Periode 2 h/v les 5

Weer en klimaat les 5 
De koolstofkringloop en 
het (versterkte) broeikaseffect
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weer en klimaat les 5 
De koolstofkringloop en 
het (versterkte) broeikaseffect

Slide 1 - Slide

Weer en klimaat
Leerdoelen les 5
Na deze les: 
- Weet je wat CO₂ is en waarom het belangrijk is voor het leven op aarde.
- Weet je hoe de koolstofkringloop in elkaar zit.
- Weet je wat het natuurlijke broeikaseffect is.
- Weet je wat het versterkte broeikaseffect is.
- Kan je uileggen hoe het versterkte broeikaseffect zorgt voor de opwarming van de aarde.


Slide 2 - Slide


Welk landschap hoort bij dit klimaat?
A
Toendra
B
Woestijn
C
Savanne
D
Tropisch regenwoud

Slide 3 - Quiz

De koolstofkringloop
De atmosfeer bestaat uit een mengsel van gassen dat door de zwaartekracht aan de aarde is gebonden.
Zonder atmosfeer zou het leven op aarde niet mogelijk zijn.
78% stikstof 21% zuurstof en 0,03% CO2

Slide 4 - Slide

Fotosynthese
CO2 = koolstofdioxide
CO2 wordt door planten gebruikt voor fotosynthese

+ Zonlicht, CO2 en water
= zuurstof en suikers. 

Planten en bomen hebben CO2 nodig voor hun groei.
Dieren en mensen hebben O2 nodig om te leven

Slide 5 - Slide

Weer en klimaat
Fotosynthese is onderdeel van de koolstofkringloop!

Slide 6 - Slide

Koolstofkringloop 1:
Bomen, planten, mens en dier
Bomen/planten nemen CO2 op

Fotosynthese 

Dit levert zuurstof op.
Mensen en dieren ademen O2 in en ademen CO2 uit


Slide 7 - Slide

Koolstofkringloop 2: 
De oceaan
Plankton neemt CO2 op

Fotosynthese
CO2 wordt omgezet naar O2 (zuurstof).
Deel van de CO2 wordt opgenomen door de oceaan.



Slide 8 - Slide

Koolstofkringloop 3: Fossiele brandstoffen
Versteende resten van dode dieren en planten

Na miljoenen jaren kunnen hieruit fossiele brandstoffen als olie, aardgas en steenkool ontstaan.

Slide 9 - Slide

Koolstofkringloop: 
De industrie
De mens gebruikt de fossiele brandstoffen voor de industrie

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt er CO2 vrij, die weer opgenomen wordt door de atmosfeer. 

Slide 10 - Slide

Weer en klimaat
Er bestaan dus verschillende kringlopen

Slide 11 - Slide

Het broeikaseffect
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar

Slide 12 - Slide

Broeikaseffect
  • De atmosfeer ligt als een deken om de aarde heen en bevat allerlei gassen. 
  • Een aantal van die gassen noemen we 'broeikasgassen'. 
  • Door deze broeikasgassen kunnen wij als mensen leven op aarde.

Slide 13 - Slide

Broeikaseffect
  • Zonnestralen komen door de atmosfeer heen en verwarmen de aarde.
  • Bepaalde broeikasgassen (bv CO2) zorgen ervoor dat die warmte wordt     vastgehouden in de atmosfeer.
  • De aarde wordt een soort kas: deel van de wamte 
        wordt door de atmosfeer teruggekaatst op de aarde.

  • Zonder broeikaseffect zou het -18 graden op aarde zijn, en zouden mensen niet kunnen overleven. 

Slide 14 - Slide

Dit noemen we het NATUURLIJKE broeikaseffect 
Wat is het versterkte broeikaseffect?

Slide 15 - Slide

Het VERSTERKTE broeikaseffect
Verhoogde CO2 in de atmosfeer door:
- Sinds de industriele revolutie verbranden mensen steeds meer fossiele brandstoffen. Dit zorgt voor CO2 uitstoot.
- Mensen kappen steeds meer bossen. Hierdoor wordt er minder CO2 opgenomen door de bomen.
-  De steeds groter geworden veestapels zorgen voor veel CO2 uitstoot.

Gevolg: 
- De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor er meer warmte blijft hangen op aarde. 
                                                                             Dit noemen we het VERSTERKTE broeikaseffect.

Slide 16 - Slide

Versterkte broeikaseffect
Door de toename van CO2 in de atmosfeer, wordt het natuurlijke broeikaseffect versterkt. 

Er wordt veel meer warmte vastgehouden, en de aarde warmt op. 

Sinds 1880 is het 1,2 graden celsius warmer op aarde.

Slide 17 - Slide

Door CO2 in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.
D
Het afgeven van warmtestraling vanaf de maan naar de aarde.

Slide 18 - Quiz

Het 'gewone' broeikaseffect is hetzelfde als het versterkte broeikaseffect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 20 - Quiz

Het broeikaseffect is het opsluiten van hitte in de atmosfeer. Wat is niet waar over het broeikaseffect?
A
Door het broeikaseffect blijft de temperatuur stijgen waardoor er in de toekomst geen winters meer zijn
B
De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen; met name C02
C
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven op aarde mogelijk zijn
D
Mensen voegen teveel CO2 aan de atmosfeer toe waardoor de temperatuur blijft stijgen

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
  • Lees heel §3 door (blz 23 tot en met 26)
  • Maak alle opdrachten van §3 (op blz 27)
  • Werk verder aan het eindproduct!

Slide 22 - Slide