Les 7- herhaling

Herhaling H3
Lesplanning:
  1. Bespreken SO
  2. Klassikaal:
    - uitleg batterijen schakelen
    - opdracht schakeling Phet
    - gemengde schakeling
  3. Oefenen met gemengde schakelingen
  4. Herhaling vermogen en energie
  5. Oefentoets maken
  6. Quiz schakelingen
Volgende week CP
§3.1 t/m 3.4
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling H3
Lesplanning:
  1. Bespreken SO
  2. Klassikaal:
    - uitleg batterijen schakelen
    - opdracht schakeling Phet
    - gemengde schakeling
  3. Oefenen met gemengde schakelingen
  4. Herhaling vermogen en energie
  5. Oefentoets maken
  6. Quiz schakelingen
Volgende week CP
§3.1 t/m 3.4

Slide 1 - Slide

Les 6
Bespreken SO

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

  • Rlampje = Ulampje / Ilampje
                       
    = 8 / 0,046 = 173,9 Ω

  • Rtot = 150 + 173,9 = = 323,9 Ω

  • Utot = Rtot * Itot
               = 323,9 * 0,046 =14,9 V

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Felheid van lampjes
Batterijen schakelen
serie- en parallelschakeling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Batterijen in serie = spanningen optellen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Batterijen parallel 
De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.
De batterijen gaan wel
langer mee.
1,5 V  

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Opdracht:
Bouw een schakeling met
2 lampjes (10Ω) en 2 batterijen (9V)
die ...
  1. zoveel mogelijk licht geeft;
  2. zo min mogelijk licht geeft.


timer
5:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Printscreen van de schakeling die zoveel mogelijk licht geeft.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Serieschakeling
Des te meer lampjes je in serie aansluit op een spanningsbron des te                              branden de lampjes. Dit komt doordat de totale weerstand toeneemt, waardoor de stroomsterkte door de lampjes                               . 

Parallelschakeling
Wanneer je lampjes parallel aansluit blijven de lampjes      
                                   branden. De spanning en de stroomsterkte door de lampjes blijft dus gelijk.

  
...
...
...
feller
even fel
zwakker
toeneemt
afneemt

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Om een lampje feller te laten branden moet je batterijen                             aansluiten. 

  
...
in serie
parallel

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Gemengde schakeling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schakeling 1
Schakeling 2
Schakeling 3
Schakeling 4
Neem de schakeling over en bereken de gevraagde spanning, stroomsterkte of weerstand.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Energie 
en 
vermogen
E(J)=P(W)t(s)
E(kWh)=P(kW)t(h)
P(W)=U(V)I(A)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een radio met een interne weerstand van 500 Ohm heeft
8 kWh verbruikt. De radio is aangesloten op een spanning van 230 V.
Bereken hoeveel uur de radio aan heeft gestaan.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Gegevens
R = 500 Ohm
E = 8 kWh
U = 230 V
t = ?
Oplossing
       

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een elektrische kachel is aangesloten op 230 V en heeft twee verwarmingselementen R1 en R2. Het elektrisch vermogen van de kachel is:
0,50 kW als R1 is ingeschakeld, 1,0 kW als R2 is ingeschakeld en 1,5 kW als R1 en R2 zijn ingeschakeld.
Bereken de weerstand van R1.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

RR1 = ?
R=IU=...230
P = U * I
500 = 230 * I
I = 500 / 230 = 2,17 A
R=IU=2,17230=106Ω
R1 = ?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets maken
Voorbereide toets = oefenen!
Opgaven uit de studiewijzer of de oefentoets in je boek of de oefentoets in classroom.
timer
20:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

  1. UR2 = 5 V
  2. Itot = 0,7 A
  3. Utot = 7,2 V
  4. IR1 = 2 A
  5. UR2 = 4 V
  6. IR1 = 0,25 A
  7. UR2 = 16 V
  8. Rtot = 1,67 Ω


Schakelingenbingo

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

1. UR2 = 5 V
2. Itot = 0,7 
3. Utot = 7,2 V
4. IR1 = 2 A
5. UR2 = 4 V
6. IR1 = 0,25 A
7. UR2 = 16 V
8. Rtot = 1,67 Ω


Schakelingenbingo
  1.  
  2.  
  3.  
  4.  
  5.  
  6.  
  7.  
  8.  
     
