1.0 paragraaf 1 soorten krachten H10 krachten

leerdoelen leerjaar 4
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

leerdoelen leerjaar 4

Slide 1 - Slide

- je kent het aangrijppunt en de richting van in ieder geval de volgende krachten: zwaartekracht, normaalkracht, spankracht, veerkracht en normaalkracht.

-Je kunt zelf een geschikte schaal kiezen en rekenen met een schaalfactor (1 cm : ... N)

-Je kunt krachten tekenen met de juiste grootte, richting, aangrijpingspunt

-Je kunt rekenen met de formule van de zwaartekracht

- je kunt de juiste eenheid koppelen aan de juiste grootheid. Je kunt dus de eenheid van massa en de eenheid van gewicht benoemen.

Slide 2 - Slide

paragraaf 1 soorten kracht

Slide 3 - Slide

paragraaf 1 soorten kracht
Met een krachtenschaal kan van de 
grootte (lengte van de pijl) van de kracht een
aantal Newton worden gemaakt.
Bijv: 1 cm komt overeen met 100N.
Een pijl van 4 cm is dan 400 N.

(Optimaal is een pijl tussen de 4,0-10,0cm)

Slide 4 - Slide

krachtenschaal kiezen
wanneer je een kracht gaat tekenen, dan moet deze pijl niet te klein of te groot zijn, omdat het anders te veel gepriegel wordt of de pijl niet op je blaadje past. het meest ideale is een pijl tussen de 4-10cm. iets groter of kleiner mag, maar niet te veel! een pijl kleiner dan 3cm of groter dan 10 is niet ideaal.

Slide 5 - Slide

Wanneer de krachtenschaal 1,0 cm : 25N is. Hoe groot is een kracht van 6,7cm dan? (Rond indien nodig af op 1 decimaal en geef de eenheid)

Slide 6 - Open question

stel je wilt een kracht tekenen van 250N, welke krachtenschaal is dan het meest geschikt?
A
1 cm : 10 N
B
1 cm : 20 N
C
1 cm : 50 N
D
1cm : 100N

Slide 7 - Quiz

een pijl van 4,5cm stelt 270N voor. Wat is hier de krachtenschaal? 1,0cm : ..........N (alleen het getal)

Slide 8 - Open question

paragraaf 1 soorten kracht

er zijn vele soorten krachten, o.a. zwaartekracht (Fz), normaalkracht (Fn), spierkracht (Fspier), spankracht (Fs), veerkracht (Fv) en wrijvingskracht (Fw) en magnetische krachten (Fm).


kracht (F) meet men in newton (N)


iedere kracht heeft een aangrijppunt 

(punt waar de kracht begint met werken), 

grootte (lengte van de pijl. hoe groter de pijl,

des te groter de kracht) en richting.

Slide 9 - Slide

paragraaf 1 soorten kracht
Wanneer een voorwerp door de (zwaarte)kracht op een ondergrond drukt,
drukt de ondergrond terug. Deze kracht van een ondergrond
noemen we de normaalkracht, Fn. Bij een horizontaal vlak is de
normaalkracht (vaak) even groot, maar tegengesteld aan de zwaartekracht (Fz).

Wanneer een voorwerp door een kracht aan een touw of staaf trekt of duwt, dan 
trekt of duwt de staaf terug. Deze kracht noemen 
we de spankracht, Fs. De spankracht werkt OVERAL in het touw
en is OVERAL even groot.

