30 september - woordenschat

H3 Woordenschat
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Duy@keizerkarelcollege.nlMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Woordenschat
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Slide 1 - Slide

Noem 5 voorzetsels

Slide 2 - Open question

Werkwoorden met vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben vaste voorzetsels. 

- Houden van

- Nadenken over  




Slide 3 - Slide

Vul aan met een vast voorzetsel
rekenen ...

Slide 4 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel:
Verlangen ...

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Sommige woorden hebben een vast voorzetsel. Deze hebben geen letterlijke betekenis.


  • aandacht betsteden aan
  • beginnen met
  • brutaal zijn tegen
  • boos zijn op

Slide 7 - Slide

Werkwoorden met (vaste) voorzetsels

Veel werkwoorden hebben vaste voorzetsels:

- Houden van

- Nadenken over  

Of ze veranderen van betekenis door een (ander) voorzetsel:

- Lachen

- Lachen om 

- Lachen naar





Slide 8 - Slide

Voorzetseluitdrukkingen

Dit zijn woordcombinaties met een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en weer een voorzetsel.


- Ten tijde van

- Met betrekking tot

Slide 9 - Slide

Vul aan met een vast voorzetsel:
..... middel ...

Slide 10 - Open question

Vul aan met de vaste voorzetsels:
... de hand ...

Slide 11 - Open question

Klassikaal opdracht 1 en 2 maken

Slide 12 - Slide

Leren: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen theorie + woorden uit startopdracht, 1 en 2

Slide 13 - Slide