Psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen

Psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden noemen en hun symptomen beschrijven. 
Daarnaast ken je de medicijngroepen binnen de psychiatrie en kun je voorbeelden noemen. 

Slide 2 - Slide

Vertel de studenten wat ze na deze les zullen kunnen en waar ze zich op moeten richten.
Wat weet jij al over psychiatrische ziektebeelden en medicijngroepen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Psychiatrische ziektebeelden
1. Depressie 
2. Schizofrenie 
3. Bipolaire stoornis  
4. Angststoornis 

Slide 4 - Slide

Laat de studenten de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden zien en hun respectievelijke symptomen benoemen.
Welke symptomen die passen bij een depressie heb je voorbij zien komen?

Welke tips uit het filmpje neem jij mee als verzorgende voor jouw cliënten?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Depressie
Symptomen: 
somberheid, vermoeidheid, verlies van interesse.

Slide 6 - Slide

Beschrijf de symptomen van depressie en vraag studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin iemand depressief kan zijn.
STELLING
Het is belangrijk dat verzorgenden altijd praten over de oorzaak van de depressie met de cliënt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schizofrenie
Symptomen? 

Positieve en negatieve symptomen?

Slide 8 - Slide

Beschrijf de symptomen van schizofrenie en vraag studenten om te oefenen met het identificeren van deze symptomen.
STELLING
Mensen met schizofrenie zouden altijd onder toezicht moeten wonen om terugval te voorkomen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Angststoornis

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Bipolaire stoornis

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kijk opdracht
Wat is jouw beeld van een bipolaire stoornis?

Is dit beeld veranderd na deze aflevering?
Wat neem je mee als verzorgende uit deze aflevering?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Medicijngroepen
1. Antidepressiva - SSRI's, tricyclische antidepressiva. 
2. Antipsychotica - klassieke, atypische. 
3. Stemming stabilisatoren - lithium, valproïnezuur. 
4. Angstremmers - benzodiazepinen, buspiron.

Slide 17 - Slide

Laat de studenten de vier medicijngroepen binnen de psychiatrie zien en hun respectievelijke voorbeelden noemen.
Antidepressiva
Voorbeelden: 
fluoxetine (Prozac), sertraline (Zoloft), amitriptyline (Elavil).

Slide 18 - Slide

Beschrijf de medicijngroep antidepressiva en vraag studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin iemand antidepressiva zou kunnen nemen.
Antipsychotica
Voorbeelden: 
haloperidol (Haldol), risperidon (Risperdal), olanzapine (Zyprexa).

Slide 19 - Slide

Beschrijf de medicijngroep antipsychotica en vraag studenten om te oefenen met het identificeren van situaties waarin iemand antipsychotica zou kunnen nemen.
Stemming stabilisatoren
Voorbeelden: 
lithium (Eskalith), valproïnezuur (Depakote), carbamazepine (Tegretol).

Slide 20 - Slide

Beschrijf de medicijngroep stemming stabilisatoren en vraag studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin iemand stemming stabilisatoren zou kunnen nemen.
Angstremmers
Voorbeelden: 
alprazolam (Xanax), diazepam (Valium), buspiron (BuSpar).

Slide 21 - Slide

Beschrijf de medicijngroep angstremmers en vraag studenten om te oefenen met het identificeren van situaties waarin iemand angstremmers zou kunnen nemen.
Samenvatting
Je hebt geleerd over de vier meest voorkomende psychiatrische ziektebeelden en hun symptomen. Daarnaast ken je de medicijngroepen binnen de psychiatrie en kun je voorbeelden noemen. 
Tot slot heb je vragen bedacht voor de (gast)les psychiatrie volgende week.

Slide 22 - Slide

Vat de belangrijkste leerpunten van de les samen en geef studenten de gelegenheid om vragen te stellen of dingen te verduidelijken.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.