Slide 10 - Slide

In welke afbeelding is het aangrijppunt van de zwaartekracht op de zak cement en het aangrijppunt van de spierkracht op de zak cement goed weergegeven?
A
in afbeelding A
B
in afbeelding B
C
in afbeelding C
D
in afbeelding D

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

paragraaf 1 soorten kracht
10
Fz = m x g

m = Fz / g

g = Fz / m

Slide 13 - Slide

Met welke letter korten we de grootheid kracht af?
A
g
B
k
C
F
D
C

Slide 14 - Quiz

Met welke letter korten we de grootheid gravitatieconstante af?
A
g
B
k
C
F
D
C

Slide 15 - Quiz

g is op aarde altijd…..
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 16 - Quiz

De formule voor het berekenen van de zwaartekracht is…
A
Fz = m / g
B
Fz = g / m
C
Fz = m x g
D
Fz = m x 10

Slide 17 - Quiz

voorbeeldsom zwaartekracht
Sabine heeft een massa van 62kg. 
Sabine bevindt zich op aarde. 
Hoe groot is de zwaartekracht die op Sabine werkt?

Slide 18 - Slide

voorbeeldsom zwaartekracht
Sabine heeft een massa van 62kg. 
Sabine bevindt zich op aarde. 
Hoe groot is de zwaartekracht die op Sabine werkt?

A.) noteer de letter waarmee massa wordt afgekort. (gebruik eventueel de vorige dia om te "spieken") noteer  hier de waarde voor de massa achter, zoals in de som is gegeven.
B.) Sabine bevindt zich op aarde. noteer de letter waarmee gravitatieversnelling wordt afgekort (gebruik eventueel de vorige dia om te "spieken"). noteer hier achter de waarde voor de gravitatieversnelling op aarde. deze staat niet in de som, omdat deze op aarde altijd een vaste waarde heeft (zie vorige dia).
C.) noteer de Letter waarmee zwaartekracht wordt afgekort (gebruik eventueel de vorige dia om te "spieken"). 
D.) noteer de formule waarmee je de zwaartekracht uit kunt rekenen, zorg dat de letter die je bij vraag C.) hebt opgeschreven vooraan staat ("spiek" eventueel op de vorige dia).
E.) vul de formule in door de juiste getallen op de juiste plaats in te vullen.

Slide 19 - Slide

voorbeeldsom zwaartekracht
Sabine heeft een massa van 62kg. Sabine bevindt zich op aarde. Hoe groot is de zwaartekracht die op Sabine werkt?

A.) m = 62kg
B.) g = 10 m/s^2
C.) Fz = ? N. 
D.) Fz = m x g
E.) Fz = 62 x 10 = 620N

Slide 20 - Slide

Op aarde werkt zwaartekracht. Hoe groot deze kracht is kun je berekenen met Fz = m x g
m = massa in kg
g = aantrekkingskracht van de aarde = 10
Minke heeft een massa van 45kg Hoe groot is de zwaartekracht op Minke?

Slide 21 - Open question

Manon heeft een massa van 56,3kg. Hoe groot is de zwaartekracht die op haar werkt op aarde in Newton? Noteer alleen het getal.

Slide 22 - Open question

jason heeft een massa van 83,7kg. Hoe groot is de zwaartekracht die op hem werkt op aarde? geef je antwoord inclusief eenheid

Slide 23 - Open question


Shiva heeft een massa van 78kg Hoe groot is de zwaartekracht op shiva?

Slide 24 - Open question

voorbeeldsom Fz
Op Tobias werkt een zwaartekracht van 131N. 
Tobias bevindt zich op de maan. 
Bereken hoe groot de massa van Tobias is.


Slide 25 - Slide

voorbeeldsom Fz
Op Tobias werkt een zwaartekracht van 131N. 
Tobias bevindt zich op de maan. 
Bereken hoe groot de massa van Tobias is.

A.) noteer de letter waarmee zwaartekracht wordt afgekort. (gebruik eventueel de groene dia aan het begin om te "spieken") noteer  hier de waarde voor de zwaartekracht achter, zoals in de som is gegeven.
B.) Tobias bevindt zich op de maan.. noteer de letter waarmee gravitatieversnelling wordt afgekort (gebruik eventueel de groene dia aan het begin om te "spieken"). noteer hier achter de waarde voor de gravitatieversnelling op de maan , deze staat niet in de som, omdat deze op de maan altijd een vaste waarde heeft (zoek deze op in BINAS). 
C.) noteer de Letter waarmee massa wordt afgekort (gebruik eventueel de groene dia aan het begin om te "spieken"). 
D.) noteer de formule waarmee je de massa uit kunt rekenen, zorg dat de letter die je bij vraag C.) hebt opgeschreven vooraan staat ("spiek" eventueel op de groene dia aan het begin).
E.) vul de formule in door de juiste getallen op de juiste plaats in te vullen.