  9. UR2 = 6V 
  10. RR2 = 4 Ω
  11. UR1 = 5 V 
  12. Itot = 1A
  13. Itot = 0,8 A
  14. IR1 = 0,75A
  15. RR2 = 0,86 Ω
  16. RR2 = 1,5 Ω

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

R (Ω)
U (V)
I (A)
Totaal
12
1,8
R1
10
R2
20
0,6
1,2
2
2,4
6,7
12
30

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions


King 
of the 
court
Max. 2 goede antwoorden

Slide 22 - Slide

  • Klas verdelen in vijf groepen
  • stations zijn de hoeken van de klas + voor het bord. 
  • Groep voor het bord kan punten scoren
  • Elke groep bij aflopen timer een antwoord in de lucht.
  • Als de groep voor het bord het fout heeft:
    - komt de groep die het goed heeft voor het bord. Als meerdere groepjes het goed hebben is de groep die het dichtstbij het bord staat (met de klok mee) aan de beurt. De andere groepjes schuiven een plek door.
    - als alle groepjes het fout hebben  wordt er doorgedraaid met de klok mee.
Over het eerste lampje staat een spanning van 10 V. Wat is de spanning van de spanningsbron?
A
2 V
B
10 V
C
40 V
D
50 V

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot is de spanning van spanningsbron U?
A
3 V
B
6 V
C
9 V
D
12 V

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De stroomsterkte in het linker lampje is 36mA
Wat is de stroomsterkte door het rechter lampje ?
A
36 mA
B
12 mA
C
9 mA
D
4 mA

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Bereken de de stroomsterkte door de spanningsbron.
A
3,6A
B
2,5A
C
22,5A
D
9,0A

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot is de stroomsterkte in deze schakeling?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De stroomsterkte
door de bovenste
weerstand is:
A
0,6 A
B
1,7 A
C
2 A
D
0,7 A

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De lampjes zijn identiek.
De totale stroomsterkte is 4,0 A.
Wat is dan de stroomsterkte door lampje A?

A
8,0 A
B
4,0 A
C
2,0 A
D
6,0 A

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


De lampjes in de schakeling zijn gelijk. Welke schakeling geeft meer licht?
A
Schakeling I
B
Schakeling II
C
Ze geven geen licht
D
Schakeling I en II

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Kees wilt drie lampjes parallel schakelen. Hierbij wilt hij dat ieder lampje apart aan of uit te zetten is door een schakelaar. Welk schakelschema moet Kees gebruiken?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de totale spanning?

A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet hier een serieschakeling van twee weerstanden en een spanningsbron. De spanning van de spanningsbron is 30 V. De weerstand R1 = 100 Ω en weerstand R2 = 200 Ω. Bereken de spanning over de weerstanden R1.
A
0,1 V
B
10 V
C
20 V
D
0,001 V

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

De batterij heeft een spanning van 12 V. Over de weerstand staat een spanning van 8 V. Hoeveel spanning zal er over het in serie geschakelde lampje staan?
A
12 V
B
8V
C
4V

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

De totale stroomsterkte is ...
A
0,6 A
B
0,3 A
C
0,2 A
D
0,15 A

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

De batterij levert een stroomsterkte van 450 mA
wat is de stroomsterkte door de lampjes (lampjes zijn gelijk)?
A
450 mA
B
150 mA
C
300 mA
D
1350 mA

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

De stroomsterkte bij het vraagteken is?
A
0 A
B
0.2 A
C
0.3 A
D
0.4 A

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

De stroomsterkte door de batterij is?
A
0.1 A
B
0.2 A
C
0.3 A
D
0.6 A

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Opgave 42
  • grootste stroomsterkte in stand ... 
  • grootste spanning in stand...
  • hardste blazen in stand ...

Slide 39 - Slide

This item has no instructions