Ontkenning in het Frans: Niveau HAVO en VMBO

Ontkenning in het Frans: Niveau HAVO en VMBO

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je zinnen in het Frans ontkennen en oefeningen maken op HAVO en VMBO-niveau.

Wat weet je al over ontkenning in het Frans?

Wat is ontkenning?

Ontkenning wordt gebruikt om een negatieve betekenis aan een zin te geven. Bijvoorbeeld: 'Je ne parle pas' betekent 'Ik spreek niet'.

Ontkenning vormen

In het Frans wordt 'ne' vóór het werkwoord geplaatst en 'pas' komt na het werkwoord. Bijvoorbeeld: 'Je ne danse pas' betekent 'Ik dans niet'.

Oefening 1: Invullen

Vul de ontkenningen in de zinnen in met de juiste vorm van 'ne' en 'pas'.

Negatieve woorden

Naast 'pas' kunnen andere negatieve woorden zoals 'jamais' (nooit) en 'rien' (niets) ook in ontkenningen worden gebruikt.

Oefening 2: Vertalen

Vertaal de volgende zinnen van het Nederlands naar het Frans, waarbij je ontkenning gebruikt.

Ontkenning met werkwoorden

Bij gebruik van twee werkwoorden wordt 'ne' vóór het eerste werkwoord geplaatst en 'pas' na het tweede werkwoord.

Oefening 3: Luisteren en invullen

Luister naar de audio en vul de ontbrekende ontkenningen in de zinnen in.

Dubbele ontkenning

In het Frans wordt 'ne' dubbel gebruikt in schrijftaal, maar in gesproken taal wordt 'ne' vaak weggelaten.

Oefening 4: Creatief schrijven

Schrijf 5 zinnen in het Frans met ontkenning, waarbij je zowel geschreven als gesproken taal kunt gebruiken.

Samenvatting

Herhaal de belangrijkste punten over ontkenning in het Frans en beantwoord vragen van de studenten.

Quiz

Beantwoord de vragen over ontkenning in het Frans om te testen wat je hebt geleerd.

Toepassing

Schrijf een korte paragraaf in het Frans waarin je ontkenning gebruikt om je dagelijkse routine te beschrijven.

Feedback

Geef feedback op elkaars toepassing van ontkenning in het Frans en bespreek eventuele verbeterpunten.

Evaluatie

Beoordeel je eigen begrip van ontkenning in het Frans en geef aan of je hulp nodig hebt bij bepaalde onderdelen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.