Unit 5, lesson 5 part 2

Unit 5, lesson 5
  • Have a seat
  • Log in to Lessonup
timer
3:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Unit 5, lesson 5
  • Have a seat
  • Log in to Lessonup
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Today
  • Leeskwartier
  • Overview final lessons before test
  • Grammar:  past simple, past continuous, past perfect
  • Practice, practice, practice!

Slide 2 - Slide

Test unit 4+5
  • Vocabulary unit 4 (Quizlet & WRTS)
  • Grammar: first & second conditional; some & any; present perfect vs present perfect continuous;  past simple vs past continuous vs present perfect
  • Reading

Slide 3 - Slide

Combine the verb with the right tense and use

Slide 4 - Drag question

Past simple
  • Verb + -ed or irregular verb
  • als iets in het verleden is gebeurd (en geëindigd);
  • als iets in het verleden regelmatig is gebeurd (gewoonten).
Vaak staat er een signaalwoord in de zin, bijvoorbeeld: yesterday, last night, in 2012 enzovoorts:
I left home early yesterday.
When I was little, we always dined out on my birthday.

Slide 5 - Slide

Past continuous
  • was/were + verb + -ing
  • als iets in het verleden een tijd duurde / aan de gang was. Vaak staat de past continuous dan in één zin samen met de past simple;
  • als iets in het verleden regelmatig gebeurde en dit je irriteert. Vaak staat er dan een signaalwoord in de zin, bijvoorbeeld: always, constantly, forever, all the time
Examples
Sam was watching a film when we came in.
Sam zat een film te kijken toen we binnenkwamen.
Those girls were always teasing me.
Die meisjes waren me altijd aan het plagen.

Slide 6 - Slide

Present perfect
  • Have/has + verb + -ed / irregular verb
  • als iets in het verleden is begonnen en nog steeds gaande is (signaalwoorden: since October, for five years);
  • als iets in het verleden is gebeurd en de nadruk ligt op het resultaat nu (signaalwoorden: so, because);
  • als iets in het verleden is gebeurd, maar het is niet duidelijk of belangrijk wanneer precies;
  • - als iets zojuist (een korte tijd geleden) is gebeurd (signaalwoorden: already, just, today enzovoorts)
Examples
The band has released two albums since 2016.
Justin has broken his arm, so he can’t perform tonight.
I have heard this song before, but where?
Elvis has just left the building.
De band heeft sinds 2016 twee albums uitgebracht.
Justin heeft zijn arm gebroken, dus hij kan vanavond
niet optreden.
Ik heb dit liedje eerder gehoord, maar waar?
Elvis heeft het gebouw zojuist verlaten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Combine the verb with the right tense and use

Slide 9 - Drag question

My sister and I were decorating ... our hands with henna when my
mum walked in.
A
decorated
B
were decorating
C
have decorated

Slide 10 - Quiz

Let's practice
  • Recap grammar (first & second conditional; some & any; present perfect & present perfect continuous; past simple & past continuous & present perfect): Test jezelf, extra practice online (engelsklaslokaal, perfect-english-grammar)
  • Reading: 5.4 exercise 3, 4, 8
  • Practice vocabulary
  • Write down any questions you have for today or Tuesday!

Slide 11 - Slide