4 kader hfdst 1 en 6les2

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Druk

De formule voor druk is

1. P=F*A
2. P=A/F
3. P=F/A
4. P=A*F

Druk berekenen:

druk hangt af van kracht en oppervlakte 

kracht

Kracht (F) berekenen je met de volgende formule:

F = mx 10 

F = kracht in Newton (N)

m = massa in (kg)

Een man gaat op het ijs liggen in plaats van staan. Zijn druk wordt hierdoor ......

1. Groter
2. Kleiner
3. Gelijk
4. Meer kon ik niet verzinnen

Druk

De druk wordt groter als de kracht groter wordt

1. Waar
2. Niet waar

Als je op één voet staat, is het oppervlak waarop je gewicht rust ongeveer 0,015 m2.
Je massa bedraagt 45 kg. De druk die die ene voet dan op de vloer uitoefent is dan:

1. 3000 N/m2.
2. 0,00033 N/m2
3. 300 000 N/m2.
4. 30 000 N/m2.

Een baksteen wordt op drie manieren op de vloer gezet (zie afb 1) De baksteen oefent steeds druk uit op de grond. Wat kun je zeggen over de druk in deze 3 situaties?

1. De druk is bij 1 het grootst en bij 2 het kleinst.
2. De druk is bij 1 het grootst en bij 3 het kleinst.
3. De druk is bij 2 het grootst en bij 3 het kleinst
4. De druk is in alle drie de situaties even groot.

Pascal

Een andere eenheid van druk is Pascal (Pa)

Je komt deze eenheid ook tegen bij het weer als de luchtdruk wordt aangegegen.

Welk voorwerp kan goed tegen drukkrachten?

1. stalen ketting
2. staalkabel
3. staaldraad
4. stalen buis

situatie a. de kogel ligt op de grond Fn = Fz

situatie b. de kogel ligt nog net op de grond Fz = Fs 

situatie c. de kogel beweegt omhoog Fs > Fz

Op een tafel staat een bureaulamp met een massa van 1200g.
Welke krachten werken er op de lamp?

1. zwaartekracht
2. spankracht
3. normaalkracht
4. veerkracht

De zwaartekracht op een staalplaat is 7300 N.
Hoe groot is de massa?

1. 7300 kg
2. 730 kg
3. 73 kg
4. 73000 kg

Wie is de uitvinder van de zwaartekracht?

1. Isaac Newton
2. Pythagoras
3. Albert Einstein
4. Leonhard Euler

Wat is de zwaartekracht op een massa van 3 400 gram?

1. 33 354 N
2. 33,35 N
3. 347 N
4. 0,3 N

Hoe groot is de normaalkracht op de lamp?
Fz = 15,4 N

1. 0 N
2. 15,4 N
3. 30,8 N
4. - 15,4 N

......... is een ander woord voor zwaartekracht.

1. Magnetisme
2. Windkracht
3. Gewicht
4. Kernenergie

Je moet de zwaartekracht tekenen van 50 N.

Welke richting heeft deze kracht en hoe lang wordt de pijl met de krachtenschaal: 1 cm = 10 N

1. Naar boven gericht 10 cm
2. Naar beneden gericht 10 cm
3. Naar beneden gericht 5 cm
4. Naar boven gericht 50 cm

Hefboom

Hefboomwet

kracht x arm = kracht x arm

F x l = F x l

2 x 20 = 4 x 10

40 = 40

Conclusie er is evenwicht!

Enkele hefboom

Een schroevendraaier om een verfblik open te maken is een enkele hefboom. Er is maar één hefboom die om het draaipunt beweegt.

Eddy (65 kg) zit met zijn kleine zusje Bianca (17 kg)
in de speeltuin op een wip. Bianca zit op een
afstand van 2,5 m vanaf het draaipunt van de wip.

Bereken met de hefboomwet op welke afstand van
het draaipunt Eddy moet gaan zitten.

1. 4,42 m
2. 44 cm
3. 9,6 m
4. 65 cm

               Welke hefboom geeft de meeste kracht? 

1. Hefboom A
2. Hefboom B
3. Hefboom C
4. geen van alle

Elke hefboom heeft een

1. krukas
2. draaipunt
3. handvat
4. motor

Hoeveel keer zo sterk maakt deze hefboom je?

1. 3,3 : 1,1 = 3x
2. 3,3 - 1,1 = 2,2x
3. 3,3 + 1,1 = 4,4x
4. 3,3 x 1,1 = 3,63x

Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht groter zijn dan de zwaartekracht

1. Waar
2. Onwaar

De Cancrusher maakt gebruik van een hefboom.
Door het handvat van deze hefboom naar
beneden te bewegen wordt het blikje in elkaar geperst.
Wat is het draaipunt van deze hefboom?

1. punt A
2. punt B
3. punt C

In afbeelding is een hefboom getekend. Aan de rechterkant hangt 100 N op een afstand van 100 cm van het draaipunt. Aan de linkerkant wordt op 25 cm van het draaipunt een gewichtje gehangen. Hoeveel newton moet het gewichtje zijn om evenwicht te maken?

1. 25 N
2. 75 N
3. 100 N
4. 400 N

Contragewicht

draaipunt

hefboom

Een hele grote hefboom

Een dubbele hefboom

Een nijptang bestaat uit een dubbele hefboom.

Bereken de kracht op de spijker.

Met een katrol bespaar je kracht.

1. waar
2. niet waar

Met een vaste katrol....

1. verander je alleen de richting van de kracht
2. wordt het gewicht van de last kleiner
3. wordt het gewicht van de last groter
4. verandert er niets

EUHM, DUS....?

VASTE KATROL             2 TOUWEN                 3 TOUWEN                  4 TOUWEN

De persoon hiernaast tilt zichzelf op.
Kan dit ook in het echt?

1. Ja, maar dat kost meer spierkracht dan in het touw klimmen
2. Nee, als je aan het touw trekt ga je juist naar beneden
3. Ja, door de katrollen heb je minder kracht nodig
4. Nee, je kunt jezelf nooit optillen