Chapter 3 - writing lesson 1&2

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hello!

Today's lesson

Lesson goals:

• You're able to write about everyday aspects of your environment.
• You're able to write with connected sentences when writing about your environment.
• You're able to give detailed descriptions of familiar subjects. 

What else?

General instruction is optional; If you feel comfortable enough to start on your own, you can.   

Timetable

We'll spend 1 - 2 lessons on this subject  

HAVO

• General instruction can, could, may, might
  
  
• Do exercise 1, 2 and 3 [in pairs or individually] 

VWO

• General instruction can, could, may, might
  
  
• Do exercise 1, 2 and 3 [in pairs or individually] 

can, could, may, might, to be able to,
to be allowed to

• Wat betekent het?
• Zou kunnen of zou  mogen
• 4 scenario's 
  

4 scenario's

      [zou] kunnen:

1. Iets is mogelijk
   -> can, could, may, might
2. Je hebt het vermogen, de vaardigheid of de mogelijkheid om iets te doen
   -> can, could, to be able to 
   
   [zou] mogen
3.  Je hebt toestemming om iets te doen
   -> can, could, may, to be allowed to
4. Je stelt een beleefde vraag
   -> can, could, may, might [vaak i.c.m. please]

Iets is mogelijk

• Can, could, may, might
  
  
• Can -> het is waarschijnlijk
• Could -> het is iets minder waarschijnlijk
• May -> het is nog minder waarschijnlijk
• Might- > het is bijna onwaarschijnlijk 

Je hebt het vermogen, de vaardigheid of de mogelijkheid om iets te doen

• Can, could, to be able to 
  
  
• Can -> alleen in the present simpe
• Could -> voor iets wat mogelijk zou kunnen + verleden tijd van can [I couldn't do it]
• To be able to ->  kan altijd [betekenis; in staat zijn om]

 Je hebt toestemming om iets te doen

• Can, could, may, to be allowed to 
  
  
• Can -> alleen in the present simple
• Could -> verleden tijd van can
• May -> formele versie van can [denk aan the Queen] 
• To be allowed to -> kan altijd [betekent letterlijk dat je toestemming hebt]

Je stelt een beleefde vraag

• Can, could, may, might + vaak 'please'
  
  
• Klimt op in gradatie van informeel naar formeel
  
  
• Can I?
• Could I?
• May I?
• Might I?

___ I borrow your jacket?

Excuse me, ___ you tell me where the main office is?

___ I give you some advice?

I __ not play the guitar

___ you help me move this table?

HAVO

• General instruction have to, must, should
• Do exercise 4, 5, 6 [individually or in pairs]
• Optional: worksheet
• Study expressions [study box page 138]
• Do exercise 7, 8, 9 

VWO

• General instruction have to, must, should
• Do exercise 4, 5, 6 [individually or in pairs]
• Optional: worksheet
• Study expressions [study box page 140]
• Do exercise 7, 8, 9 

Iets kan echt niet anders

• Must [nooit have to]
  
  
• Je geeft aan dat iets echt niet anders kan 
  
  
• ''You must be exhausted after three days without sleep.''

have to, must, should

• drie scenario's

1. Je zegt dat iets noodzakelijk is
   -> have to, must
2. Je zegt dat iets niet anders kan
   -> must
3. Je geeft advies 
   -> should 

Je geeft advies

• Should
  
  
• Om advies te geven of om aan te geven dat iets [eigenlijk] zou  moeten 
  
  
• ''If you want higher marks, you should pay better attention at school. ''

Iets moet/is noodzakelijk

• Have to of must
  
  
• Have to -> iets is noodzakelijk
• Must -> formeler en dwingener dan have to. Vaak bij wetten, regels of bevelen 

HAVO

• Study expressions [study box page 138]
• Do exercise 7, 8, 9 
• Pair up [with a HAVO buddy] and do exercise 11

VWO

• Study expressions [study box page 140]
• Do exercise 7, 8, 9 
• Pair up [with a VWO buddy] and do exercise 11