week 6 - les 5

dinsdag 11/2
  • Het voorzetsel: korte herhaling + het vaste voorzetsel
  • Het meewerkend voorwerp: H5 zinsdelen



Nodig: lesboek  H5 (p. 148 - 151) + schrift
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

dinsdag 11/2
  • Het voorzetsel: korte herhaling + het vaste voorzetsel
  • Het meewerkend voorwerp: H5 zinsdelen



Nodig: lesboek  H5 (p. 148 - 151) + schrift

Slide 1 - Slide

Een voorzetsel is een klein woord.
Het staat voor of achter een woordgroep waar het bij hoort.
Hij liep in de tuin


Hij liep de tuin in
woordgroep
voorzetsel
woordgroep
voorzetsel

Slide 2 - Slide

opdracht 1
1 van – in – van
2 Dankzij – onder
3 Vanaf – in
4 van – van – tot
5 bij – tijdens (voor hoort bij voorkomen)
6 Bij – van – onder – op (uit hoort bij uitvoeren)

Slide 3 - Slide

Woorden met een vast voorzetsel
Formuleren

Slide 4 - Slide

Sommige woorden hebben een vast voorzetsel. Deze hebben geen letterlijke betekenis.


  • aandacht betsteden aan
  • beginnen met
  • brutaal zijn tegen
  • boos zijn op

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welk voorzetsel hoort er bij?
verliefd zijn
ergeren
houden
bemoeien
aan
op
achter
met
van
tegen

Slide 7 - Drag question

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Ik wil graag terugkomen ... deze beslissing.
op
achter
met
van
tegen
aan

Slide 8 - Drag question

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Yasmine is erg gehecht ... haar familie.
op
achter
met
van
tegen
aan

Slide 9 - Drag question

H5: zinsdelen
het meewerkend voorwerp

Slide 10 - Slide

Stappenplan: zinsdelen
  1. pv: tijdproef of getalproef
  2. wg: staan er andere werkwoorden in de zin?
  3. zinsdelen: welke delen passen in z'n geheel voor de pv?
  4. ow: wie/wat + pv (of wg)?
  5. lv: wie/wat + wg + ow?
  6. mv: aan/voor wie (of wat) + wg + ow + lv?

Slide 11 - Slide

Meewerkend voorwerp

Stel de vraag:


Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde +
onderwerp + lijdend voorwerp

Slide 12 - Slide

De diëtist gaf de coronapatiënt tijdens zijn herstel 
melk en yoghurt te eten.
pv
wg
ow
lv
mv
De diëtist
gaf
de coronapatiënt
tijdens zijn herstel
melk en yoghurt
te eten

Slide 13 - Drag question

Zelfstandig werken
Lezen theorie over meewerkend voorwerp/filmpje kijken

Maken: opdr. 1 + 2 op p. 148/149

Slide 14 - Slide

huiswerk do 11/2
  • Lezen: theorie over het meewerkend voorwerp h5, p.148
  • (af)maken: opdr 1 + 2  (p.148/149)
  • Video-uitleg over het schrijven van een verslag bekijken: 
NN online: H4 <schrijven > 

Slide 15 - Slide