Van B1 naar B2 - Werkwoorden met vaste preposities

• NT2
• Beroepsopleiding

Werkwoorden met vaste preposities

Sommige werkwoorden hebben 2 mogelijke preposities.

houden ... iets / iemand

1. tegen
2. van
3. aan
4. voor

iets vragen ... iemand
2 mogelijke antwoorden

1. voor
2. van
3. aan
4. met

een brief schrijven ... een instantie
- 2 mogelijke preposities -

1. tegen
2. naar
3. over
4. aan

luisteren ... de radio

1. tegen
2. naar
3. over
4. aan

Dat herinnert me ... vroeger

1. tegen
2. aan
3. over
4. naar

... iets beslissen

1. aan
2. over
3. tegen
4. van

... de tekst blijkt dat het waar is.

1. Uit
2. Over
3. Tegen
4. Op

ophouden / stoppen ... iets

1. naar
2. aan
3. over
4. met

Dat leidt ... niets.

1. naar
2. aan
3. over
4. tot

iets leveren ... een firma

1. tot
2. aan
3. over
4. tegen

genieten ... iets

1. naar
2. aan
3. over
4. van

... buiten gaan

1. van
2. over
3. naar
4. om

iets zeggen ... iemand

1. tegen
2. bij
3. naar
4. voor

denken ... iets

1. tegen
2. in
3. naar
4. aan

wachten ... iets

1. bij
2. aan
3. op
4. tegen

lachen ... iets
- 2 mogelijke preposities -

1. om
2. aan
3. over
4. tegen

iemand helpen ... iets te doen

1. om
2. aan
3. over
4. bij

Ik hoop ... een mooie zomer

1. voor
2. over
3. op
4. naar

schrikken ... iets

1. aan
2. over
3. tegen
4. van

iets ... anderen delen

1. tegen
2. met
3. over
4. bij

doorgaan ... iets

1. tegen
2. met
3. over
4. van

zich beperken ... iets

1. tot
2. op
3. aan
4. met

ingaan ... een onderwerp / kwestie

1. tot
2. op
3. aan
4. met

Ik geeft toe ... hun eisen

1. tot
2. op
3. aan
4. tegen

iets vertellen ... iemand
- 2 mogelijke preposities -

1. tegen
2. bij
3. naar
4. aan

iets geven ... iemand

1. tegen
2. met
3. aan
4. naar

letten ... iets

1. bij
2. aan
3. op
4. tegen

geloven ... iets

1. tegen
2. aan
3. bij
4. in

iemand helpen ... de afwas

1. om
2. aan
3. over
4. met

pas ... het trapje!

1. voor
2. op
3. over
4. naar

zichzelf voorstellen ... iemand

1. voor
2. aan
3. tegen
4. naar

reageren ... iets

1. op
2. met
3. tegen
4. naar

... iets wijzen

1. naar
2. aan
3. uit
4. buiten

appels ... peren vergelijken

1. tegen
2. met
3. over
4. van

dromen ... iets
- 2 mogelijke preposities -

1. tegen
2. met
3. over
4. van

ergens ... rekenen

1. tot
2. op
3. aan
4. met

reageren ... iemand / iets

1. tot
2. op
3. aan
4. met

iemand ... het station brengen

1. tot
2. naar
3. vanwege
4. voor

beginnen ... iets
- 2 mogelijke preposities -

1. voor
2. van
3. aan
4. met

... iemand spreken ... iets

1. bij / over
2. met / aan
3. met / over
4. bij / aan

een brief schrijven ... een instantie
- 2 mogelijke preposities -

1. tegen
2. naar
3. over
4. aan

kijken ... tv-series

1. tegen
2. om
3. over
4. naar

Ik controleer mijn huiswerk ... fouten

1. voor
2. op
3. over
4. naar

Het menu bestaat ... vier gangen

1. om
2. over
3. uit
4. naar

stemmen ... een partij

1. tot
2. op
3. aan
4. met

zoeken ... iets

1. om
2. over
3. tegen
4. naar

iemand ... zijn jasje trekken

1. om
2. aan
3. uit
4. buiten

Hij behoort ... de elite van Nederland

1. tot
2. aan
3. over
4. tegen

trouwen ... iemand

1. tot
2. om
3. aan
4. met

zich voorbereiden ... iets

1. aan
2. over
3. tegen
4. op

wennen ... iets

1. naar
2. aan
3. over
4. met