MAW

MAW Kerstquiz
1 / 35
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MAW Kerstquiz

Slide 1 - Slide

5.3 Ideologie (de kern)
Socialisme-Sociaaldemocratie
Confessionalisme-Christendemocratie
Liberalisme
Gelijkheid en gelijkwaardigheid
Harmonie en samenwerking
Vrijheid voor het individu

Slide 2 - Drag question

6.3 Ideologie (en macht)
Socialisme-Sociaaldemocratie
Confessionalisme-Christendemocratie
Liberalisme
Macht moet gelijk verdeeld zijn. 
Gespreide verantwoordelijkheid is belangrijk. 
Mensen zijn zelf verantwoordelijk. De overheid hoeft niet altijd in te grijpen bij verschil in macht.

Slide 3 - Drag question

7.3 Ideologie (en naties)
Liberalisme
Socialisme-Sociaaldemocatie
Confessionalisme-Christendemocratie
Culturen zijn gelijkwaardig en moeten in hun waarde worden gelaten - cultuurrelativisme
Mensen zijn gelijkwaardig en de christelijke normen en waarden zijn goed voor hele samenleving
Kracht van het individu individuele rechten staan boven de macht van een natie 

Slide 4 - Drag question

confessionalisme
sociaaldemocratie
liberalisme
cultuur
socialisme
Vrijheid
Karl Marx
Samuel Huntington
PvdA
CDA

Slide 5 - Drag question

Vorming
Binding
Verhouding
Verandering
Socialisatie
acculturatie
ideologie
Macht
conflict
Samenwerking
Cultuur
Politieke institutie
Representativiteit
Individualisering
Staatsvorming
Democratisering

Slide 6 - Drag question

Tot de jaren '60
Jaren '60 tot '80
Vanaf de jaren '80
Kostwinnersgezin 

Verzuiling
Ontzuiling 

Socialisatoren: kerk, gezin en vereniging 

Secularisering 

Onderhandleingshuishouden 

Socialisatoren: peergroup, media en onderwijs
Individualisering 

Institutionalisering
Egalitair gezin 

Geïndividualiseerd gezin
Rationalisering
Democratisering

Slide 7 - Drag question

KERNCONCEPT Democratisering (1)
Het proces van                         van de machts- en gezagsverhoudingen door een                inspraak
en                                       van degenen met
               macht.
 medezeggenschap
  verandering
               grotere
               minder

Slide 8 - Drag question

KERNCONCEPT Representativiteit (1)
De mate waarin de (politieke)                   , de                                                  of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers                               met die van de groep die                                     wordt.
vertegenwoordigd
            besluiten
      standpunten
        overeenkomen

Slide 9 - Drag question

Tekst
Representatie
Representativiteit
In een referendum stemt de meerderheid van de bevolking tegen de milieuwet die de Tweede Kamer heeft ingevoerd.
De Tweede Kamer stemt in meerderheid voor een nieuwe milieuwet.

Slide 10 - Drag question

Gezag

Representatie
Representativiteit
Mensen luisteren naar je
50% van Alkmaar is vrouw dus is de helft van de gemeenteraad vrouwelijk
Mensen stemmen op volksvertegenwoordigers

Slide 11 - Drag question

Ontwikkelingsvisie
Instrumentele visie
Het is belangrijk dat de besluiten die genomen worden in de 2e Kamer overeenkomen met de mening van het volk, ongeacht of ze bij de besluitvorming betrokken worden.
Een politieke partij wil jongeren betrekken bij het maken van wetten, zodat het voelt als hun eigen besluit en ze zich er beter aan zullen houden.
Amsterdammers worden uitgedaagd om actief mee te denken over oplossingen voor het fietsersprobleem in de spits.
D.m.v. enquêtes word gevraagd naar de mening van burgers over smartphonegebruik onder jongeren.  Experts beslissen daarna over de maatregelen.

Slide 12 - Drag question

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Nederlandse werknemers hebben politieke machtsbronnen als ze lid zijn van een vakbond. Deze komt op voor hun belangen en vakbonden kunnen politieke besluitvorming beïnvloeden
2) Als je baas je extra laat werken door jou extra te betalen is dat een voorbeeld van het inzetten van een affectieve machtsbron
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

Conflict
model
Harmonie
model
Overleg
Demonstraties
Poldermodel
Consensus
Strijd
Stakingen

Slide 14 - Drag question

Sociale institutie
Politieke institutie
Socialisatie
Politieke socialisatie
Proces van overdracht en verwerving van cultuur
Proces van politieke overdracht en verwerving van cultuur
Regels over hoe mensen met elkaar omgaan.
Regels over hoe macht verdeeld en uitgeoefend wordt.

