Letterrekenen

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

H1 Letterrekenen

Herleid

1. 4−20z+25z​2​​
2. 4+10z−25z​2​​
3. 4−10z−25z​2​​
4. 4−20z−25z​2​​

Herleid

1. −48a​8​​b​2​​
2. 48a​8​​b​3​​
3. 48ab​11​​
4. −48a​8​​b​3​​

Herleid

1. −15a​6​​
2. 125a​12​​
3. −125a​7​​
4. −125a​12​​

−5a​4​​⋅−5a​4​​⋅−5a​4​​=−125a​12​​

Schrijf in de gewone notatie, gebruik geen punten of spaties

Schrijf in de gewone notatie, gebruik
geen punten of spaties

Welke macht van 10 word er gebruikt in de wetenschappelijke notatie?

150 miljard

150 miljard= 150 000 000 000

1,5⋅10​11​​

=1,5⋅100.000.000.000

Hoeveel gram is 2,5 kilogram?

Het gewicht van een korrel zout is
gram hoeveel zoutkorrels
zitten er in een zak met 2,5 kilo zout

1⋅10​−4​​

1. 2,5⋅10​6​​
2. 2,5⋅10​7​​
3. 25⋅10​6​​
4. 25⋅10​5​​

Uitwerking

2500:0,0001=25.000.000

25.000.000=2,5⋅10.000.0000

=2,5⋅10​7​​

Kan je deze breuk vereenvoudigen?

​2xy​​x+2y​​

1. Ja
2. Nee

Kan je deze breuk vereenvoudigen?

​xy​​xy+2y​​

1. Ja
2. Nee

Wat is de eerste stap als je dit wil herleiden?

​2b​​a​​−​b​​3a​​

1. Teller x teller noemer x noemer
2. Vereenvoudigen
3. Gelijknamig maken
4. Boven min boven en onder min onder

Hoe maak ik deze breuken het
makkelijkst gelijknamig?

​2b​​a​​−​b​​3a​​

1. De rechter breuk x2
2. Boven x boven, onder x onder
3. Linker breuk keer b rechter breuk x 2b

Wat is het eind antwoord?

​2b​​a​​−​b​​3a​​

1. −​b​​a​​
2. −​2b​​5a​​
3. ​2b​​7a​​
4. −​b​​2a​​

Bereken

−3+(2⋅−4)−−10=

−3+(2⋅−4)−−10=

−3−8+10=−1

Ik voel dat de toets goed gaat komen!

😒🙁😐🙂😃