Week 5 Standpunten en argumenten - deel 3

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1.Aanwezigheid

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in de tas. (Uit / stil.)
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond, mond leeg.
  • Schoolspullen op tafel: boek, laptop (gesloten), etui, pen en papier.
timer
1:00

Slide 3 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
1.Aanwezigheid

Slide 4 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Deze periode 


Sollicitatiebrief 

Maatschappelijk mondeling
Debat over een door ons gegeven onderwerp, dat jij vooraf gaat onderzoeken en voorbereiden
Hst 19/20 Kern
Lessonups
Instructies op Teams
Lees- en schrijfvaardigheid 
Proefwerk van 120 minuten 
Kern hst 2, 14, 15, 27, 28, 53, 54
Numo 
Formuleren naar 2F (>50%) 
Sollicitatiebrief 
CV van maatschappijkunde
Sturen naar mentor 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Agenda

Afmaken filmpjes
Onderwerp
Hoofdgedachte
Standpunt
Argument 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zoek en schrijf op in je schrift 
Onderwerp
Hoofdgedachte
Standpunt
Argument 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp 

Onderwerp =  waar een tekst over gaat

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.

  • een hele zin, maar geen vraagzin!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Standpunt + argumenten
In een debat ondersteunen mensen hun standpunt met argumenten. Een standpunt is je mening.

Een argument is een uitleg waarom iemand iets vindt.
Argumenten worden vaak aangegeven met één van deze woorden (signaalwoorden):

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Test jezelf in stilte
Schrijf de begrippen op in je schrift. Schrijf achter ieder begrip een korte uitleg. Je mag je aantekeningen van vorige les erbij pakken

1. standpunt
2. argument
3. feitelijk
4. signaalwoord
5. AUB

timer
3:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Argumenten
In een debat ondersteunen mensen hun standpunt met argumenten. 
Een argument is een uitleg waarom iemand iets vindt.
Argumenten worden vaak aangegeven met één van deze woorden (signaalwoorden):

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddel = AUB
Een argument wordt sterker als je het goed kunt uitleggen.

A (argument) + U (uitleg) + B (bijvoorbeeld)


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een argument een sterk argument?

Argumenten zijn feitelijk = je kunt ze testen of toetsen
Je kunt bronnen noemen 
Ze zijn lastig te weerleggen 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een argument een zwak argument?

Argumenten zijn niet-feitelijk (gevoel, mening etc.)
Je kunt geen bronnen of ander bewijs geven
Ze zijn heel makkelijk te weerleggen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Opdracht
Werkblad 
We lezen samen telkens een stukje 
Vervolgens vul je het werkblad in

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Je vult je mening in
Wel flexibel = 5 weken vakantie + 5 snipperdagen

Niet flexibel = 6 weken zomervakantie 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Als het goed is, weet je nu ...
wat een argument is en wanneer een argument sterk is of niet



heb je uit een stuk tekst een mening en argumenten gehaald

Slide 21 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions