Les 40 SPQR - oef aanw vnw hic - ille/ista - is

Thema 6 - Les 40.1
OPDRACHT: Noteer (in potlood!) de UITGANGEN van verbuigingsgroep (declinatie) 1+2 
in onderstaand schema (mnl. - vrl. - onz.) en laat plaats open om er iets voor te schrijven.
mnl.                       vrl.                       onz.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 6 - Les 40.1
OPDRACHT: Noteer (in potlood!) de UITGANGEN van verbuigingsgroep (declinatie) 1+2 
in onderstaand schema (mnl. - vrl. - onz.) en laat plaats open om er iets voor te schrijven.
mnl.                       vrl.                       onz.

Slide 1 - Slide

Aanvulling vormen ille, illa, illud (op basis van uitgangen verbuigingsgroep 1+2)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Iste:
wat is het verschil met ille?

Slide 4 - Slide

Maak de correcte woordgroep met
studium
A
illud
B
illum
C
illius
D
illorum

Slide 5 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
illud studium
A
nom. ev. onz.
B
acc. ev. onz.
C
acc. ev. mnl.
D
gen. mv. mnl.

Slide 6 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
imagines
A
illi
B
illos
C
illae
D
illi

Slide 7 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
illae imagines
A
gen. ev. vrl.
B
dat. ev. vrl.
C
nom. mv. vrl.
D
nom. mv. onz.

Slide 8 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
luce
A
ille
B
illa
C
illae
D
illi

Slide 9 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
illa luce
A
nom. ev. vrl.
B
acc. mv. onz.
C
nom. mv. onz.
D
abl. ev. vrl.

Slide 10 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
tumultu
A
istius
B
isto
C
istis
D
isti

Slide 11 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
isto tumultu
A
dat. ev. onz.
B
abl. ev. onz.
C
dat. ev. mnl
D
abl. ev. mnl.

Slide 12 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
mercatores
A
istum
B
isti
C
iste
D
istis

Slide 13 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
isti mercatores
A
dat. ev. mnl.
B
dat. ev. vrl.
C
nom. mv. mnl.
D
dat. ev. onz.

Slide 14 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
canes
A
ille
B
illud
C
illius
D
illos

Slide 15 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
illos canes
A
nom. mv. vrl.
B
acc. mv. mnl.
C
nom. mv. mnl.
D
acc. mv. vrl.

Slide 16 - Quiz

Om wat voor soort honden gaat het gezien het aanwijzend voornaamwoord "illos"? Sleep het Latijn naar de juiste afbeelding!
illos canes

Slide 17 - Drag question

Rijtje hic, haec, hoc
(ook op basis van us-a-um / ille-a-ud)

Slide 18 - Slide

hic, haec, hoc

Slide 19 - Slide

Maak een corecte woordgroep met
forma
A
hoc
B
hae
C
haec
D
has

Slide 20 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
haec forma
A
nom. ev. vrl.
B
abl. ev. vrl.
C
nom. mv. onz.
D
acc. mv. onz.

Slide 21 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
socii
A
his
B
hic
C
huic
D
huius

Slide 22 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
huius socii
A
nom. mv. mnl.
B
gen. ev. mnl.
C
nom. ev. mnl.
D
gen. ev. onz.

Slide 23 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
carminum
A
hunc
B
horum
C
hoc
D
huius

Slide 24 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
horum carminum
A
acc. ev. mnl.
B
acc. ev. onz.
C
gen. mv. mnl.
D
gen. mv. onz.

Slide 25 - Quiz

Maak de correcte woordgroep met
nuntium
A
hos
B
hic
C
hunc
D
hoc

Slide 26 - Quiz

Wat is naamval, getal en geslacht van
hunc nuntium
A
acc. ev. mnl.
B
acc. ev. onz.
C
gen. mv. mnl.
D
nom. ev. onz.

Slide 27 - Quiz

40. 2 Voornaamwoord is, ea, id

Slide 28 - Slide


Vervang het onderstreepte znw door de juiste vorm van is/ea/id:
Puer puellam vidit et statim amavit, sed nomen puellae nesciebat.

Slide 29 - Open question


Vertaal:
Puer puellam vidit et statim amavit, sed nomen eius nesciebat.

Slide 30 - Open question


Vervang het onderstreepte znw door de juiste vorm van is/ea/id:
Fratrem rogavit, sed frater puerum deridebat (= uitlachen).

Slide 31 - Open question


Vervang het onderstreepte znw door de juiste vorm van is/ea/id:
Fratrem rogavit, sed frater puerum deridebat (= uitlachen).

Slide 32 - Open question


Vervang het onderstreepte znw door de juiste vorm van is/ea/id:
Tandem ipse puellae appropinquavit et puellae donum obtulit.

Slide 33 - Open question

De grammatica van les 40 beheers ik:
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll