Hoofdstuk 4 _21 mei

Welkom in de les
maandag en woensdag 


21-5-2025
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in de les
maandag en woensdag 


21-5-2025

Slide 1 - Slide

vragen (negeer slide)
voortgangsgesprekken invullen en  mij via whats app sturen

vanaf 16 juni zijn de toetsen. Nog een paar lessen. Advies is elke dag 15 min Nederlands oefenen. Beter dan 2 uur alleen op zondag. 

kunnen jullie in juni ook donderdag les hebben? in de week van 16 juni 

is er een herhaler van 0-a1?  niveauverklaring meenemen (1 jaar geldig)

dyslexie of andere fysieke problemen waardoor je de moeite hebt met de toets? stuur mij een app

Slide 2 - Slide

Hoe gaat het?
vandaag hoofdstuk 4 herhalen en oefenen

Slide 3 - Slide

Toets regels
Toets zelf maken = niet kijken bij andere cursisten,  niet praten met andere cursisten, geen telefoon of boek gebruiken

Let op!!!: Anders kijkt de docent de toets niet na. Bij grote toets; Toets is ongeldig = geen certificaat

Tafels uit elkaar (docent maakt een plattegrond)

Alleen pen en potlood op tafel (tafel leeg) (Telefoons stil in de tas op de grond)

toets hoofdstuk 4  gaan we de regels toepassen
afspraak maken met iedereen

Slide 4 - Slide

smileys uitdelen
met groente meervoud oefenen


Slide 5 - Slide

meervoud
-  en
meervoud
anders
e  -    s
el -    s
en -  s
er -   s
em -s
meervoud
a   -'s
i     -'s
o    -'s
u    -'s
y    -'s

Slide 6 - Slide

lange klank -   korte klank
  
zoon   -  zo -nen                neef  -  neven
week -   we-ken                muur -  muren
vraag -   vra-gen               boom - bomen


zus      -   zussen                man  -  mannen
zin       -   zinnen                 les     - lessen

Slide 7 - Slide

met groente meervoud oefenen


Slide 8 - Slide

smileys uitdelen
bijvoeglijknaamwoord: wat zijn de regels?
de .... paprika (groen)
een  .... paprika (groen)
het .... boek (dik)
een .... boek (dik)
de .... straat (breed)
een ...straat (breed)
het .... paard  (groot)
een  ... paard (groot)

Slide 9 - Slide

de witte trui wit  (wit = korte klank , dus dubbel 't')  
een witte trui

het blauwe t-shirt
een blauw t-shirt

een rode broek (rood = lange klank, dus 1 'o') 
een gele aardappel ( geel = lange klank (1 ' e' )

Slide 10 - Slide

er/hier/daar
Grammatica (er/hier/daar): ('Daar' is met dat, 'hier' is met dit) oefening 33 besproken
Daar is 'ver'. Hier is 'dichtbij'
maak een zin met hier, daar, er
Er zijn appels op de markt. Er zijn schoenen in de schoenenwinkel.

Slide 11 - Slide

er/hier/daar
1. Ze wonen ver. Ze wonen .....
2. Bij de stoplichten gaat u linksaf. ..... is het ziekenhuis.
3. Wanneer ga je naar je werk? Ik ga .... elke dag naar toe.
4. Dit is een lekker restaurant. .... ga ik elke week eten.
5. Dat is de markt. ..... kom ik regelmatig. 
6. Ik werk in Amsterdam maar ik woon .... niet.

Slide 12 - Slide

tegenstellingen
rot -
smal-
leeg -
zuur -
nieuw - 
licht  -
ongezond -

Slide 13 - Slide

herhalen grammatica 127
oef 35 samen maken


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

oef 8 zelf maken  van herhalen zelf maken bladzijde 5
eerst de zinnen vertalen

Slide 16 - Slide

briefje laten zien
verdieping/etage/lift

seizoenen: de winter, de herfst, de lente, de zomer 

Op de markt:
Klant:  Heeft u nog appels?
Verkoper: ....... de appels zijn op. 

linksaf   verschil linkerhand/linkerkant???

Slide 17 - Slide

zinnen afmaken
1. Volgende week ga ik  ....
2. Bij de supermarkt koop ik ....
3. In de herfst ga ik ....
4. Kan ik u helpen? Ik zoek ....
5. Wie is er aan de  ...?
6. Op de vierde etage .....
7. Aan de rechterkant ziet u ....
8. Ik werk in Amsterdam. Waar ....?
9. Goedemiddag meneer, mag ik ....?

