkwoord eindigt op een t, dan hoef je geen extra t te schrijven.

voorbeeld
karten – (ik) kart – (hij) kart
snuiten – (ik) snuit – (hij) snuit



Slide 7 - Slide

Je staat achter het werkwoord
Als je achter het werkwoord staat, hoef je geen t toe te voegen. Je schrijft in dit geval de ik-vorm.

voorbeeld
Je vraagt me de oren van mijn hoofd!
Vraag je nog even aan je ouders of je mee mag?



Slide 8 - Slide

Wat is de ik-vorm van karten in de tt?
A
ik kart
B
ik kartt
C
ik kartte

Slide 9 - Quiz

Vul de goede vorm
van het werkwoord in
jij ......... (karten)
A
jij kartt
B
jij kart
C
jij karten

Slide 10 - Quiz

Vul de goede vorm van
het werkwoord in:
hij ............ (verliezen)
A
hij verliezt
B
hij verliestt
C
hij verliest

Slide 11 - Quiz

Vul de ik-vorm in van het werkwoord hopen (tt)

Slide 12 - Open question

Vul de hij-vorm in van het werkwoord hopen

Slide 13 - Open question

Opdracht in je schrift
Schrijf de hij-vorm op van de volgende werkwoorden 
(let op > ik-vorm + t)
-koken
-werken
-wonen
-smaken
-reizen



timer
2:00

Slide 14 - Slide

Aan de slag: huiswerk!
Zie Magister Learn

Week 41
Spelling 2.7 KGT, maken: theorie, 25 - 26.1 - 27a - 27b
Spelling 2.9 KGT, maken: theorie + 32
+ dictee blok 2 (met oortjes of thuis maken)

Slide 15 - Slide

Les 2: lezen 

Slide 16 - Slide

Les 3: herhaling spelling H 1+2

Slide 17 - Slide

Leerdoelen vandaag:
-Je herhaalt de spelling van blok 1+2
-Je bereidt je voor op de toets spelling blok 1+2

Slide 18 - Slide

Opdracht in je schrift
*Weet je de Nederlandse klinkers nog? Schrijf ze op!

                          *Schrijf 4 woorden op met een korte klank, 
zoals bel, hok, hal

                         *Schrijf 4 woorden op met een lange klank,
zoals boon, buur, daal


timer
1:00

Slide 19 - Slide

Opdracht in je schrift
Schrijf het meervoud op van de volgende woorden:
-verhaal
-huur
-sandaal
-idool

Als je klaar bent bedenk je zelf een paar woorden in meervoud!
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Aan de slag: huiswerk!
Op Niveau 1 VMBO BK

Bijspijkeren
Spelling
Maken:
1.5 / 1.6 / 2.7 / 2.8    
alle opdrachten

Slide 21 - Slide

Les 4: lezen 

Slide 22 - Slide

Les 5+6: Nieuwsbegrip

Slide 23 - Slide