Herhaling H5 en voorbereiding SE

Herhaling en extra oefening
H5 Energie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling en extra oefening
H5 Energie

Slide 1 - Slide

Vermogen

Slide 2 - Slide

Vermogen

Slide 3 - Slide

Vermogen berekenen
vermogen = spanning x stroomsterkte

Slide 4 - Slide

Chris sluit de wasmachine (vermogen = 1950W) en de droger (vermogen = 2300W) aan op 1 groep. Deze groep is beveiligd met een zekering van 16A.. Beide apparaten werken op netspanning.
—> Bereken de stroomsterkte door de droger. Noteer je hele uitwerking (geg, gev, form, uitw en antw)

Slide 5 - Open question

Reken uit wat de spanning is over een hoogspanningsmast als de stroomsterkte hierdoor 2000A is, en het vermogen wat getransporteerd wordt 500MW is. Schijf je hele berekening

Slide 6 - Open question

Rendement

Slide 7 - Slide

Rendement

Slide 8 - Slide

Bereken het rendement. Schrijf alle stappen

Slide 9 - Open question

Er valt op een zonnecel 1080 W aan stralingsenergie. Het elektrisch vermogen is in deze situatie 135 W. Bereken het rendement in deze situatie.

Slide 10 - Open question

Er valt op een zonnecel 1080 W aan stralingsenergie. Het elektrisch vermogen is in deze situatie onbekend. Het rendement is 23%. Bereken het elektrisch vermogen.

Slide 11 - Open question

Capaciteit
De capaciteit van een batterij geeft aan hoeveel energie er in opgeslagen kan worden. 

Een iPhone 7 batterij heeft een capaciteit van 1.960 mAh 

Slide 12 - Slide

Capaciteit berekenen
Capaciteit is C. 

Capaciteit berekenen: C=Ixt

In woorden: 

Capaciteit = Stroomsterkte in Ampere x tijd in seconde

Slide 13 - Slide

Formule voor capaciteit:
A
Capaciteit = spanning : stroomsterkte
B
Capaciteit = weerstand x tijd
C
Capaciteit = stroomsterkte x tijd
D
Capaciteit is geen formule voor.

Slide 14 - Quiz

Een accu kan 10 ampère voor 5 uur leveren. Bereken de capaciteit van de accu.
A
Capaciteit = 10 / 5 = 2 Ah
B
Capaciteit = 10 x 5 = 50 Ah
C
Capaciteit = 10 - 5 = 5 Ah
D
Capaciteit = 10 + 5 = 15 Ah

Slide 15 - Quiz

Een lampje met een vermogen van 10W is aangesloten op twee 5V batterijen die serie geschakeld zijn. Na 6h brandt het lampje niet meer.
Wat is de capaciteit van een lampje?

Slide 16 - Open question

De batterijen van Henk hebben samen een capaciteit van 2700 mAh.

Bereken hoe lang de batterijen de gemeten stroom (750 mA) kunnen leveren. Noteer je antwoord in een geheel aantal minuten.


Slide 17 - Open question

De batterijen in de zaklamp hebben een capaciteit van 3000 mAh. De ledlamp kan 15 uur branden op volle batterijen.
Bereken de stroomsterkte die de batterijen leveren.

Slide 18 - Open question

Elektrische energie
Elektrische energie = vermogen x tijd
E = P x t
E = energieverbruik in kWh
P = vermogen in kW
t = tijd in uur (h)

Slide 19 - Slide

Keuzeuur
Wat gaan we doe?

Eerst samen oefenen
Daarna werken aan gemengde opdrachten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

zekeringen
voorkomen van overbelasting/kortsluiting
verplicht in huis (meterkast)
meerdere groepen
16A zekeringen
snel uitgaan

Slide 22 - Slide

Kortsluiting

Slide 23 - Slide

Elektriciteitsdraad
  • Fasedraad - bruin
  • Nuldraad - blauw
  • Aarddraad (verbonden met metalen pin in de grond) - groen/geel
  • Schakeldraad - zwart

Slide 24 - Slide

Een aardlekschakelaar vergelijkt de stroom in twee draden. Welke twee zijn dat?
A
Fasedraad en schakeldraad
B
Fasedraad en aarddraad
C
Fasedraad en nuldraad
D
Nuldraad en aarddraad

Slide 25 - Quiz

Welke draad in een huisinstallatie heeft een zwarte kleur?
A
Aarddraad
B
Fasedraad
C
Nuldraad
D
Schakeldraad

Slide 26 - Quiz

Welke kleur heeft de fasedraad
A
blauw
B
bruin
C
zwart
D
groen/geel

Slide 27 - Quiz

Welke kleuren en functie hebben de draden.
A
Bruin: Nuldraad - O V Blauw: Aardedraad, veiligheid Groen-Geel: Fasedraad - 230 V
B
Rood: Fasedraad - 230 V Blauw: Nuldraad - O V Groen-Geel: Aardedraad, 230 V
C
Bruin: Fasedraad - 230 V Blauw: Nuldraad - O V Groen-Geel: Aardedraad, veiligheid, OV
D
Rood: Nuldraad - O V Blauw: Aardedraad, veiligheid Paars: Fasedraad - 230 V

Slide 28 - Quiz

Op welke draad staat altijd 230V?
A
Fasedraad
B
Nuldraad
C
Aardedraad
D
Schakeldraad

Slide 29 - Quiz

Kortsluiting of overbelasting?
A
Overbelasting
B
Kortsluiting

Slide 30 - Quiz

Hoe kan overbelasting ontstaan?

Slide 31 - Open question

Bereken het vermogen (P = U x I ).
Gegeven 4 V en 0,26 A.
Graag een berekening.

Slide 32 - Open question

Volgens de fabrikant van een smartphone moet de accu met een capaciteit van 3000 mAh goed zijn voor 20 uur gesprekstijd.
Bereken de stroomsterkte in Ampère die de accu levert tijdens een gesprek. Gebruik de vijf stappen! ( C = I x t)

Slide 33 - Open question

Joost fotografeert graag. In zijn camera zit een accu met een capaciteit (C) van 1800 mAh en zijn camera gebruikt 0,4 A per uur. Bereken hoelang de camera aan kan staan.
( C = I x t)

Slide 34 - Open question

Een gloeilamp met een vermogen van 40 W staat 30 min aan.
Bereken de hoeveelheid elektrische energie in kWh.

Slide 35 - Open question

Als je 1 L aardgas verbrandt, komt er 32 000 joule warmte-energie vrij. In een elektriciteitscent daarvan 11,3 kJ omgezet in elektriciteit.
Bereken het rendement van de elektriciteitscentrale.

Slide 36 - Open question