vwo 2 - P3 - Kap. 3 (09)

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf dem Tisch!
Herzlich willkommen!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf dem Tisch!
Herzlich willkommen!

Slide 1 - Slide

Lernziele
Am Ende der Lektion ...
  • ... kun je tijdsbepalingen in het Duits aangeven, met specifieke aandacht voor dagen, seizoenen, dagdelen en kloktijden.
  • ... kun je de Duitse sterke werkwoorden met een stam op e of a correct vervoegen. Je kunt de werkwoorden juist toepassen van de verschillende vervoegingen in de tegenwoordige tijd (Ik lees.) en de voltooide tijd (Ik heb gelezen.) 
  • ... kun je deze werkwoorden naar behoren gebruiken in zinnen en korte teksten.








Slide 2 - Slide

Heute im Unterricht
  • Präsentationen "Sich Vorstellen" 
  • Planung Woche 9 und 10
  • Evaluation Präsentationen
  • Hausaufgaben für diese Woche

Slide 3 - Slide

Diese Woche
Montag, den 26. Februar
  • Präsentationen Gerko, Chris und Janno
  • Evaluation Präsentationen

Dienstag, den 27. Februar
  • Wiederholung Grammatik A und B
  • Lernbox 3 und 4 bearbeiten

Donnerstag, den 29. Februar
  • SO Kapitel 3: Lernbox 1, 2, 3a, 3b und Grammatik A und B.

Slide 4 - Slide

Grammatik A > Zeitangaben
Aufgabe: Verbind de seizoenen met de juiste maanden. Antwoord in het Duits!
Frühling
Sommer
Herbst
Winter

Aufgabe: Vul de ontbrekende woorden in.
Im ________ gehe ich oft spazieren.
Am ________ habe ich Deutschunterricht.
Um ________ Uhr beginnt die Schule.
Von ________ bis ________ habe ich Sommerferien.


Slide 5 - Slide

Grammatik A > Zeitangaben
Aufgabe: Schrijf de passende tijden bij de dagdelen.
Morgen: ________
Mittag: ________
Nachmittag: ________
Abend: ________
In der Nacht: ________

Aufgabe: Maak de zinnen compleet.
1. Ich tr...nk... m...nen T.. am .............. .
2. W...r ...ss...n ...m 12 U... M...tt...g.
3. ...m Ab...nd m...ch... ich m...n... Hausaufgaben.
4. ...m Winter schn... ...t ...s oft.
5. .... Mai ... August h...b... wir Sommerferien.


Slide 6 - Slide

Gr. A > Zeitangaben
Aufgabe: Verbind de seizoenen met de juiste maanden. Antwoord in het Duits!
Wie: selbstständig
Hilfe: Grammatik A
Zeit: 10 Min. 

Hausaufgaben:
Machen: 1, 2, 7, 8 Lektion 1
Lernen: Lernbox 1 und Grammatik A

Slide 7 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik B > sterke werkwoorden
  • sterke werkwoorden met een a in de stam 
  • > de klinker in de stam verandert in de tegenwoordige tijd.
  • Bekijk de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:
  • Bij welke personen verandert de klinker? 
  • Hoe wordt de rest van het werkwoord vervoegd?


laufen
schlafen

Slide 8 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik B > sterke werkwoorden
  • Bekijk de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:
  • Bij welke personen verandert de klinker? 
  • Hoe wordt de rest van het werkwoord vervoegd?


Slide 9 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik A > zinsanalyse
  • Je werkt in tweetallen.
  • Ieder tweetal krijgt een zin in het Duits en vertaalt hem naar het Nederlands.
  • Vervolgens onderzoek je en onderstreep je wat
  • de persoonsvorm is;
  • het onderwerp is;
  • het lijdend voorwerp is.
  • Je schrijft ook op hoe je een onderwerp en lijdend voorwerp in een zin kan vinden, je mag de zin echter niet in een vraagzin veranderen. 
  • Tot slot wisselen we onze antwoorden met elkaar uit. 


Slide 10 - Slide

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf dem Tisch!
Herzlich willkommen!

