GHA2 unit 1 lesson 4.2

Today!
Welcome 5 min
Writing 10 min
check homework 5 min
 all/ every/ each  10 min
assignments 15 min
homework 5 min
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Today!
Welcome 5 min
Writing 10 min
check homework 5 min
 all/ every/ each  10 min
assignments 15 min
homework 5 min

Slide 1 - Slide

Writing Prompt
For 4 minutes:

- Write about the members of your family. What are they like? What do they do?

"I will tell you something about my family. I live with....."
 

timer
6:00

Slide 2 - Slide

Check 
Unit 1
lesson 4
exercise 1-4

Let's discuss

Slide 3 - Slide

lesson goals
After this lesson you: 
- know when to use the words all/ every/ each 
- practised writing skills



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

All->alle / allemaal

All students have got a laptop.



Na all komt altijd meervoud!

Slide 6 - Slide

EVERY
elke / iedere / 3 of meer
(zonder uitzondering)

Every shop in town was closed.
I love every chocolate flavour!
Na every komt  enkelvoud


Slide 7 - Slide

EACH
elke (afzonderlijk)

Each piece of pizza is different.

Na each komt enkelvoud

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Practice 
all / every / each.

Make exercise 4 and 5
page 23 /24
finished: 
Make exercise 6 and 7  


Slide 10 - Slide

Present simple/ present continuous
Present simple? 

Present continuous? 

Do the exercises on the worksheet and check your work!! You may work together. 

Slide 11 - Slide

Homework
Study words studybox page 44/45
study grammar all/ every/ each page 45

Hand in writing prompt "My family"
(End of tomorrow's lesson) 

Slide 12 - Slide

Possesive of
Bij bezit van een levenloos object gebruik je …. of ….
Dit geldt voor zowel enkelvoud als meervoud

The legs of the table
The back of the car

Slide 13 - Slide

Possesive of
Je gebruikt …. of …. ook bij geografische locaties

The city of London
The capital of New Zealand

Slide 14 - Slide

Possesive 's of '

Bij bezit van een persoon of dier gebruik je ‘s of ‘
Let goed op wanneer je ‘s of ‘ gebruikt!




Slide 15 - Slide

Possesive '
Bij meervoud eindigend op –s gebruik je ‘
My parents’ car

Slide 16 - Slide

Possesive 's
Bij meervoud zonder –s gebruik je ‘s
The children’s book

Bij enkelvoud gebruik je ‘s
This is my friend’s house





Slide 17 - Slide

Possesive 's
Bij namen die niet eindigen op -s gebruik je 's
Sarah's phone
The butcher's (shop)

Bij een naam eindigend op –s gebruik je ‘s of ‘
James’s song
James’ song


Slide 18 - Slide

Possesive 's
Bij tijdsaanduiding gebruik je 's
Yesterday's newspaper

Slide 19 - Slide

All->alle / allemaal

All students have got a laptop.



Na all komt altijd meervoud!

Slide 20 - Slide

EVERY
elke / iedere / 3 of meer
(zonder uitzondering)

Every shop in town was closed.
I love every chocolate flavour!
Na every komt  enkelvoud


Slide 21 - Slide

EACH
elke (afzonderlijk)

Each piece of pizza is different.

Na each komt enkelvoud

Slide 22 - Slide