Unit 2 Lesson 3 3KB

Welcome 3k
Ga naar : 
Lessonup.app
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome 3k
Ga naar : 
Lessonup.app

Slide 1 - Slide

Reading 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Unit 2
  • reading together
  • Past simple (herhaling) 
  • Unit 2 lesson 3 maken
  • study the words
planning

Slide 3 - Slide

Past simple
De past simple is om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd maar nu is afgelopen!
regelmatige werkwoorden krijgen + ed op het eind. work - worked 

Onregelmatige werkwoorden - 2e rijtje . 
see - saw - seen
go - went - gone
hear - heard - heard 




Slide 4 - Slide

In de past simple zet je -ed achter...
A
regelmatige werkwoorden
B
onregelmatige werkwoorden
C
alle werkwoorden
D
geen idee

Slide 5 - Quiz

Even oefenen: past simple (onregelmatige werkwoorden)

think
A
thinked
B
thought

Slide 6 - Quiz

Voor de Past Simple gebruik je het ........ van de onregelmatige werkwoorden. 0p blz. 178-179
A
1e rijtje
B
2e rijtje
C
3e rijtje
D
geen rijtje

Slide 7 - Quiz

Even oefenen: past simple (onregelmatige werkwoorden)

Make
A
maked
B
made

Slide 8 - Quiz

verleden tijd van: work
A
working
B
worked

Slide 9 - Quiz

Even oefenen: past simple (onregelmatige werkwoorden)

bring
A
bringed
B
brought

Slide 10 - Quiz

Even oefenen: past simple (onregelmatige werkwoorden)

meet
A
meeted
B
met

Slide 11 - Quiz

Wat is de verleden tijd van:
Listen

Slide 12 - Open question

Wat is de verleden tijd van play
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played

Slide 13 - Quiz

Wat is de verleden tijd van:
enjoy

Slide 14 - Open question

Wat is de verleden tijd van:
show

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

deadly
escape
chase
grabbed
hit
locate
emergency
victim
dodelijk 
ontsnappen
achtervolging
greep
stootte
vinden
noodgeval
slachtoffer 

Slide 17 - Drag question

Call an ambulance.
Call the fire department.
Find the coast guard.
Call the police.
Je hebt een ongeluk gehad en bent zwaar gewond
Je huis staat in brand
Je verdrinkt bijna tijdens het zwemmen
Je tas is gestolen tijdens het winkelen

Slide 18 - Drag question

Let's get to work!
  • Maken unit 2 lesson 3 
  • klaar? leren woordjes unit 2 

Slide 19 - Slide