Slide 11 - Slide

Heute im Unterricht
  • Präsentationen "Sich Vorstellen" Joost, Beau, Sebastiaan, Michiel, Tirza
  • Wiederholungsaufgabe Zeitangaben (Grammatik A)
  • Erklären starke Verben (Grammatik B)
  • Hausaufgaben für diese Woche

Slide 12 - Slide

Lernziele
Am Ende der Lektion ...
  • ... kun je tijdsbepalingen in het Duits aangeven, met specifieke aandacht voor dagen, seizoenen, dagdelen en kloktijden.
  • ... kun je de Duitse sterke werkwoorden met een stam op e of a correct vervoegen. Je kunt de werkwoorden juist toepassen van de verschillende vervoegingen in de tegenwoordige tijd (Ik lees.) en de voltooide tijd (Ik heb gelezen.) 
  • ... kun je deze werkwoorden naar behoren gebruiken in zinnen en korte teksten.








Slide 13 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik B > sterke werkwoorden
  • sterke werkwoorden met een e in de stam 
  • > de klinker in de stam verandert in de tegenwoordige tijd.
  • Bekijk de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:
  • Bij welke personen verandert de klinker? 
  • Hoe wordt de rest van het werkwoord vervoegd?


lesen
sehen
essen

Slide 14 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik B > sterke werkwoorden

Slide 15 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Wie spät ist es?
Es ist ...

Slide 16 - Slide

Herzlich willkommen!
Grammatik A - tijdsbepalingen
im: seizoen en maanden
am: dagen, dagdelen, datum
um: tijdstip
von...bis: tijdsduur

vor = voor
nach = na
halb = half
Viertel = kwart
Uhr = uur

der Frühling = de lente
der Sommer = de zomer
der Herbst = de herfst
der Winter = de winter

Slide 17 - Slide

Herzlich willkommen!
Lektion 3.1 - tijdsbepalingen

Slide 18 - Slide

Herzlich willkommen!
Lektion 3.1 - tijdsbepalingen
Wie spät ist es? - Hoe laat is het?
Es ist zwölf Uhr. - Het is twaalf uur.
Es ist halb zwei. - Het is half twee.
Es ist Viertel nach eins. - Het is kwart over één. 

Slide 19 - Slide

Welke wederkerende werkwoorden kun jij noemen?

Slide 20 - Mind map

Aufgaben Lektion 1
Aufgaben 2 und 3 aus Lektion 1 besprechen. Danach ....

Aufgaben: 4 und 5, Seiten 107/108
Wie: selbstständig und zu zweit
Hilfe: das Video
Zeit: 30 Min. 

Slide 21 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik C > der- & ein-Gruppe
Ihr bekommt ein Erklärungsblatt. 




Slide 22 - Slide

Grammatik D > geslacht zsn.
der
das
die
die
mannelijke:
- personen (Mann)
- dieren (Stier)
- beroepen (Arzt)

dagen v/d week
maanden
dagdelen
jaargetijden
onzijdig/neutraal
veel het-woorden uit het Nederlands

(verklein)woorden op: 
-chen (Mädchen)
vrouwelijke:
-  personen (Frau)
- dieren (Kuh)
- beroepen (Arztin)

woorden op:
-heit
-keit
-ung
- in
de meeste woorden op:
-e

alle meervoudsvormen van der-, das- en die-woorden.

Slide 23 - Slide

Grammatik E > persoonlijk voornw.
der
das
die
die
mannelijke:
- er

Der Mantel ist blau.
Er ist blau.
onzijdig/neutraal
- es

Das Kleid ist rot.
Es ist rot.
vrouwelijke:
- sie

Die Hose ist schön.
Sie ist schön.
meervoudsvormen
- sie

Ihre Häuser sind groß.
Sie sind groß.

Slide 24 - Slide

  • Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 
  • Gibt es noch Fragen zum Buch? 
Grammatik B > Konjunktiv II
De zogenaamde "zou-vormen
Niet de daadwerkelijke realiteit.
Beleefd zijn, wens uitdrukken > Ik zou graag .... hebben. 
haben, sein, werden, wissen & modale werkwoorden hebben hun eigen "zou-vorm"
werkwoord in de verleden tijd vervoegen + een Umlaut
Let op: bij sollen en wollen komt nooit een Umlaut.



Slide 25 - Slide

Herzlich willkommen!
Lektion 3.2 - ww met 'e' of 'a' in de stam
  • Gaat om sterke werkwoorden 
  • Klinkerverandering in de tegenwoordige tijd (a - ä & e - i/ie)
  • du-vorm & er/sie/es-vorm
  • uitzonderingen: gehen & stehen

  • korte 'e' = i
  • lange 'e' = ie (meestal dan!!!!!)
  • uitzonderingen: geben / nehmen 

Slide 26 - Slide