Aoristus: uitleg pseudosigmatische aoristus

G2 Grieks

Aan het eind van de les ken je de uitgangen van de 
(pseudo)sigmatische aoristus
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

G2 Grieks

Aan het eind van de les ken je de uitgangen van de 
(pseudo)sigmatische aoristus

Slide 1 - Slide

ἔλυσε
A
imperfectum
B
aoristus

Slide 2 - Quiz

πέσε
A
imperfectum 3e ev
B
aoristus 3e ev
C
praesens gebiedende wijs
D
aoristus gebiedende wijs

Slide 3 - Quiz

λυσον
A
persoonsvorm imperfectum
B
imperativus praesens
C
persoonsvorm aoristus
D
imperativus aoristus

Slide 4 - Quiz


ἐμένομεν
A
imperfectum
B
aoristus

Slide 5 - Quiz

Een thematische aoristusvorm kan met en zonder augment voorkomen
A
waar
B
onwaar

Slide 6 - Quiz

Een imperativus praesens vertaal je hetzelfde als een imperativus aoristus
A
waar
B
onwaar

Slide 7 - Quiz

Zijn de vormen (indicativus) imperfectum of aoristus?
imperfectum
aoristus
ἐλυσαμεν
ἠγγελλετε
ἐλαβον
ἐβλεψε(ν)
λυσαι
ειπομεν
ἠγαγον
νομισατε
ἀπεκτεινες
ἐπιπτες

Slide 8 - Drag question

Op de volgende dia staat de pseudo-sigmatische aoristus
Dat is een
aoristusvorm die LIJKT op de SIGMATISCHE AORISTUS,
MAAR de SIGMA IS WEGGEVALLEN.
Kun je de juiste vorm aan de juiste persoon linken?

Slide 9 - Slide

1e ev: ik heb verdeeld
3e mv: zij hebben verdeeld
2e mv: jullie hebben verdeeld
1e mv: wij hebben verdeeld
3e ev: hij heeft verdeeld
2e ev: jij hebt verdeeld
ἐνειματε
ἐνειμαν
ἐνειμαμεν
ἐνειμε(ν)
ἐνειμας
ἐνειμα

Slide 10 - Drag question

Je hebt de uitgangen van de aoristus hopelijk goed herkend!

Slide 11 - Slide

Dezelfde uitgangen krijg je namelijk bij de pseudo-sigmatische aoristus

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wanneer de stam eindigt op de letters m-l-n-r (molenaar), VALT DE SIGMA WEG bij de vorming van de aoristus 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Zijn de aoristi sigmatisch, pseudosigmatisch of thematisch?
sigmatisch
pseudosigmatisch
thematisch
ἐλυσαμεν
ἠγγειλατε
ἐλαβον
ἐβλεψε(ν)
μειναι
ἀπεκτεινας
ἠγαγον
νομισατε
λυσαι
ἠλθες

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Hoeveel pv's staan er in de eerste zin?

Τότε δὴ ἔφηνε τοὺς ἀσκοὺς τῷ τῶν θεῶν ἡγεμόνι καὶ ἐκέλευσεν αὐτὸν νεῖμαι τοὺς ἀσκοὺς τοῖς θεοῖς καὶ τοῖς ἀνθρώποις.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Wat is het onderwerp van de eerste zin?

Τότε δὴ ἔφηνε τοὺς ἀσκοὺς τῷ τῶν θεῶν ἡγεμόνι καὶ ἐκέλευσεν αὐτὸν νεῖμαι τοὺς ἀσκοὺς τοῖς θεοῖς καὶ τοῖς ἀνθρώποις.
A
τοὺς ἀσκοὺς
B
ἡγεμόνι
C
αὐτὸν
D
er staat geen onderwerp in deze zin

Slide 20 - Quiz

Wie wordt er bedoeld met τῷ τῶν θεῶν ἡγεμόνι (r. 13)?

Slide 21 - Open question

3. Τότε δὴ ἔφηνε τοὺς ἀσκοὺς τῷ τῶν θεῶν ἡγεμόνι
καὶ ἐκέλευσεν αὐτὸν νεῖμαι τοὺς ἀσκοὺς τοῖς
15 θεοῖς καὶ τοῖς ἀνθρώποις.

Toen toonde hij de zakken aan de leider van de goden en beval hem de zakken onder/tussen de goden en de mensen te verdelen.

Slide 22 - Slide

De volgende x kijken we de volgende zin na...

15. Ὁ δὲ δὴ Ζεὺς τὸν
δόλον οὐκ ἔγνω καὶ ἔνειμε τοῖς θεοῖς τὸν ἀσκὸν
τὸν τῶν σπλάγχνων μεστόν.

Slide 23 - Slide

Huiswerk maandag 8/2
maken tekst 18 r. 15 t/m 20
kijken filmpje thematische aoristus

Slide 24 - Slide