Slide 26 - Slide

voorbeeldsom Fz
Op Tobias werkt een zwaartekracht van 131N. Tobia bevindt zich op de maan. Bereken hoe groot de massa van Tobias is.

A.) Fz = 131N
B.) g = 1,62 m/s^2 (tabel 1 veel gebruikte waarden in  BiNAS bovenste regel)
C.) m = ? kg
D.) m = Fz / g
E.) m = 131 / 1,62 = 80,9kg

Slide 27 - Slide

Op Kailani werkt een zwaartekracht van 280,5N. Kailani bevindt zich op mars (g = 3,74m/s^2). Bereken de massa van Kailani in kg. Noteer alleen het getal.

Slide 28 - Open question

voorbeeldsom gravitatieversnelling
Op Andre werkt een zwaartekracht van 355,3N. 
Andre bevindt zich op mars. de massa van Andre is 95,0kg.
Bereken hoe groot de gravitatieversnelling op mars is.


Slide 29 - Slide

voorbeeldsom gravitatieversnelling
Op Andre werkt een zwaartekracht van 355,3N. 
Andre bevindt zich op mars. de massa van Andre is 95,0kg.
Bereken hoe groot de gravitatieversnelling op mars is.

A.) noteer de letter waarmee zwaartekracht wordt afgekort. (gebruik eventueel de groene dia aan het begin om te "spieken") noteer  hier de waarde voor de zwaartekracht achter, zoals in de som is gegeven.
B.) noteer de letter waarmee massa wordt afgekort (gebruik eventueel de groene dia aan het begin om te "spieken"). noteer hier achter de waarde voor de massa van Andre zoals deze in de som staat.
C.) noteer de Letter waarmee gravitatieversnelling  wordt afgekort (gebruik eventueel de groene dia aan het begin om te "spieken"). 
D.) noteer de formule waarmee je de gravitatieversnelling uit kunt rekenen, zorg dat de letter die je bij vraag C.) hebt opgeschreven vooraan staat ("spiek" eventueel op de groene dia aan het begin).
E.) vul de formule in door de juiste getallen op de juiste plaats in te vullen.

Slide 30 - Slide

voorbeeldsom gravitatieversnelling
Op Andre werkt een zwaartekracht van 355,3N. Andre bevindt zich op mars. de massa van Andre is 95,0kg.. Bereken hoe groot de gravitatieversnelling op mars is.

A.) Fz = 355,3N
B.) m = 95,0kg
C.) g = ? m/s^2
D.) g = Fz / m 
E.) g = 355,3 / 95,0 = 3,74 m/s^2

Slide 31 - Slide

Sharon bevindt zich op een onbekend hemellichaam. De zwaartekracht die op Sharon werkt is 20N. De massa van Sharon is 50kg. Op Welke planeet bevindt Sharon zich? Gebruik de afbeelding hiernaast. TIP BEREKEN EERST g!
A
Mercurius
B
Jupiter
C
Neptunus
D
Pluto

Slide 32 - Quiz

Zelfstandig

Slide 33 - Slide

paragraaf 1 soorten kracht
Krachten zelf zijn niet zichtbaar, je ziet alleen het effect van een kracht. Dit kan zijn:

1.) Snelheidverandering (te zien aan de verplaatsing)
2.) Vervorming (wat ook een soort verplaatsing is), deze kan plastisch (blijvend) of elastisch (tijdelijk) zijn.

Slide 34 - Slide

aan welke 2 dingen kun je zien dat er een kracht aan het werk is?

