excel populier les 1

Excel Mediagebruik
1 / 30
next
Slide 1: Slide
InformatiekundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Excel Mediagebruik

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen lessenserie
Je kunt gegevens invoeren in kolommen en rijen
Je kunt werken met de vulgreep
Je kunt in Excel met een formule optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en gemiddeldes uitrekenen
Je kunt gegevens kopiëren en plakken naar een nieuw tabblad binnen één werkmap
Je kunt in Excel optel-formules en vermenigvuldig-formules kunnen maken
Je kunt in Excel een tabel kunnen maken en opmaken met lijnen
Je kunt in Excel van een tabel een grafiek laten maken


Slide 3 - Slide

Leerdoelen les 1
Je kunt gegevens invoeren in kolommen en rijen
Je kunt werken met de vulgreep
Je kunt in Excel met een formule optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en gemiddeldes uitrekenen

Je kunt gegevens kopiëren en plakken naar een nieuw tabblad binnen één werkmap
Je kunt in Excel optel-formules en vermenigvuldig-formules kunnen maken
Je kunt in Excel een tabel kunnen maken en opmaken met lijnen
Je kunt in Excel van een tabel een grafiek laten maken


Slide 4 - Slide

Heb je al eens gewerkt met Excel?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

waar kun je excel voor gebruiken?

Slide 6 - Mind map

In basicly vind je een handleiding om te werken met excel

Slide 7 - Slide

Titelbalk
Ga naar office.com
Open Excel
Pas de bestandsnaam van je Excel bestand aan naar: 
IF  - 'Naam - klas'
 en zorg dat deze wordt opgeslagen in je OneDrive map 'Informatiekunde' (via Bestand - opslaan als - bladeren)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kolommen en rijen
  • De kolommen hebben letters, de rijen hebben nummers
  • Klik in kolom A, rij 1 aan en typ het cijfer 1
  • Vul vervolgens de getallen 2 t/m 5 in de rijen 2 t/m 5 in zoals hiernaast 

Slide 10 - Slide


A
Kolom
B
Rij

Slide 11 - Quiz


A
Kolom
B
Cel
C
Rij

Slide 12 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Rij
B
Kolom
C
Cel

Slide 13 - Quiz

Formulebalk
  • In de formulebalk zie je links welke cel je hebt aangeklikt 
  • De naam van de cel is de combinatie van de letter van de kolom en het cijfer van de rij (A5 in het voorbeeld)
  • In de balk zie je wat de inhoud van de cel is (in dit geval het getal 5)

Slide 14 - Slide

Vulgreep
  • Met de vulgreep kun je heel snel en eenvoudig gegevens kopiëren naar andere cellen. Je kunt ook gegevens uitbreiden met de vulgreep.
  • Je gebruikt de vulgreep door met je cursor op de hoek rechtsonder in de geselecteerde cel te zweven, je ziet dan een zwarte +

Slide 15 - Slide

Vulgreep
  • Tik 1 bij A1 / 2 Bij A2 / 3 bij A3 / 4 bij A4 en 5 bij A5
  • Gebruik de vulgreep bij cel A1, klik je linker muisknop in en terwijl je de muisknop ingedrukt houdt, trek je de vulgreep naar rechts tot kolom E
  • Doe hetzelfde bij cel A2, maar dan houd je naast de linker muisknop ook de CTRL knop ingedrukt

Slide 16 - Slide

Vulgreep
  • Zie je hetzelfde als deze afbeelding? Dan is het gelukt! 
  •  Dit werkt niet alleen met getallen, maar ook met de dagen van de week en datums

Slide 17 - Slide

Selecteren
  • Je kan hele rijen en kolommen selecteren om ze te bewerken. Dit doe je door met je cursor boven de rij of kolom te zweven die je wil selecteren en daarop te klikken (linker muisknop) 

Slide 18 - Slide

Selecteren
  • Selecteer rij 3 t/m 5, klik op je rechter muisknop en kies voor 'Verwijderen'
  • Selecteer kolom A, klik op je rechter muisknop en kies voor 'Invoegen'
  • Je beeld ziet er nu zo uit als in de afbeelding

Slide 19 - Slide

Bewerken
  • Schrijf in kolom A, cel 4 t/m 7 de woorden: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
  • Selecteer kolom A en maak deze woorden vetgedrukt (ctrl+b)
  • Maak kolom A precies breed genoeg voor de woorden door met  je cursor bovenin op de grens tussen A en B dubbel te klikken

Slide 20 - Slide

Formules
Zoals eerder al gezegd kan je Excel gebruiken om formules uit te rekenen. Om aan Excel duidelijk te maken dat je een formule (rekensom) in de cel gaat zetten, begin je altijd met een =

Andere tekens die je vaak gebruikt zijn + (optellen), - (aftrekken), * (vermenigvuldigen) en / (delen). Als je hele grote formules maakt kan je ook stukken tussen haakjes zetten.

Slide 21 - Slide

Formules
  • We gaan de inhoud van cel B1 en B2 bij elkaar optellen
  • Klik op cel B4 en typ =
  • Klik vervolgens op cel B1, dan typ je + en daarna klik je op cel B2
  • Klik op enter

Slide 22 - Slide

Welk getal staat er nu in cel B4?

Slide 23 - Open question

Formules
  • Gebruik nu de vulgreep (dia 11) om de formule te kopiëren naar de cellen C4 t/m F4
  • Vul nu in cel B5 de formule voor cel B1 min cel B2 in
  • Vermenigvuldig cel B1 met cel B2 in cel B6
  • Deel cel B1 door cel B2 in cel B7

Slide 24 - Slide

Formules
  • Kopieer de formules van cel B5 t/m B7 naar de rest van de cellen met de vulgreep
  • Als het goed is ziet het er nu zo uit als het plaatje hiernaast!

Slide 25 - Slide

Werkblad
  • Je kunt in 1 Excel bestand meerdere werkbladen hebben, het eerste werkblad heet automatisch 'les 1' (in de statusbalk)
  • Klik met de rechter muisknop op 'les 1'  en klik dan op 'Naam wijzigen'
  • Wijzig de naam naar 'les 1 klaar' 

Slide 26 - Slide

Inleveren
Lever jouw excel bestand in in teams bij opdracht excel 1

Slide 27 - Slide

Welke formule gebruik je om een rij of kolom bij elkaar op te tellen?
A
=Cel+Cel
B
=Cel*Cel
C
=som(Cel:Cel)
D
=gem(Cel:Cel)

Slide 28 - Quiz

Welke formule gebruik je om een gemiddelde van een rij of kolom te berekenen?
A
=Cel+Cel
B
=Cel*Cel
C
=som(Cel:Cel)
D
=gem(Cel:Cel)

Slide 29 - Quiz

Wat is autosom?
A
Automatisch optellen
B
Automatisch aftrekken
C
Automatisch formule invoegen
D
Automatisch sommen oplossen

Slide 30 - Quiz