woordenschat h5 klas 3

Wat gaan we doen en hoe?
Terughalen lezen h5,6 (10 min) klassikaal
Activeren voorkennis woordenschat h5 (5 min) klassikaal
Uitleg woordenschat h5 bladzijde 175 (10 min) klassikaal
Samen opdracht 1 doen blz 175 (5 min) klassikaal
Maken opdracht 2,3,4,5, 6 (50 min) individueel
Nakijken van de opdrachten (18 min) klassikaal
Afsluiten van de les (2 min) klassikaal 
Individueel werken mag alleen met muziek via je Chromebook(oordopjes), ik wil geen andere fratsen zien, anders is het muziek luisteren voorbij!

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen en hoe?
Terughalen lezen h5,6 (10 min) klassikaal
Activeren voorkennis woordenschat h5 (5 min) klassikaal
Uitleg woordenschat h5 bladzijde 175 (10 min) klassikaal
Samen opdracht 1 doen blz 175 (5 min) klassikaal
Maken opdracht 2,3,4,5, 6 (50 min) individueel
Nakijken van de opdrachten (18 min) klassikaal
Afsluiten van de les (2 min) klassikaal 
Individueel werken mag alleen met muziek via je Chromebook(oordopjes), ik wil geen andere fratsen zien, anders is het muziek luisteren voorbij!

Slide 1 - Slide

Wat was ook alweer het verschil tussen een mening en een argument?

Slide 2 - Open question

Waar staat een conclusie en wat staat er in de conclusie?

Slide 3 - Open question

Wat valt er allemaal onder de opmaak van een tekst?

Slide 4 - Open question

Welke drie functies hebben afbeeldingen bij een tekst ?

Slide 5 - Open question

Waarom maakt een schrijver gebruik van overdrijven?

Slide 6 - Open question

Waarom maakt een schrijver gebruik van een understatement?

Slide 7 - Open question

Taalmiddelen: overdrijving
De schrijver laat iets extra opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is
Bijvoorbeeld: Het was een doodsaaie les

Een overdrijving is meestal een vorm van figuurlijk taalgebruik. De schrijver bedoelt niet letterlijk wat er staat. 

Slide 8 - Slide

Taalmiddel: understatement
De schrijver probeert iets wat heel geweldig of juist afschuwelijk is minder erg te maken of af te zwakken. Soms zijn de woorden om de situatie minder erg te laten lijken wat spottend bedoeld.
Bijvoorbeeld: Het zat Job niet echt mee toen hij zijn baan en zijn huis verloor (het was een ramp voor hem)
Je hebt een twee voor je toets. Je hebt dus wel een paar foutjes gemaakt. (je hebt veel fouten gemaakt)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat gaan we doen en hoe?
Terughalen lezen h5,6 (10 min) klassikaal
Activeren voorkennis woordenschat h5 (5 min) klassikaal
Uitleg woordenschat h5 bladzijde 175 (10 min) klassikaal
Samen opdracht 1 doen blz 175 (5 min) klassikaal
Maken opdracht 2,3,4,5, 6 (50 min) individueel
Nakijken van de opdrachten (18 min) klassikaal
Afsluiten van de les (2 min) klassikaal 
Individueel werken mag alleen met muziek via je Chromebook(oordopjes), ik wil geen andere fratsen zien, anders is het muziek luisteren voorbij!

Slide 11 - Slide