Slide 35 - Open question

In de afbeelding zie je een racket die een bal raakt. Welk effect ondervindt de bal van de kracht van het racket?
A
De bal vervormt
B
De bal verandert van snelheid
C
De bal verandert van snelheid en vervormt
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 36 - Quiz

Is de vervorming uit de afbeelding hiernaast plastisch of elastisch?

Slide 37 - Open question

Is de vervorming uit de afbeelding hiernaast plastisch of elastisch?

Slide 38 - Open question

paragraaf 1 soorten kracht

De zwaartekracht grijpt altijd aan in het massamiddelpunt van een voorwerp, persoon of dier.

het massamiddelpunt bevindt zich (zoals het woord al doet vermoeden) in het midden van alle massa van een voorwerp. Bij wiskundige figuren is dit middelpunt heel precies te vinden/aan te geven d.m.v. het aanbrengen van symmetrielijnen (zie afbeelding hieronder waar alle lijnen kruisen, dat is het massamiddelpunt). bij sterk onregelmatige figuren dien je dit zo nauwkeurig mogelijk te schatten. Het massamiddelpunt kan ook buiten een object liggen. (zie massamiddelpunt van de voor over gebogen mens en de letter O)



De zwaartekracht grijpt altijd aan in het massamiddelpunt (zwaartepunt) van een voorwerp, persoon of dier en werkt loodrecht naar beneden! het massamiddelpunt bevindt zich (zoals het woord al doet vermoeden) in het midden van alle massa van een voorwerp. Bij wiskundige figuren is dit middelpunt heel precies te vinden/aan te geven d.m.v. het aanbrengen van symmetrielijnen (zie afbeelding hieronder waar alle lijnen kruisen, dat is het massamiddelpunt). bij sterk onregelmatige figuren dien je dit zo nauwkeurig mogelijk te schatten. Het massamiddelpunt kan ook buiten een object liggen. (zie massamiddelpunt van de voor over gebogen mens en de letter O)

Slide 39 - Slide

Met rood is het massamiddelpunt/zwaartepunt aangegeven in 3 voorwerpen. Bij welk voorwerp is dit juist gedaan?
A
de cirkel
B
de driehoek
C
het vierkant
D
geen van allen

Slide 40 - Quiz

Het donkere deel van het voorwerp uit de afbeelding is gemaakt van lood (dichtheid 11,35g/cm^3) het licht deel van aluminium (dichtheid 2,7g/cm^3) waar ligt het massamiddelpunt?
A
(Iets) links van het midden
B
In het midden
C
(Iets) rechts van het midden
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 41 - Quiz

waarschuwing!
soms verschilt het gebruik van bepaalde woorden of begrippen in de spreektaal ten opzichte van de vaktaal. (Buiten school zeg je soms woorden die op school een andere betekenis hebben. zo ook voor het begrip gewicht!)

zo ben je thuis wellicht gewend te zeggen als je op de weegschaal staat: "jeetje! mijn gewicht is toegenomen! mijn gewicht is 70kg!". (fout!)

Op school bij het vak natuurkunde is dit fout! daar moet je zeggen: "mijn massa is 70kg." of "mijn gewicht is 700N".

gewicht is namelijk een kracht die je net als iedere andere kracht uitdrukt in newton en NIET in kg.

Slide 42 - Slide

gewicht uitgelegd
Gewicht is de kracht die de ondergrond voelt. Gewicht is een kracht en meet je dus net als alle andere krachten in Newton (NIET in kg!). Vaak is deze kracht afkomstig van de zwaartekracht. Bijv. als ik op de vloer van mijn huis sta. Er werkt zwaartekracht op mij. De zwaartekracht trekt mij naar beneden, maar de grond houd mij in rust. De grond voelt mijn lichaam duwen, dit noem je gewicht. Gewicht wordt dus vaak veroorzaakt door zwaartekracht. In dat geval is gewicht dus even groot als de zwaartekracht. zwaartekracht bereken je door: Fz = m x g dus gewicht is vaak: Fg = m x g.

