Formuleren les 7 lijdende bedrijvende vorm

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lezen

Wat gaan we doen?

• Terugblik vorige les
  
• Schema kenmerken/aspecten Jip-en-Janneketaal bekijken
• Uitleg bedrijvende en lijdende zinnen
• Aan de slag met opdracht

Doel van de les:

- Je weet op welke aspecten je de schrijfstijl van een verhaal kunt analyseren.

- Je weet hoe je bedrijvende zinnen in de lijdende vorm kunt zetten en v.v.

Je kunt schrijfstijl analyseren op de volgende aspecten:

• Zinslengte
• Woordlengte
• Verbindingswoorden (nevenschikkend/onderschikkend)
• Volledige of onvolledige zinnen
• Vraagzinnen (met antwoord)
• Werkwoordstijden
• Directe of indirecte rede
• Actieve of passieve zinnen (bedrijvend of lijdend)
• ETC..

Bedrijvende (actieve) en lijdende (passieve) vorm.

Maak aantekeningen! 

De fietsenmaker repareert de fiets.

De fiets wordt gerepareerd door de fietsenmaker.

lijdende / bedrijvende vorm

lijdende vorm	bedrijvende vorm
onderwerp doet niets!	onderwerp is actief
er staat een vorm van worden of zijn in de zin
bv: De fiets wordt gerepareerd (door de fietsenmaker).	bv: De fietsenmaker repareert de fiets.

Bij het omzetten van de bedrijvende in de lijdende vorm, wordt het lv het ond !

Bedrijvende vorm

Lijdende vorm

Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht.

De bakker werd door de hond aangevallen.

Word jij later docent aardrijkskunde?

Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!

Heb jij al voor het proefwerk geleerd?

Lijdend of bedrijvend?

De docent kijkt de opdracht na.

1. Bedrijvend
2. Lijdend

Lijdend of bedrijvend?
Hij werd daarin bijgestaan door zijn assistent.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

Is deze zin lijdend of bedrijvend:
De hond kauwt op het bot

1. bedrijvend
2. lijdend

Bedrijvend of lijdend?
De vuurpijl zou afgeschoten worden.

1. bedrijvend
2. lijdend

bedrijvend of lijdend?
Door de overheid werd een vuurwerkverbod afgegeven.

1. bedrijvend
2. lijdend

Lijdende of bedrijvende vorm?
De inbreker neemt dure sieraden mee.

1. Lijdende vorm
2. Bedrijvende vorm

Is de zin lijdend of bedrijvend?

In dit café wordt niet gevochten.

1. lijdend
2. bedrijvend

Lijdend of bedrijvend?
Hij is naar huis gegaan.

1. lijdend
2. bedrijvend

Bedrijvend of lijdend?
Het eindexamen is erg moeilijk.

1. Bedrijvende vorm
2. Lijdende vorm

De menigte werd door de politie verspreid.
lijdend of bedrijvend?

1. lijdend
2. bedrijvend

Aan de slag met opdr 7