This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bevoorrecht of niet?
Slide 1 - Slide
Hou in je filosofieschrift bij hoe vaak je de vraag met 'Ja' beantwoord.
Slide 2 - Slide
Zijn jouw ouders gescheiden?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Ik mag de kleding kopen die ik wil, het merk of de prijs maakt daarbij niet uit.
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Mijn ouders hebben allebei de Nederlandse nationaliteit
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Ik ben goed in Rennen.
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Mijn ouders helpen mij bij mijn huiswerk, als ik dat wil of nodig heb.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Ik mag iedere sport beoefenen die ik wil.
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Ik heb een fijne jeugd
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Ik heb een gezond lichaam, zonder lichamelijke gebreken.
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Wij gaan meerdere keren per jaar op vakantie of een weekendje weg
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Ik kan en mag eten wat en wanneer ik wil.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Tel nu hoe vaak jij een vraag met 'ja' beantwoord hebt
Slide 13 - Slide
Stel dat we nu op een atletiekbaan hadden gestaan: Bij elke Ja mocht je een stap naar voren zetten. Na de tiende vraag moet je gelijk keihard gaan rennen om als eerste over de finisch te komen.
Slide 14 - Slide
Is dit een eerlijke wedstrijd?Waarom wel of niet?
Slide 15 - Mind map
De prijs bij winnen is 200 Euro, zou jij gaan rennen? Waarom wel of niet?
Slide 16 - Mind map
Had iedereen gelijke kansen om te winnen? leg uit waarom.
Slide 17 - Open question
Ook al had je de minste keer met ja geantwoord, had je dan toch nog kunnen winnen?