Slide 18 - Slide

Bekijk de zinnen. Je krijgt 3 minuten.
Daarna sluiten we het bord en begint het dictee.
1.Mag ik u iets vragen?
2. Is de kledingzaak in de buurt?
3. U gaat met de roltrap naar boven.
4. Aan het einde van de gang gaat u linksaf.
5. Kan ik daar parkeren?
6. Wie is er aan de beurt?
7. De kaas is in de aanbieding.
8 Kan ik contant betalen?
9. De docent draagt een rode trui.


Slide 19 - Slide

websites toets oefenen (voor mijzelf)


https://www.adappel.nl/oefenexamens

https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-oefeningen-2/#a1-luisteren

https://www.youtube.com/watch?v=aJxF7HPizlw

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

taalhulp 117 nog een keer luisteren met tekst buiten
luisteren en nazeggen

Slide 23 - Slide

De weg vragen buiten
a: Mag ik u iets ....?
b: Natuurlijk. 
a: Ik zoek het winkelcentrum
b: U gaat hier ..... Dan bij de ..... straat linksaf. Bij het ..... rechtdoor. 
a: Fijn, dank u wel
b: Graag ....

Slide 24 - Slide

taalhulp 117 nog een keer luisteren met tekst binnen
luisteren en nazeggen

Slide 25 - Slide

De weg vragen binnen
a: Waar vind ik de supermarkt?
b: De supermarkt is op de .... grond. U gaat hier in de gang rechtdoor.  
b: Aan het .... van de gang links.  De supermarkt is na 30 m aan de rechterhand. 
a: Fijn, dank u wel
b: Graag ....

Slide 26 - Slide

Let op:
De supermarkt is aan je linkerkant. (met 'aan')
U gaat hier linksaf.  (met 'gaan')

U gaat rechtdoor tot het einde van de straat.
Bij de stoplichten gaat u rechtdoor. 
Waar kan ik parkeren?

Slide 27 - Slide

wie ben ik?
schrijf namen van de cursisten op een papier
1 persoon omschrijft de persoon op het papier
bv hij/zij heeft zwart haar,
 hij/zij draagt een witte trui,
 hij/zij draagt een blauwe spijkerbroek,
hij/zij heeft blond haar
hij/zij heeft een bril

Slide 28 - Slide

oefening 22 (optioneel)
herhalen bijvoeglijknaamwoord met of zonder e
Ik heb hier (lekkere druiven)
Ze zijn ( geel en hard)
Het kost ...  per  ... kilo/stuk/..gram

Bijvoeglijk naamwoorden: bijvoorbeeld zuur, zacht, hard, rood, wit, etc

Slide 29 - Slide

oef 24: optioneel

De ... zijn in de aanbieding.
De .... (bv appels) kosten 3 euro per kilo.

Slide 30 - Slide

Wat vind jij lekker? Wat vind jij niet lekker?
samen spreken: eerst 1 cursist voor de klas/met de bal
Ik eet graag ....
Ik houd van ...
Ik vind .... lekker.

Ik vind .... niet lekker. 
Ik houd niet van ....

Slide 31 - Slide

taalhulp blz 122 en 123 luisteren

verkoper: Kan ik u ....?
klant: Ik zoek een ...
verkoper: Welke maat heeft u?
klant: maat ...
verkoper: Welke kleur vind u mooi?
klant: ....
Klant: Kan ik passen?
Verkoper: De paskamer zijn achter in de winkel.
klant: Deze is mooi. Ik neem hem. Kan ik contant ....?
Verkoper: ja hoor, dat is dan  .... euro. 


Slide 32 - Slide

oef 37  in de klas zelf doen en oef 10 van herhalen

Slide 33 - Slide

Wat eet ik? Vraag aan elkaar wat je eet?
ochtend = ontbijt: Wat eet je als ontbijt? Ik eet  ... als ontbijt.
middag = lunch: Wat eet je als lunch? Ik eet ... als lunch. 
avond = avondeten: Wat eet je als avondeten? Ik eet ... als avondeten.
snacks: Wat voor snacks eet jij?
drinken: Wat drink jij? 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs/groep-7-8

Slide 38 - Slide