scheikunde lj4 molariteit
Wat is de eenheid van molariteit?
A
mol
B
g/L
C
mol/L
D
L/mol
1 / 13
Items in this lesson
Wat is de eenheid van molariteit?
A
mol
B
g/L
C
mol/L
D
L/mol
Slide 1 - Quiz
Wat is het symbool van de grootheid molariteit?
A
n
B
m
C
V
D
M
Slide 2 - Quiz
Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit.
Proef I: Ik voeg 100 mL water toe. Wat gebeurt er met de molariteit?
A
De molariteit blijft gelijk
B
De molariteit wordt groter
C
De molariteit wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten
Slide 3 - Quiz
Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit.
Proef II: Ik schenk 50 mL van de oplossing weg. Wat gebeurt er met de molariteit?
A
De molariteit blijft gelijk
B
De molariteit wordt groter
C
De molariteit wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten
Slide 4 - Quiz
Ik heb een oplossing van een kleurstof in water met een bepaalde molariteit.
Proef III: Ik damp 50 mL van de beginoplossing in totdat er nog maar 25 mL over is. Wat gebeurt er met de molariteit?
A
De molariteit blijft gelijk
B
De molariteit wordt groter
C
De molariteit wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten
Slide 5 - Quiz
Als er 5 g C6H12O6 wordt opgelost in 25 ml, wat is dan de molariteit van C6H12O6?
Slide 6 - Open question
Hoeveel gram NaCl moet ik oplossen in 100 ml om een molariteit te krijgen van 0,3 molair NaCl?
Slide 7 - Open question
Als ik 5,5 g NaCl oplos in 400 ml wat wordt dan [Cl-]?
Slide 8 - Open question
Als ik 230 g Mg(NO3)2 oplos in 800 ml wat wordt dan [NO3 -]
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
maak de vraag van het whitebord
Slide 11 - Open question
maak de vraag van het whitebord
Slide 12 - Open question
maak de vraag van het whitebord
