Thema 6 Ecologie en duurzaamheid oefenvragen





Thema 6 ecologie en duurzaamheid
bvj  leerjaar 2
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson





Thema 6 ecologie en duurzaamheid
bvj  leerjaar 2

Slide 1 - Slide

Wat is ecologie?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme

Slide 2 - Quiz


Welke factoren zijn abiotisch?
A
regenbui, zandbodem, struikgewas
B
regenbui, zandbodem, wind
C
struikgewas, virussen, predatoren
D
predatoren, virussen, wind

Slide 3 - Quiz

In welk onderdeel van de voedselketen komen carnivoren voor?
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Carnicenten

Slide 4 - Quiz

Wat klopt betreft consumenten?
A
Consumenten hebben verschillende ordes
B
Consumenten maken zuurstof
C
Consumenten eten alleen planten
D
Consumenten bestaan uit schimmels.

Slide 5 - Quiz

Welke pijl ontbreekt in deze voedselkringloop?
A
Consumenten naar producenten
B
Producenten naar reducenten
C
Producenten naar consumenten
D
Producenten naar producenten

Slide 6 - Quiz

Hoe heet deze kringloop?

Slide 7 - Open question

Hoe worden alle abiotische factoren in een ecosysteem genoemd?

Slide 8 - Open question

Welke voedingsstof wordt in de stikstofkringloop opgebouwd en afgebroken?

Slide 9 - Open question

Wat is kenmerkend voor de samenlevingsvorm mutualisme?
A
Het ene organisme heeft voordeel en het andere geen nadeel
B
Beide organismen hebben voordeel van elkaar
C
Het ene organisme heeft voordeel en het andere nadeel.
D
Het ene organisme heeft geen voordeel en het andere nadeel.

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je een als in de landbouw op grote stukken grond landbouw wordt bedreven?
A
Uitputting
B
Biologische landbouw
C
Monocultuur
D
Bodemvervuiling

Slide 11 - Quiz

Wat is een goede uitleg betreft een voedselweb
A
Dat zijn verschillende organismen die in een gebied leven
B
Dat zijn meerdere voedselketens in een gebied die onderling ook weer een bepaalde connectie hebben
C
Dat zijn verschillende dieren die met elkaar in relaties staan doordat ze kunnen paren.
D
Dat zijn de organismen in een koolstogkringloop

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de 5 niveaus van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosysteem, biosfeer
C
populatie, individu, levensgemeenschap, biosfeer, ecosysteem.
D
individu, levensgemeenschap, populatie, ecosysteem, biosfeer.

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je een weergave van het energieniveau in een voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselkringloop
C
Voedselpiramide
D
Voedselnet

Slide 14 - Quiz

De pijl in een voedselketen/-web betekent.......
A
"heeft gegeten"
B
"gaat eten"
C
"eet"
D
"wordt gegeten door"

Slide 15 - Quiz

Drie schakels zijn in de afbeelding niet ingevuld. Welke van de volgende dieren kan in schakel 1 thuishoren?
A
Garnaal
B
kaaimankrokodil
C
algen

Slide 16 - Quiz

Afvaleters behoren tot de reducenten
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

In welke schakel van deze voedselpiramide van aantallen
is de biomassa het grootst?
A
havik
B
koolmees
C
rups
D
eik

Slide 18 - Quiz

Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren.
Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
Carnivoren
B
Herbivoren
C
Omnivoren

Slide 19 - Quiz

Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel

Slide 20 - Quiz

Welke poot in de afbeelding hiernaast is afkomstig van een loopvogel?
A
poot 1
B
poot 2
C
poot 3
D
poot 4

Slide 21 - Quiz

Tot welke vak behoren bacteriën?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 22 - Quiz

Tot welk vak behoren afvaleters die van dode panda's leven?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 23 - Quiz

Tot welke cirkel behoort bamboe?
A
cirkel P
B
cirkel Q
C
cirkel R

Slide 24 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van fotosynthese?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 25 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je organismen die zich niet voeden met andere organismen?

Slide 27 - Open question

Welke pijl geeft verbran-
ding door bacteriën en
schimmels weer?
A
2
B
4
C
6
D
9

Slide 28 - Quiz

In deze omgeving is de maximumtemperatuur
om te overleven
A
17 graden
B
25 graden
C
33 graden

Slide 29 - Quiz

Hoe wordt deze ophoping van gifstoffen genoemd?

Slide 30 - Open question

EINDE VAN DE QUIZ!!

Slide 31 - Slide