Spelling donderdag 16 april

Spelling 16-4-2020
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Spelling 16-4-2020

Slide 1 - Slide

Lesdoel:

Ik kan woorden 
met een trema in het meervoud 
goed schrijven. 

Slide 2 - Slide

Welke woorden krijgen in het meervoud een trema?
A
opa
B
pinda
C
infectie
D
melodie

Slide 3 - Quiz

Welk woord krijgt een trema in het meervoud?
A
olie
B
functie
C
seconde
D
tafel

Slide 4 - Quiz

Welk woord krijgt een trema in het meervoud?
A
stoel
B
stoei
C
zee
D
dictee

Slide 5 - Quiz

Regel bij trema meervoud (schrijf dit voor jezelf op):
Woorden met een ee of ie aan het eind én een meervoud op -en krijgen een trema. 
- Bij woorden met een ee, schrijf ik er ën achter. Bijvoorbeeld zeeën, tweeën. 
- Bij woorden met een ie, schrijf ik er ën achter, behalve bij: bacteriën, koloniën, oliën, poriën, financiën. Daar komt alleen een n achter en een trema op de e. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoeveel had je er goed?

Slide 9 - Open question

Maak nu de werkbladen uit het spellingpakket met de datum van vandaag.

Kom je er niet uit, mail dan je vraag naar de leerkracht. 



Succes!

Slide 10 - Slide