H2 Verwerken van data

H2 verwerken van data
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Wiskunde

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2 verwerken van data

Slide 1 - Slide

Met welke formule bereken je een percentage?
A
deel/geheel x 100 = percentage
B
100/geheel x deel = percentage
C
geheel/deel x 100 = percentage
D
100/deel x geheel = percentage

Slide 2 - Quiz

Formules voor procenten
percentage onbekend
  • deel / geheel x 100 = percentage
  • (nieuw - oud) / oud x 100 = procentuele verandering

percentage bekend
  • deel / percentage x 100 = geheel
  • percentage / 100 x geheel= deel

Slide 3 - Slide

Hoe bereken je het gemiddelde armbreuken per dag?

Slide 4 - Open question


A
Links is een lijndiagram rechts een histogram
B
Links is een lijndiagram, ook wel frequentiepolygoon genoemd
C
Rechts is een histogram
D
Links is een lineaire grafiek rechts een staafdiagram

Slide 5 - Quiz

Wat moet je met de getallen doen als je het woordje "relatief" tegen komt?

Slide 6 - Open question

Klassen indeling
Als er te veel verschillende waarden zijn.

Slide 7 - Slide

Leeftijd van mensen op straat
Leeftijd van leerlingen op school
Lengte van een pasgeboren baby
Lengte van giraffen in de dierentuin
30-<35
35-<40
40-<45
....
11, 12, 13 ...
150-<175
175-<200
200-<225
...
0-<10
10-<20
20-<30
...

Slide 8 - Drag question

Histogram
Frequentiepolygoon

Slide 9 - Slide

Wat betekent het woord "cumulatief"?

Slide 10 - Open question

In een tabel voorbereiden
Relatieve cumulatieve frequentiepolygoon.
(let op klassen!)

Slide 11 - Slide

(dubbel) steelblad diagram
Klassen, maar dan toch gedetailleerd. 


Slide 12 - Slide

Welke lengte is de modus bij de meisjes?

Slide 13 - Open question

Hoeveel jongens zijn gemeten?

Slide 14 - Open question

Grafische rekenmachine
Grafische rekenmachine
[stat] (statistiek)
1: Edit...

L1: cijfer
L2: freq

Slide 15 - Slide

Verplaats selectie naar L3.
[2ND] [stat] OPS, 6:cumSum( [enter],
[2ND] [stat] 2:L2 [enter] [enter]

Slide 16 - Open question

Verplaats selectie naar L4.
L4=L3 : 75 x 100
( [2ND] [stat] )

Slide 17 - Open question

Lilas en Willemijn
9,10,11,13,14,15

Slide 18 - Slide

Kwalitatief
(telbaar)
Kwantitatief
(meetbaar)
type auto's op de weg
temperatuur
gewicht zak appels
aantal bewoners in steden in Gelderland

Slide 19 - Drag question

Zet de linker tabel in je GR. Welk getal gebruik je voor je klasse?

Slide 20 - Open question

Continue verdeling
Discrete verdeling
gehele getallen
decimale getallen
doorlopend
alle waarden kunnen
in stappen
3 kan wel, maar 3,5 niet

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Slide

Grafische rekenmachine
[stat]
calc
1: 1-var stats
[2ND] [stat] 1:L1 
[ , ]
[2ND] [stat] 2:L2
[enter]

Slide 23 - Slide

blz 76

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Teken de boxplot

Slide 26 - Open question

Wat is de spreidingsbreedte en wat is de kwartielafstand?
A
sp = 16-12=4 kw = 15-13=2
B
sp = 16 kw = 13
C
sp = 16-14=2 kw = 14-12=2
D
sp = 14 kw = 14

Slide 27 - Quiz

Wat is gemiddelde leeftijd en hoeveel leerlingen zijn ondervraagd?
A
gem = 14 aantal = 928
B
gem = 66 aantal = 14
C
gem = 14 aantal = 66

Slide 28 - Quiz

Wat is de standaard afwijking?
(rond af op 2 decimalen)

Slide 29 - Open question

Populatie
Steekproef
vraag: is Winford een fijne school
ondervraagden: leerlingen op Winford Arnhem
vraag: is winford Arnhem goed te bereiken voor leerlingen?
ondervraagden: leerlingen op Winford Arnhem

Slide 30 - Drag question

Populatieproportie

relatieve frequentie 

p=             gewenst 
             totale populatie
steekproefproportie

relatieve frequentie

p^=             gewenst  
             steekproef

Slide 31 - Slide


Slide 32 - Open question

Hoeveel leerlingen hebben wi B gekozen?
A
56
B
111
C
55
D
154

Slide 33 - Quiz

Hoeveel meisjes hebben wi A gekozen?
A
13
B
56
C
30
D
85

Slide 34 - Quiz

Hoeveel leerlingen zijn in totaal ondervraagd?
A
43
B
111
C
154
D
85

Slide 35 - Quiz

aantal sterren
rapportcijfers
toetscijfers
man of vrouw

Slide 36 - Drag question

Slide 37 - Slide

Welke conclusie kan je trekken?
A
geen
B
als de temperatuur lager is, is de luchtvochtigheid hoger
C
als de temperatuur hoger is, is de luchtvochtigheid hoger

Slide 38 - Quiz