Marketing examenvoorbereiding

Hoe zat het ook alweer?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe zat het ook alweer?

Slide 1 - Slide

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Probleemanalyse
SWOT-analyse
Strategische opties
Strategische keuzes
implementatie
Evaluatie

Slide 2 - Drag question

Ansoff heeft 4 groei strategieën bedacht. Als je je bestaande klanten door middel van marketing stimuleert om meer sportvoeding te kopen is er sprake van
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling

Slide 3 - Quiz

Welke verkoopstrategie kost het minste?
A
Marktpenetratie
B
Marktontwikkeling
C
Productontwikkeling
D
Diversificatie

Slide 4 - Quiz

Fabrikant Softy maakt al lange tijd babyshampoo en gaat nu ook luiers fabriceren. Volgens Ansoff is dit:
A
Marktontwikkeling
B
Diversificatie
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling

Slide 5 - Quiz

Wat betekent kannibalisatie binnen de marketing?
A
De verkoop van het nieuwe product gaat ten koste van soortgelijke producten in het assortiment.
B
Als het nieuwe product op de markt komt, worden soortgelijke producten in het assortiment uit de markt gehaald.
C
De verkoop van het nieuwe product versterkt de verkoop van soortgelijke producten in het assortiment.

Slide 6 - Quiz

toetsterm 3.1 
De kandidaat herkent één of meer attributen van de
productmix: fysiek product, assortiment, merknaam,
prijs, verpakking, service en garantie, kwaliteit,
klachtenafhandeling.

Slide 7 - Slide

Welke begrippen horen wel bij de productmix?
 assortiment
fysiek product
 merknaam
prijs
 verpakking
 service en garantie
 kwaliteit
klachtenafhandeling
marketing
plaats
promotie

Slide 8 - Drag question

Wat zijn de kenmerken van een dienst?

Slide 9 - Open question

Toetsterm 3.2
De kandidaat benoemt of herkent één of meer
kenmerken van diensten: ontastbaarheid, gelijktijdige
productie en consumptie, heterogeniteit,
vergankelijkheid (niet blijvend), nadruk op maatwerk of productie bij
de klant.

Slide 10 - Slide

Toetsterm 3.3
 kandidaat benoemt of herkent één of meer
kenmerken van soorten producten.
Consumentenmarkt: Convenience goods, shopping
goods, specialty goods of unsought goods
Zakelijke markt: Routineproduct, hefboomproduct,
knelpuntproduct of strategische product

Slide 11 - Slide

De klant doet geen moeite! Het is een automatisme-aankoop geworden
Klant denkt goed na over deze aankoop. Deze aankoop is best prijzig, maar ook duurzaam
Het is een exclusief en luxe product. De producten zijn vooral voor rijkere mensen.
Je weet dat het bestaat, maar denkt nu niet aan om het aan te schaffen. het is geen gewild product

Shopping goods

Unsought goods

Convenience goods

Speciality goods

Slide 12 - Drag question

Kraljic-matrix
Leveringsrisico: Is het product 
makkelijk te verkrijgen? Zijn er 
veel leveranciers die dit product 
kunnen leveren?

Slide 13 - Slide

Kraljic-matrix
Bedrijfsresultaat: Hoe belangrijk 
is dit product voor het eindproduct 
van de organisatie? Heeft het veel 
invloed op de omzet?

Slide 14 - Slide

Aardappelen voor de fritesfabriek, zijn een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product

Slide 15 - Quiz

Kraljic-matrix

Slide 16 - Slide

Motoren voor een F1-wagen, is een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product

Slide 17 - Quiz

Kraljic-matrix

Slide 18 - Slide

Briefpapier voor de financiële administratie, is een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product

Slide 19 - Quiz