Slide 43 - Slide

gewichtsloos deel 1
Gewicht is de kracht die de ondergrond voelt, dus zonder ondergrond ook geen gewicht! als iemand dus van een bankje af springt of uit een raam valt en zich tijdelijk even in de lucht bevindt (geen ondergrond), dan is die persoon zijn gewicht 0N. Je kunt dus gewichtsloos zijn!!

Slide 44 - Slide

gewichtsloos deel 2
Gewicht is de kracht die de ondergrond voelt. Vaak wordt deze kracht veroorzaakt door de zwaartekracht. Gewicht is in dat geval dus gelijk aan de zwaartekracht, wat nu als er geen zwaartekracht werkt, zoals in de ruimte? Zonder zwaartekracht is je gewicht dus ook 0N. In de ruimte ben je dus ook gewichtsloos!

Slide 45 - Slide

massa en gewicht
massa (in kg): 

massa zijn de deeltjes waaruit een persoon, dier of voorwerp is opgebouwd. Je meet massa altijd in gram of kilogram. Massa is constant (op aarde, jupiter, mars etc). Je kunt NOOIT massaloos zijn.

gewicht (in newton):

Gewicht  is de kracht die de ondergrond voelt. Vaak wordt de kracht op een ondergrond veroorzaakt door de zwaartekracht. Gewicht is dan ook vaak even groot als de zwaartekracht.

je bent gewichtloos als:

1.) als er geen ondergrond is. (bijv. als je ergens vanaf springt, dan bevindt jij je even in de lucht zonder ondergrond)
2.) als de zwaartekracht 0N is (ruimte bijv.)

Slide 46 - Slide

Gewicht meet je in....
A
Kg
B
N
C
M/s^2

Slide 47 - Quiz

Djotti (65kg) bevindt zich op aarde. Zij staat met 2 benen op de grond. Welke uitspraak over djotti is waar?
A
Djotti haar gewicht is 65kg
B
Djotti haar gewicht is 650N
C
Djotti haar gewicht is 0N
D
Dat kun je niet zeggen.

Slide 48 - Quiz

Maaike (45kg) bevindt zich op aarde. Zij springt in de lucht Welke uitspraak over Maaike op het hoogste punt van haar sprong is waar?
A
Maaike is even massaloos
B
Maaike haar gewicht is 450N
C
Maaike is even gewichtloos
D
Dat kun je niet zeggen.

Slide 49 - Quiz

Juist of onjuist:

uitspraak 1: Sam is uit het raam op de eerste verdieping gevallen. Tijdens die val was Sam zijn gewicht 0N.
Uitspraak 2: Sam heeft een massa van 50kg. Toen Sam weer op de grond lag was Sam zijn gewicht 500N.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 50 - Quiz

Normaalkracht
Wanneer een voorwerp door een kracht op een ondergrond drukt,
drukt de ondergrond terug. Deze kracht van een ondergrond
noemen we de normaalkracht, Fn. Bij een horizontaal vlak is de
normaalkracht  even groot (maar tegengesteld aan) de zwaartekracht (Fz).

Wanneer een voorwerp door een kracht aan een touw of staaf trekt (of duwt), 
trekt of duwt de staaf terug. Deze kracht noemen 
we de spankracht, Fs. De spankracht werkt OVERAL in het touw
en is OVERAL even groot.

Slide 51 - Slide

Zwaartekracht werkt altijd vanuit het massamiddelpunt van een voorwerp. Deze kracht werkt recht naar beneden. 

Normaalkracht is de kracht die een ondergrond (bijv. Een tafel) levert. (De tafel duwt terug). De normaalkracht werkt altijd vanaf het contactoppervlak van het voorwerp en de ondergrond en staat loodrecht op de ondergrond.

Slide 52 - Slide

Noem 2 krachten die werken op een doos die op een ondergrond rust

Slide 53 - Open question