h1 markt en overheid

h1 markt en overheid
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

h1 markt en overheid

Slide 1 - Slide

Een kenmerk van volkomen concurrentie
A
Ondoorzichtige markt.
B
Doorzichtige markt

Slide 2 - Quiz

Dit is GEEN kenmerk van de volkomen concurrentie:
A
veel aanbieders
B
transparante markt
C
moeilijke toetreding
D
vraag en aanbod bepalen de prijs

Slide 3 - Quiz


Volkomen concurrentie
A
Weinig aanbieders en homogeen product
B
Weinig aanbieders en een heterogeen product
C
Veel aanbieders en een heterogeen product
D
Veel aanbieders en een homogeen product

Slide 4 - Quiz

Een andere naam voor Volkomen concurrentie is:
A
Volledige mededinging
B
Onvolkomen concurrentie
C
Monopolie

Slide 5 - Quiz

Welk begrip wordt hier omschreven:
'de prijs waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid'
A
evenwichtsprijs
B
evenwichtshoeveelheid
C
marktevenwicht
D
marktmechanisme

Slide 6 - Quiz

Zolang vraag en aanbod niet gelijk aan elkaar zijn, zal de prijs van een product veranderen. Dit proces van prijsaanpassing noemen we het …
A
winstmechanisme
B
marktmechanisme
C
break-evenmechanisme
D
concurrentie-mechanisme

Slide 7 - Quiz

Hoe heten onderstaande marktvormen?
monopolie
volkomen concurrentie
Een markt met veel vragers en veel aanbieders.
Een markt met veel vragers en één aanbieder.

Slide 8 - Drag question

Vaste kosten
Variabele kosten
Gemiddelde totale kosten
Marginale kosten
Totale kosten
De kosten per geproduceerde eenheid.
Kosten die niet variëren met de productieomvang.
Som van de vaste kosten en de variabele kosten.
Kosten die variëren met de productieomvang
Een toename van totale kosten als gevolg van de productie van een extra eenheid.

Slide 9 - Drag question

Niet afhankelijk 
van de productieomvang 
 Gemiddelde totale kosten per stuk
Dalen bij toenemende productie
Punt waarbij totale kosten even groot zijn als de totale opbrengsten
Sleep de bewering naar het bijbehorende begrip
gemiddelde
constante 
kosten
totale
constante
kosten
kostprijs
breakeven

Slide 10 - Drag question

=                    +                     x
Ik boek een hotel op Booking.com. Ik betaal €15 bookingskosten.
Verder kost de kamer €125 per nacht.
aantal dagen
15
Totale kosten in € 
hotel
125

Slide 11 - Drag question

De totale winst bereken je door
A
TO-MO = TW
B
TK - TO = TW
C
TO - TK = TW
D
GVK - MK = TW

Slide 12 - Quiz

BEP , BEO en BEA
Break-even omzet (BEO)
Break-even afzet (BEA)
Break-even punt (BEP)

Slide 13 - Drag question

Totale opbrengst is
A
TO = p x Q
B
TO = p/Q
C
TO = Q - p
D
TO = p + Q

Slide 14 - Quiz

De marginale opbrengsten zijn:
A
De totale opbrengsten
B
De prijs - variabele kosten per stuk
C
De extra opbrengsten als ik 100 producten extra maak
D
De extra opbrengsten als ik 1 product extra maak

Slide 15 - Quiz

Marginale kosten zijn
A
De constante kosten
B
De extra opbrengsten als ik de productie uitbreid met 1 stuk
C
De extra kosten als ik de productie uitbreid met 1 stuk
D
De totale kosten

Slide 16 - Quiz

Met welke vergelijking bereken je wat? Sleep de vergelijking naar het goede vakje
Maximale winst
Break-even afzet (BEA)
Evenwichts-
hoeveelheid
MO = MK
Qv=Qa
TO=TK

Slide 17 - Drag question

proportioneel variabele kosten
degressief variabele kosten
progressief variabele kosten

Slide 18 - Drag question

Proportioneel variabele kosten:
A
die evenredig met de omzet stijgen of dalen
B
die meer dan evenredig toenemen als de omzet stijgt
C
die minder dan evenredig toenemen bij een stijgende omzet

Slide 19 - Quiz

TO= 3Q TK= 2Q + 10.000
Er is sprake van proportioneel variabele kosten. Wat is de MK?
A
3Q
B
2
C
2Q
D
10.000

Slide 20 - Quiz

Ik begrijp de stof van h1 goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll