H1.3 Faseveranderingen

§1.3 - Fase veranderingen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§1.3 - Fase veranderingen

Slide 1 - Slide

Je leert:
- in welke fase stoffen kunnen voorkomen en hoe je dat aangeeft
- welke overgangen er zijn tussen deze fasen
- omrekenen tussen graden Celsius en graden Kelvin
- met een experiment aantonen of een stof zuiver is of een mengsel

Slide 2 - Slide

Elke stof kan in 3 fase voorkomen
Vast: (s)               (s komt van "solid")
Vloeibaar : (l)    (l komt van "liquid")
Gas: (g)                (g komt van "gaseous")
We noemen dit ook wel Aggregatietoestanden

Dus ijs (bevroren water) noteren we als volgt:          water (s)

Slide 3 - Slide

Faseveranderingen
Als water overgaat van de vaste fase naar de gasfase, noemen we dat
SUBLIMEREN
Notatie: 
H2O (s) -> H2O (g)
Fasedriehoek
Je moet alle 6 faseovergangen
van buiten kennen

Slide 4 - Slide

Celcius (oC) <-> Kelvin (K)
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 5 - Slide

Zuivere stof en mengsel
Zuivere stof: 
  • is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen
Mengsel:
  • meerdere verschillende soorten moleculen door elkaar

Slide 6 - Slide

hoe bepaal je of het een mengsel of zuivere stof is?


Laat de stof smelten, stollen of verdampen (koken)
  • als het een zuivere stof is dan: ...........................
  • blijft de temperatuur hetzelfde bij een faseverandering
  • als het een mengsel is dan:.................
  • dan verandert de temperatuur tijdens de faseverandering

Slide 7 - Slide

Zuivere stof


bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Slide 8 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject
Traject

Slide 9 - Slide

Faseveranderingen 1 is ...
A
verdampen
B
sublimeren
C
stollen
D
condenseren

Slide 10 - Quiz

Faseveranderingen 3 is ...
A
rijpen
B
smelten
C
verdampen
D
stollen

Slide 11 - Quiz

Het kookpunt van ethanol is 78 graden Celsius, hoeveel Kelvin is dit?
A
-193 K
B
351 K
C
-95 K
D
251 K

Slide 12 - Quiz

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 K
B
273 K
C
-273 K
D
0 graden Celcius

Slide 13 - Quiz

Het kookpunt van koper is 2843 K hoeveel graden Celsius is dat?
A
3116 graden Celsius
B
2670 graden Celsius
C
2570 graden Celsius
D
3016 graden Celsius

Slide 14 - Quiz

Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
273 Kelvin
C
200 Kelvin
D
-10 graden Celsius

Slide 15 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Zuiver 
sinaasappelsap
A
A
B
B

Slide 16 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Koper
A
A
B
B

Slide 17 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Benzine
A
A
B
B

Slide 18 - Quiz

Wat ga je nu doen
Lezen §1.3
Maken opgaven in de online methode

Slide 19 - Slide