Didactiek LVF

Vorige les?
1 / 22
next
Slide 1: Mind map
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vorige les?

Slide 1 - Mind map

Hoe heet dit model?

Slide 2 - Open question

Wat betekent didactiek?
A
Vaardigheden die je nodig hebt om een ander iets bij te brengen
B
de onderwijskundige aanpak van de overdracht van kennis, vaardigheden en inzicht
C
doelstelling en begin situatie
D
het organiseren van onderwijs

Slide 3 - Quiz

Wat houdt een SMART-doel in?
A
Slimme doelen
B
Doelen die je evalueert
C
Situatie, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijd
D
Snel, mooi, artistiek, reuze leuk en top!

Slide 4 - Quiz

Doelen
Herhaling van begrippen
Je leert een beginsituatie beschrijven
Je kan SMART-doelen correct formuleren
Je leert verschillende didactische werkvormen 
Je  begrijpt het directe-instructiemodel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Beginsituatie
Korte omschrijving van
  het kind / kinderen / groep. 

Met welke aspecten ga je
rekening houden bij het uitvoeren van de les of 

activiteit?
                                                            
                                         tot 3.30


Slide 7 - Slide

Wat zou jij opschrijven in je beginsituatie over Tom?
- In welke ontwikkelingsfase zitten de leerling(en)?
- Welk gedrag kan je verwachten?
- Wat kennen en kunnen de kinderen al?
- Waar ga je extra rekening mee houden?



Slide 8 - Slide


Slide 9 - Open question

SMART-doelen schrijven

Slide 10 - Slide

SPECIFIEK gesteld of niet?
Het kind kan aan het eind van de les hoeveelheden ordenen.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Nee
Welke hoeveelheden? En hoe ordenen? 
Wel SMART geformuleerd:
Het kind ordent aan het eind van de les tot tenminste tien op 'meest' en 'minst'

Slide 12 - Slide

Welke beschrijving is meetbaar?
                       A                                                          B

Slide 13 - Slide

Welke beschrijving is meetbaar?
A
A
B
B

Slide 14 - Quiz

Welke beschrijving is acceptabel ?
           A                                                               B

Slide 15 - Slide

Welke beschrijving is acceptabel ?
A
A
B
B

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Didactisch model

Slide 18 - Slide

Directe-instructiemodel
Bij het geven van instructie kan je gebruik maken van het directe-instructiemodel. Je legt de stof uit, laat de kinderen ermee oefenen en daarna controleer je of ze het begrepen hebben.

Slide 19 - Slide

Didactische werkvormen

Slide 20 - Slide

Noem drie dingen op die je in deze les geleerd hebt.

Slide 21 - Open question

Volgende les
Leer je een inleiding, kern en slot van een les in een lesvoorbereidingsformulier schrijven.
Huiswerk: lees hoofdstuk 4 en 5.6

Slide 22 - Slide