3mfa2 - DT5 - les 3

3mfa2 - DT5 - les 3
1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3mfa2 - DT5 - les 3

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Herhaling imparfait (bron C, p.58 TB
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord (bron H, p.64 TB)

Slide 2 - Slide

Herhaling grammatica
imparfait, bron C, p.58 TB

Slide 3 - Slide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
-ais
-ais
-ait
-aient
-ions
-iez

Slide 4 - Drag question

Stap 1: om de imparfait te maken,
neem je...
A
de uitgang van de présent
B
de nous-vorm in de passé composé
C
de nous-vorm in de présent
D
de stam van onregelmatige w.w.

Slide 5 - Quiz

Stap 2: vervolgens haal je...
A
de stam eraf, en houd je -ons over
B
-ons eraf, en houd je de stam over
C
de uitgang eraf, en houd je de présent over
D
het w.w. eraf, en houd je het onderwerp over

Slide 6 - Quiz

Stap 3: dan plak je...
A
de juiste stam ervoor
B
het hulpwerkwoord erbij
C
de juiste persoon ervoor
D
de juiste uitgang erachter

Slide 7 - Quiz

Let op!
Alleen bij dit werkwoord gebruik je NIET de nous-vorm:
A
être
B
parler
C
faire
D
avoir

Slide 8 - Quiz

De uitgangen van de imparfait zijn:
A
-s, -s, -e, -ons, -ez, -ent
B
-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient
C
-is, -is, -it, -issons,-issez, -issent
D
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent

Slide 9 - Quiz

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait:

(avoir) Elle .... envie de sa fête?

Slide 10 - Open question

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait:

(inviter) Oui, j'..... tous mes amis

Slide 11 - Open question

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait:

(regarder) Nous ..... un film d'action ensemble

Slide 12 - Open question

Grammatica
bijvoeglijk naamwoord, bron H, p.64 TB

(bijbehorende opdrachten: 30, 31, 32 WB)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke vorm van het BVNW?

Elle adore les sports...
A
dangereux
B
dangereuses

Slide 19 - Quiz

Welke vorm van het BVNW?

Elle est d'origine ...
A
italien
B
italienne

Slide 20 - Quiz

Welke vorm van het BVNW?

J'habite dans une ... maison ....
A
grand maison blanc
B
grande maison blanche
C
grandes maison blanches
D
grands maison blancs

Slide 21 - Quiz

Welke vorm van het BVNW?
(nouveau)
Mon frère a une .... guitare électrique

Slide 22 - Open question

Welke vorm van het BVNW?
(gros)
Nous avons un ... chien ...
A
ervoor
B
erachter

Slide 23 - Quiz

Welke plaats van het BVNW?
(amoureuse)
Tu as vu la ... fille ...
A
ervoor
B
erachter

Slide 24 - Quiz

Welke plaats van het BVNW?

Il a des ... chaussures ...
A
nouvelles sportives chaussures
B
sportives chaussures nouvelles
C
nouvelles chaussures sportives
D
chaussures nouvelles sportives

Slide 25 - Quiz

Welke vorm en plaats van het BVNW?
(groot)
Elle est une ... fan ...

Slide 26 - Open question

Welke vorm en plaats van het BVNW?
(Frans)
Il écoute une ... chanson...

Slide 27 - Open question

Welke vorm en plaats van het BVNW?
(sportief)
Ils sont des ... garçons ...

Slide 28 - Open question

FIN!
Zijn er nog vragen? 
Typ ze dan in de chat. 

Slide 29 - Slide