Fase 1: Domein geld bedragen schatten

         Fase 2                                                        


Fase 1

Domein: Geld

Ik kan bedragen schatten

1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

         Fase 2                                                        


Fase 1

Domein: Geld

Ik kan bedragen schatten

Slide 1 - Slide

Leerdoel 4

Ik kan bedragen schatten

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1.  Klassikale instructie.
2. Geldbedragen afronden.
3. Zelfstandige verwerking met een quiz.
4. Terugblik op de les. 

Slide 3 - Slide

Waarom is het belangrijk dat je
geldbedragen kunt schatten?

Slide 4 - Mind map

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 5 - Slide

 Afronden van geldbedragen
Als je in de winkel spullen gaat kopen, dan is het handig dat je voor jezelf
berekent hoeveel geld je ongeveer kwijt bent. Je weet dan wat het ongeveer kost. Als je wilt weten wat iets ongeveer kost, dan moet je de
geldbedragen afronden. In het voorbeeld hieronder lees je hoe je geldbedragen kunt afronden, zodat je weet wat een aantal boodschappen ongeveer kosten. Je bent dan schattend aan het rekenen.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Rond de prijzen af naar makkelijke bedragen:
 

Het is handig om de prijzen af te ronden naar makkelijke bedragen, waar je vlug mee kunt rekenen. Als het gaat om kleinere bedragen, dan is het handig om af te ronden naar hele of halve euro's.
 

  • De tros druiven van €5,98 wordt afgerond naar €6,00.
  • De meloen van €2,47 wordt afgerond naar €2,50.
  • De bloemen van €4,03 worden afgerond naar €4,00.

Dit zijn bedragen waar je handig mee kunt rekenen.

Slide 8 - Slide

Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op.
 De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:

€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50
Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op:
 

De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:

€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50


De uitkomst:

 Sem moet aan de kasssa ongeveer €12,50 betalen. 

De meest bedragen zijn naar boven afgerond, dus het uiteindelijke bedrag aan de kassa zal iets minder zijn dan €12,50. Door bedragen af te ronden kun je dus gemakkelijk een schatting maken hoeveel iets samen kost.

Slide 9 - Slide

€ 24,98 is afgerond?
A
€ 25,-
B
€24,50
C
€24,-

Slide 10 - Quiz

€ 3,78 is afgerond?
A
€ 3,50
B
€ 3,-
C
€ 4,-

Slide 11 - Quiz

Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14,-
B
€ 15,-
C
€ 16,-

Slide 12 - Quiz

€ 14,09 is afgerond?
A
€ 15,-
B
€ 14,10
C
€ 14,-

Slide 13 - Quiz

Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Je wilt een playstation spel van €49,95 en een dvd van €9,95. Je hebt €50,- bij je, heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide