- De opdrachten op het opdrachtenblad bestaan uit:
- 3 zinsbouwopdrachten
Voorbeeld:
Maak een zin met de volgende woordsoorten: hww + zn-e + zww + bw
- je gebruikt de woorden die anderen (je mag ook je eigen teamgenoten gebruiken) opgeplakt hebben
- ieder woordsoort komt maar één keer voor tenzij er staat: zww + zn-e + bw + bw
- 1 inzicht vraag
Voorbeeld:
Wat valt je op als je naar de woorden in zin 1 kijkt?
-1 toepassingsvraag