Slide 15 - Drag question

Politieke institutie
Sociale institutie
Docent een hand geven bij binnenkomst
De fractie-assistent brengt Mark Rutte iedere ochtend een bakje koffie
Poldermodel
Koning Willem leest gezellig voor uit zijn troonrede

Slide 16 - Drag question

KERNCONCEPT Globalisering (1)
Het               van                       en intensivering van                                    en afhankelijkheden over zeer grote afstand en over                            heen.
                 proces
   uitbreiding
          contacten
       landsgrenzen

Slide 17 - Drag question

Verschillende staatsvormen

Slide 18 - Slide

Staatsvorming betekent
A
institutionalisering van een land
B
eenwording van verschillende gebieden
C
het overgaan van monarchie naar republiek
D
institutionalisering van politieke macht tot een staat

Slide 19 - Quiz

Vele Palestijnen erkennen de staat Israel niet. Is hier sprake van een gebrek aan:
A
belastingmonopolie
B
interne soevereiniteit
C
geweldsmonopolie
D
externe soevereiniteit

Slide 20 - Quiz

KERNCONCEPT Sociale cohesie (1)
Het aantal en de                                                     die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het                                   te zijn,                   van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor                              , en de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.
kwaliteit van de bindingen
       gevoel een groep
              lid te zijn  
          elkaars welzijn

Slide 21 - Drag question

KERNCONCEPT Institutionalisering (1)
Het               waarbij een                    van waarden en min of meer geformaliseerde             vastgelegd wordt in standaardgedragspatronen, die het gedrag
van mensen en hun onderlinge                reguleren.
                 proces
                  complex
                 regels
             relaties

Slide 22 - Drag question

Er is een conflict tussen verschillende groepen in Nederland over het wel of niet helemaal zwart maken van het gezicht van zwarte Piet:
A
Marx
B
Huntington

Slide 23 - Quiz

Horecabazen, winkeliers en marktkooplui eisen heropening via de rechter omdat ze failliet dreigen te gaan:
A
Marx
B
Huntington

Slide 24 - Quiz

Er is een conflict tussen jongeren en ouderen over het opvolgen van de corona regels:
A
Marx
B
Huntington

Slide 25 - Quiz

Schoonmakers gaan staken omdat ze vinden dat ze veel te weinig verdienen in verhouding met andere beroepen:
A
Marx
B
Huntington

Slide 26 - Quiz

KERNCONCEPT: Rationalisering
Het proces van het                  en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar                           en beheersbaar te maken en van het                        inzetten van middelen om zo efficiënt en                 mogelijke resultaten te bereiken.
            ordenen
            effectief
        voorspelbaar
          doelgericht

Slide 27 - Drag question

kostwinnaarsgezin
Verzuiling
secularisatie
individualisering
egalitair gezin
sociale institutie
tot jaren '60
onderhandelingshuishouden
rationalisering

bevelshuishouding
jaren 60-80

Slide 28 - Drag question

Ook individualisering is een belangrijk proces in een moderne samenleving. Wat is geen voorbeeld van individualisering?
A
Veel mensen hebben hun afhankelijkheid van gezin, sociale klasse, kerk weten te verminderen.
B
Individuen zijn meer zelf verantwoordelijk voor hun handelen en het aangaan van sociale contacten.
C
Mensen willen graag zelf hun leven vormgeven en zichzelf onderscheiden van anderen.
D
Er zijn vaak rituelen om te volgen waarna een jongen een man of een meisje een vrouw geworden is.

Slide 29 - Quiz

Welke visie op individualisering hoort bij de liberalen?
A
Mensen leven met elkaar in een gemeenschap, individualisering kan dat bedreigen.
B
Individuele vrijheid is het hoogste goed, ook als het ten koste gaat van de bindingen tussen mensen.
C
Grotere sociale ongelijkheid door individualisering moet de overheid tegengaan.

Slide 30 - Quiz

Rationalisering
Macht
Ideologie
Conflict/samenwerking

Slide 31 - Drag question

KERNCONCEPT Individualisering (1)
Het               waarbij                      in toenemende mate hun                              op verschillende gebieden kunnen                     .
                 proces
          individuen
      zelfstandigheid
             vergroten

Slide 32 - Drag question

Cultivatiehypothese
Media framing hypothese
Opinieleidershypothese
Selectiviteitshypothese
"De invloed van tv-boodschappen gebeurt via via."
"De tv bepaalt het perspectief waarmee wij naar het actuele nieuws kijken."
"Mensen die veel tv kijken zijn niet in staat de vertekening van de werkelijkheid door de media te doorzien."
"Iedereen kijkt tv vanuit zijn eigen referentiekader."

Slide 33 - Drag question

Kostwinnersgezin
Egalitair gezin
kinderen gaan na schooltijd naar huis
het gezin is een eenoudergezin
individualisering
bevelshuishouden
kinderen hebben inspraak
beide ouders werken

Slide 34 - Drag question

Sociale mobiliteit
Sociale stratificatie
Positieverwerving
Positietoewijzing
Maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon in een bepaalde positie terechtkomt.
De mogelijkheid van individuen om verandering aan te brengen in hun maatschappelijke positie
Het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon .
Een verdeling van de maatschappij in groepen, waartussen sociale ongelijkheid bestaat

Slide 35 - Drag question