6.1 Periodieke grafieken

6.1 Periodieke grafieken
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

6.1 Periodieke grafieken

Slide 1 - Slide

Periodieke grafiek
Grafiek die zichcelf steeds herhaalt

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Periodiek verband
De lengte van één zo'n stukje heet een periode.

Het gemiddeld van de hoogste en laagste waarde is de evenwichtsstand.

Het verschil tussen de hoogste (of laagste) waarde en de evenwichtsstand is de amplitude
Bestaat steeds uit dezelfde 'stukjes'

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Periodiek verband
Periode
:
Hoe lang het duurt voor de grafiek zichzelf herhaalt.
Evenwichtstand
: Midden tussen de hoogste en de laagste waarde.
E.S.= (max + min) : 2
Amplitude
: Verschil tussen het maximum/minimum en de evenwichtsstand. 
A = max – evenwichtsstand

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Periodieke verbanden
Periodiek verband
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
Frequentie               
In een periodieke grafiek is sprake van schommeling om een horizontale evenwichtslijn met een vaste periode.
de periode is de kortste tijd die het duurt tot de grafiek zich herhaalt
evenwichtsstand is het midden tussen met maximum en het minimm van de grafiek (maximum +minimum) :2
amplitude is het verschil tussen het miximum (of het minimum) en de evenwichtsstand 
Periodiek verband
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
 

Slide 8 - Slide

3,5

3,5 liter

Slide 9 - Slide

3,5 L

3,5 = 1,5 L

Slide 10 - Slide

Wat is de amplitude?
A
0 m
B
30 m
C
20 m
D
15 m

Slide 11 - Quiz

Welke van de grafieken is/zijn periodiek?
A
Alleen A
B
A en B
C
A en C
D
B en C

Slide 12 - Quiz

Wat is van de grafiek hiernaast de periode?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Wat is de evewichtstand ?
5

Slide 14 - Slide

Wat is de amplitude ?
4

Slide 15 - Slide

Wat is de periode ?
2 seconde

Slide 16 - Slide

Wat is in de grafiek hiernaast de periode?

Slide 17 - Open question

Hoe hoog is de grafiek bij 10 uur?

A
0,5
B
1
C
1,5
D
2

Slide 18 - Quiz

Einde les

Slide 19 - Slide