A1D - 29 maart 2022

Fictie

p.212-219
A1D
29 maart 2022
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie

p.212-219
A1D
29 maart 2022

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk voor vandaag
  • H3 Formuleren: opdracht 1 t/m 3
  • Trainen en extra opdrachten online maken (7B)

Planning
  • Nakijken huiswerk
  • Instructie Fictie (p.212)
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?

Aan het einde van deze les...
  • ... kan ik uitleggen wat een ik-vorm is.
  • ... kan ik uitleggen wat een hij-/zij-vorm is.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nakijken: opdracht 1

  1.    opsomming – ook  
  2.    reden – namelijk 
  3.    voorbeeld – zoals 
  4.    voorwaarde – als 
  5.    tijd (chronologie) – vroeger / tegenwoordig 
  6.    tegenstelling – maar 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nakijken: opdracht 2

  1. oudejaarsdag, ’s Morgens, Daarna, Na de lunch, (Vanaf december tot en met oudejaarsdag, dan, Vanaf nieuwjaarsdag, dan), In de avonduren, om 12 uur, Dan, (altijd).
  2. Daarna, Dan



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nakijken: opdracht 2

3
  • en (3x) = opsomming
  • Ook = opsomming
  • maar = tegenstelling
  • immers = reden
  • want = reden
  • zoals = voorbeelden
  • Als = voorwaarde
  • Kortom = conclusie


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nakijken: opdracht 3

In ons dorp is elk jaar een Oranjefeest. Het wordt gehouden in september (1) en net als iedereen ga ik er (2) ook heen, (3) omdat er van alles te beleven is. (4) Zo is er altijd een kermis met vele attracties, (5) zoals botsautootjes, een reuzenrad (6) en een zweefmolen. (7) Verder/Daarnaast/Bovendien is er een schiettent, waar je prijzen kunt winnen. (8) Toch is niet iedereen blij met het feest. Tijdens de feestdagen zijn de gewone winkels (9) namelijk gesloten. De plaatselijke winkeliers verdienen (10) dus/daardoor minder dan anders. (11) Maar de jongeren vermaken zich prima (12) en de kinderen (13) eveneens, (14) want die mogen lekker springen op een reusachtig springkussen.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ik-vorm
  • Je leest het verhaal door de ogen van één persoon
  • De ik-persoon vertelt achteraf over de gebeurtenissen
  • De ik-persoon vertelt over gebeurtenissen die op dat moment plaatsvinden.
Hij-/zij-vorm
  •  Hij-/zij-vorm
  •  Onzichtbare verteller
  •  Lezer weet niet meer dan de het personage.
Voorbeeld:
Voorbeeld:
  • Op dat moment was ik zo bang dat ik ben weggerend.
  • Zojuist heb ik een brief gekregen van de eigenaar van de supermarkt.
Milou weet niet welk profiel ze moet kiezen. Ze is goed in alles en dat maakt het kiezen juist zo moeilijk. Waarschijnlijk wil ze later in het onderwijs gaan werken, maar ze weet het niet zeker.

Slide 8 - Slide

Instructie - Uitleg over perspectief en verschillende perspectieven binnen een verhaal.
Aan de slag!
Je gaat aan de slag met het huiswerk: opdracht 1 t/m 6.
Je gebruikt je boek (p.212-219) en schrijft de antwoorden in je schrift.
Je mag op fluistertoon samenwerken met jouw buurman/buurvrouw.
15 minuten.
Je hebt het grootste gedeelte van jouw huiswerk voor de volgende les af.  
Leren voor de SO woordenschat van morgen!
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.

20 minuten
Afsluiting
Doelen van vandaag
  • Ik kan uitleggen wat een ik-vorm is.
  • Ik kan uitleggen wat een hij-/zij-vorm is.



    Slide 10 - Slide

    Afsluiting
    Er wordt huiswerk opgegeven en vooruitgeblikt op de volgende les.
    Afsluiting
    Huiswerk 
    • Fictie (p.212-219): opdracht 1 t/m 6.

    Volgende les
    • SO Woordenschat H2 en H3.



      Slide 11 - Slide

      Afsluiting
      Er wordt huiswerk opgegeven en vooruitgeblikt op de volgende les.