Zinnen maken in imperfectum en perfectum

Zinnen maken in imperfectum en perfectum
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Zinnen maken in imperfectum en perfectum

Slide 1 - Slide

Maak een zin met:
vragen o.v.t.

Slide 2 - Open question

Maak een zin met:
antwoorden o.v.t.

Slide 3 - Open question

Maak een zin met:
dansen v.t.t.

Slide 4 - Open question

Maak een zin met:
koken o.v.t.

Slide 5 - Open question

Maak een zin met:
lachen v.t.t.

Slide 6 - Open question

Maak een zin met:
aankleden v.t.t.

Slide 7 - Open question

Maak een zin met:
gebeuren v.t.t.

Slide 8 - Open question

Maak een zin met:
eten o.v.t.

Slide 9 - Open question

Maak een zin met:
wachten o.v.t.

Slide 10 - Open question