Nederlands Grammatica

Nederlands
  1. Lezen
  2. Taal creatief
  3.  Grammatica & Spelling 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
  1. Lezen
  2. Taal creatief
  3.  Grammatica & Spelling 

Slide 1 - Slide

Woordsoorten 
Groepje van 4
Om de beurt een woordsoort!
Zoveel mogelijk

Slide 2 - Slide

Zinsdelen
Groepje van 4
Om de beurt een zinsdeel!
Zoveel mogelijk!

Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde

Dat was een leuke vakantie!

In deze zin is leuke een bijvoeglijk naamwoord. 
Het bijvoeglijk naamwoord leuke geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord vakantie.

Slide 4 - Slide

Zo herken je een bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord kan vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan:

Dat was een leuke vakantie. 
De vakantie was leuk. 
 Helaas is de leuke vakantie voorbij.



Slide 5 - Slide

Zinsdelen

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm
  • altijd een werkwoord
  • maak de zin vragend, dan vooraan de zin
  • Achter woorden als wie, wat , waar, waarom! 

Slide 7 - Slide

Onderwerp
  1. zoek de pv
  2. Wie of wat pv?
  3. Het antwoord is het onderwerp 

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp


Wie / wat + persoonsvorm +onderwerp=

lijdend voorwerp

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Ik weet wat een zelfstandig naam
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll