TaalCompleet A2 4.4

TaalCompleet A2 les 4.4
Ik kan met hij, hem, het en ze praten over dingen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TaalCompleet A2 les 4.4
Ik kan met hij, hem, het en ze praten over dingen.

Slide 1 - Slide

Opdrachten maken
Je krijgt 20 minuten om 4.1 - 4.3 af te maken. 
Boek en laptop! 
Daarna gaan we verder met les 4.4

Klaar?
Numo maken
timer
20:00

Slide 2 - Slide

36. 2
Het boek gaat over het gezin van de koning. Het kost €20.
Het is?
A
Het boek
B
Het gezin van de koning

Slide 3 - Quiz

36. 3
Johan heeft een nieuwe broek. Hij was heel duur.
Hij is?
A
Johan
B
de nieuwe broek

Slide 4 - Quiz

36. 4
De kinderen pakken hun mutsen. Ze liggen in de kast.
Ze is?
A
De kinderen
B
Hun mutsen

Slide 5 - Quiz

36. 5
Het meisje speelt een spelletje. Het zin in een doos.
Het is?
A
Het meisje
B
Het spelletje

Slide 6 - Quiz

36. 6
Onze auto staat naast de weg. Hij is kapot.
Hij is?
A
Onze auto
B
De weg

Slide 7 - Quiz

36. Lotte en haar moeder halen pillen bij de apotheek. Ze zitten in een doosje.
Ze is?
A
Lotte en haar moeder
B
de pillen

Slide 8 - Quiz

38. Praat samen
Begin je antwoord met hijhet of ze.
  1. Waar is je telefoon?
  2. Hoeveel kost een kopje thee?
  3. Waar staan de borden?
  4. Waar staat jouw fiets?
  5. Wanneer komt de trein?
  6. Van wie zijn deze spullen?

Slide 9 - Slide

39. Praat samen
Beschrijf de spullen in je boek. 
Gebruik hij, het of ze.

Slide 10 - Slide

Dictee 4.4 - 1
timer
1:30

Slide 11 - Open question

Dictee 4.4 - 2
timer
1:30

Slide 12 - Open question

Dictee 4.4 - 3
timer
1:30

Slide 13 - Open question

Dictee 4.4 - 4
timer
1:30

Slide 14 - Open question

Dictee 4.4 - 5
timer
1:30

Slide 15 - Open question

Dictee 4.4 - 6
timer
1:30

Slide 16 - Open question

Dictee 4.4 - 7
timer
1:30

Slide 17 - Open question

Dictee 4.4 - 8
timer
1:30

Slide 18 - Open question