Rekenen basisvaardigheden

Basisvaardigheden rekenen
* optellen
*aftrekken
* vermenigvuldigen
*delen
1 / 54
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Basisvaardigheden rekenen
* optellen
*aftrekken
* vermenigvuldigen
*delen

Slide 1 - Slide

Decimale getallen zijn
A
puntgetallen
B
breukgetallen
C
kommagetallen

Slide 2 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
10
A
1,0
B
0,1
C
10/1
D
0,10

Slide 3 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
5
A
0,2
B
0,5
C
1,5
D
0,15

Slide 4 - Quiz

cirkel

Vierkant
Driehoek
Rechthoek
Ruit

Slide 5 - Drag question

lengte
gewicht
inhoud
gram
liter
meter

Slide 6 - Drag question

Zet van groot naar klein
grootste
kleinste
KM
hm
mm
cm
dam
dm
m

Slide 7 - Drag question

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 8 - Drag question

Lijngrafiek
Staafdiagram
Cirkeldiagram
Beeldgrafiek

Slide 9 - Drag question

Zet de eenheden van lengte van groot (links)  
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 10 - Drag question

Laten we oefenen.
Sleep het antwoord naar de juiste cirkel.
10%
50%
25%
20%
100%

Slide 11 - Drag question

15 meter
180 cm
50m-100m
15 km/u
1 liter
5 km/u

Slide 12 - Drag question

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 13 - Drag question

Gemiddelde temperatuur bij seizoen
Herfst
Zomer
Winter
Lente
17,5°C
11°C
4°C
10°C

Slide 14 - Drag question

piramide
cillinder
kegel
bol
balk
prisma
kubus

Slide 15 - Drag question

4 + 7
is een voorbeeld van
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
aftrekken
D
delen

Slide 16 - Quiz

106 - 88
is een voorbeeld van
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
aftrekken
D
delen

Slide 17 - Quiz

8099 : 55
is een voorbeeld van
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
aftrekken
D
delen

Slide 18 - Quiz

56 x 77
is een voorbeeld van
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
aftrekken
D
delen

Slide 19 - Quiz

Wat is 4 x 6?
A
10
B
16
C
24
D
30

Slide 20 - Quiz

Wat is 12 - 7?
A
2
B
5
C
3
D
9

Slide 21 - Quiz

Wat is 5 + 3?
A
8
B
4
C
10
D
6

Slide 22 - Quiz

Welk getal wijst de pijl aan op de getallenlijn?
A
808
B
809
C
880
D
890

Slide 23 - Quiz


Hoe groot zijn de sprongen op de getallenlijn?
A
sprongen van 10
B
sprongen van 100
C
sprongen van 500
D
sprongen van 1000

Slide 24 - Quiz

Welk getal hoort op de getallenlijn?

A
A = 33 B = 162
B
A = 27 B = 162
C
A = 27 B = 158
D
A = 33 B = 158

Slide 25 - Quiz

Lees het getal B af op de getallenlijn
A
0,2
B
1,2
C
0,4
D
1,4

Slide 26 - Quiz

Welk getal wijst de pijl aan op de getallenlijn?
A
36
B
37
C
38
D
39

Slide 27 - Quiz

welke deel is dit?
A
2/3
B
3/3
C
4/3
D
1/3

Slide 28 - Quiz

Wat is groter? Een vijfde deel of 2/10 deel
A
Een vijfde deel
B
2/10 deel
C
Is niet te vergelijken
D
Ze zijn even groot

Slide 29 - Quiz

welk deel is dit ?
A
3 8
B
4 8
C
3 9
D
4 9

Slide 30 - Quiz

3 delen van de 8 delen.
Hoe schrijf je dat in een breuk?
A
3/2
B
3/6
C
3/8
D
3/5

Slide 31 - Quiz

Welk deel is er over?
A
4/6
B
5/8
C
7/8
D
1/8

Slide 32 - Quiz

7 delen van de 9 delen.
Hoe schrijf je dat in een breuk?
A
4/5
B
5/7
C
7/9
D
3/5

Slide 33 - Quiz

1 deel van de 3 delen.

Hoe schrijf je dat in een breuk?
A
1/2
B
1/3
C
1/4

Slide 34 - Quiz

Welke deel is GROTER?

1/3 deel of 1/5 deel.

A
Alle stukken zijn even groot.
B
1/3 deel
C
1/5 deel

Slide 35 - Quiz

wat is meer?
1/4 deel of 2/3 deel
A
1/4
B
2/3

Slide 36 - Quiz

Welk deel is hier gekleurd?

Welk deel is hier gekleurd?
A
1/2 deel
B
1/4 deel
C
1/10 deel
D
4/1 deel

Slide 37 - Quiz



1/2 deel is ..................... dan 1/4 deel.
A
groter
B
kleiner

Slide 38 - Quiz

Getallenlijn

A
20 voor Chr.
B
20 na Chr.
C
30 voor Chr.
D
30 na Chr.

Slide 39 - Quiz

88 - 11 =
A
99
B
77
C
1098
D
105

Slide 40 - Quiz

55 x 6 =

Slide 41 - Open question

7 + 8 =

Slide 42 - Open question

56 - 18 =

Slide 43 - Open question

Kijk de volgende video voor uitleg over optellen

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Getallen tot en met 100 optellen en aftrekken op de getallenlijn
Zoek het juiste antwoord bij de som
23+30=...
46+20=...
18+30=...
43+20=...
53
48
66
63

Slide 46 - Drag question

Getallen tot en met 100 optellen en aftrekken op de getallenlijn
Zoek het juiste antwoord bij de som
48-20=...
26-10=...
66-20=...
53-30=...
28
46
16
23

Slide 47 - Drag question

Wat voor een antwoord krijg ik als ik 6 vermenigvuldig met 6
A
12
B
6
C
0
D
36

Slide 48 - Quiz

Keersom
2 x 14
A
27
B
26
C
29
D
28

Slide 49 - Quiz

Vermenigvuldigen
A
1+1=2
B
4:2=2
C
2-1=1
D
2x2=4

Slide 50 - Quiz

Wat betekent dit symbool?

:
A
Vermenigvuldigen
B
Delen

Slide 51 - Quiz

Keersommen
3x9
A
27
B
29

Slide 52 - Quiz

Wat hoort bij optellen?
A
iets wordt minder
B
keersommen
C
minsommen
D
erbij

Slide 53 - Quiz

Wat hoort bij minsommen?
A
optellen
B
keersommen
C
aftrekken
D
erbij

Slide 54 - Quiz