Les 3: diverse culturen

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 4

Cultuur en nationaliteit

Vandaag

Terugblik +/- 5 min.

Cultuur en nationaliteit +/- 20 min.

Opdracht +/- 50 min.

Stellingen +/- 10 min.

Afsluiting +/- 5 min.

Lesdoelen

Aan het einde van de les: 

1. Kan ik benoemen hoeveel nationaliteiten in mijn klas aanwezig zijn.

2. Kan ik verschillen en overeenkomsten tussen culturen herkennen en benoemen.

Terugblik

Wat hebben we vorige les behandeld?

Normen en waarden

1. Welke waarden zijn belangrijk voor jullie toekomstige beroep?
   
2. Welke waarden vind jij belangrijk?
3. Welke normen passen bij de gekozen waarden?

Cultuur

Van Dale; 

Het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen, gedragingen etc. van een land, volk of groep.

• Het land waar je bent opgegroeid.
  
• Het dorp, de stad of de buurt waar je vandaan komt.
  
• De opleiding die je volgt.
  
• Je opvoeding.
  
• De vrienden met wie je omgaat.
  
• De taal die je spreekt.

Cultuur en nationaliteit +/- 20 min.

Nationaliteit

Behoren tot een bepaald land/volk/natie. Dit is meestal het land waar je geboren bent.

Wat is de waarde van je nationaliteit?

Hoeveel verschillende nationaliteiten (of mensen met een dubbele nationaliteit) zijn er aanwezig?

Cultuur en ligging

Zoek en schrijf op:

1. Kies een land uit.
2. Zoek op wat de dominante cultuur is van dat land en wat daar de kenmerken van zijn (het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen, gedragingen)
3. Wat zijn de positieve en negatieve kenmerken/gedragingen van het land?
4. Wat is de paspoort power rank van het land en waarom staat het hoog of laag in de lijst?  
5. Hoe gaat het land om met minderheden?

TB bonus: Komen er endemische soorten voor in het land en zo ja, welke zijn dit?

VLA bonus: Is er een dominante sport- en eetcultuur in het land?

Groepen

1. Noord-Amerika
   
2. Zuid-Amerika
3. Europa
4. Afrika
5. Azië
6. Oceanië 

Presenteren

Stel je tijdens het luisteren de volgende vraag:

1. Welke overeenkomsten heeft jullie land met het presenterende land?

2. Wat is het grootste verschil tussen jullie land en het presenterende land?

'Zou jij liever één gezamenlijke cultuur op de wereld hebben of allemaal verschillende?'

Voel jij je onderdeel van de Nederlandse cultuur?

Lesdoelen

Aan het einde van de les: 

1. Kan ik benoemen hoeveel nationaliteiten in mijn klas aanwezig zijn.

2. Kan ik verschillen en overeenkomsten tussen culturen herkennen en benoemen.

Volgende week

Hoe gastvrij is Nederland?

'Nieuwkomers moeten zich altijd aanpassen aan het land waar ze komen te wonen.'