Leerjaar 1 Periode 4 Biologie

1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Deze dia betreft H13.1 en 13.2.
Ingaan op de indeling van de microbiologie in het algemeen. 
Wetenschap: 
Microbiologie opgedeeld in 4 'afdelingen'
1:  Bacteriologie 
2: Parasitologie
3: Mycologie
4: Virologie. 

Virologie past niet in schema. Virussen voldoen niet aan de 5 kenmerken van het leven. 
Deze kenmerken zijn:
1: Reactie op de omgeving
2: Opgebouwd uit cellen
3: Voortplanting
4: Stofwisseling
5: Groei

Bacteriologie is omcirkeld omdat hier verder op ingegaan wordt. 
Herhaling: H13. 3 Bouw van  bacteriën
Log in met de code van de les en doe mee.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zijn bacteriën
pro of eukaryoten?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tot welk rijk worden bacteriën gerekend?
A
Fungi
B
Planten
C
Protisten
D
Moneren

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

I: Een kapsel beschermt de bacterie tegen fagocytose
II: Beweeglijke bacteriën bezitten pili en flagellen
A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van de bacterie bevat peptidoglycaan?
A
Kapsel
B
Cytoplasma
C
Celmembraan
D
Celwand

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Flagel
Plasmide
Kapsel
Celwand
Circulair DNA
Cytoplasma
Celmembraan
Ribosoom

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Herhaling: H13. 3 Indeling van  bacteriën


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

13.3.4 De grote betekenis van bacteriën
"Bacteriën zijn overal"
  • Het milieu (omgeving/ omstandigheden) bepaalt welke soorten waar aanwezig kunnen zijn. 
  • Vraag: Wat wordt hier bedoeld met milieu?
Indeling mogelijk op basis van NUT voor de mens
  • Schadelijke bacterien: Ziekte, voedselbederf, voedselinfectie
  • Nuttige bacterien: Levensmiddelen en enzymen

Slide 11 - Slide

Maak hier een bruggetje naar een indeling op basis van:
  • Schadelijke bacteriën voor de mens
  • Nuttige bacteriën voor de mens
Vervolgens een brug maken naar een indeling op basis van laboratorium onderzoek. Volgende slide. 
13.3.2 Indeling van bacteriën
Macroscopisch onderzoek
  • Koloniebeschrijvingen

Microscopisch onderzoek 
  • Gram kleuring
  • Rangschikking/ vorm

Biochemische testen
  • Aantonen aan/ afwezigheid van enzymen

Reinkweek
Een reinkweek is een populatie bactetriën die allemaal afkomstig zijn vanuit 1 individu en daarom allemaal tot dezelfde soort behoren.
In de praktijk wordt uit een mengkweek 1 kolonie aangestipt en reingestreken op een vast medium. Vanuit deze reinkweek vindt vervolgonderzoek plaats. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: Bouw bacteriën
H13 Maak opdracht 4, 5, 6 en 7 blz 272



Huiswerk: Indeling bacteriën
H13 Maak opdracht 12 en 13 blz 276



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: H14 Groei van micro-organismen
Log in met de code van de les en doe mee.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H14 Groei van micro- organismen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

H14.2 en 14.3  Kweken van bacteriën

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

I: Nutriënten zijn voedingsstoffen

II: Biomoleculen kunnen nutriënten leveren
A
I is juist
B
I en II zijn juist
C
II is juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

I: Nutriënten worden gebruikt als brandstof

II: Nutriënten worden gebruikt als bouwstof
A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

I: Katabolisme is gelijk aan assimilate

II: Katabolisme is onderdeel van
metabolisme
A
I is juist
B
I en II is juist
C
II is juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

I: Media voor de bacteriekweek kunnen eiwitten
bevatten

II: De afbraak van eiwitten levert macronutriënten
A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

I: Micro nutriënten zijn minder belangrijk dan macronutriënten

II: P is een micronutriënt
A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

I: Micronutriënten worden ook wel spoorelementen genoemd

II: Micronutriënten zijn belangrijk voor enzymen

A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

???
Osmotische waarde
???
Zuurstofspanning
???
Zuurgraad
???
Temperatuur
H14.4  Factoren die de groei beinvloeden

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke begrippen horen bij welke groeifactor?
Temperatuur
Zuurgraad
Osmotische waarde
Zuurstofspanning
Thermofiel
Psychrofiel
Obligaat anaeroob
Acidofiel
Micro- aerofiel
Halofiel
Mesofiel

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Invloed van O2 op groeisnelheid: 
zet de namen bij de juiste curve
Obligaat aeroben
Obligaat anaeroben
Micro aerofielen
Facultatief anaeroben

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

  • Kweken van bacteriën vereist voedingstoffen (nutriënten)
  • We kennen macronutriënten en micronutriënten
  • Nutrienten worden vrijgemaakt uit biomoleculen middels dissimilatie
  • Nutrienten worden gebruikt voor de assimilatie van celonderdelen
  • Groei is afhankelijk van 4 factoren: Temp, pH, O2 en zout. 
  • Bij elke groeifactor horen aparte begrippen: Zie sleepvragen sheet 25 en 26
Even samenvatten

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

???
Vloeibaar medium met beperkte hoeveelheid voedsel
???
H14.6 Groeicurven in vloeibare media

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

  • Lagfase: Geen toename in aantal bacteriën. De stofwisseling van de bacteriën draait overuren om voldoende enzymen aan te maken die nodig zijn voor de binaire deling. 

  • Logfase: Bacteriën beginnen in constante snelheid met delen. Hun aantal neemt exponentieel toe. 

  • Stationaire fase: Het aantal bacteriën neemt niet toe. Er sterven evenveel cellen af als dat erbij komen.

  • Afstervingsfase: Ten gevolge van voedseltekort sterven meer cellen dan dat er nieuwe bijkomen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

H14.7 Exponentiële aantallen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

H14.5 Het tellen van micro- organismen
  • Zie ook practicum biologie opdracht 1 en 2
  • In de levensmiddelenindustrie telt men vaak het aantal bacteriën.
  • Het aantal bacteriën zegt iets over de kwaliteit van het product.                 Bijvoorbeeld: Houdbaarheid, hygiëne
  • Deze kwaliteitseisen zijn door de overheid vastgelegd. 
  • 2 Methoden: 
Directe telling
Dit is de telling van het totaal aantal aanwezige bacteriën in een monster middels een telkamer (practicum 1). 
Het totaal wil zeggen:
Levende en dode bacteriën of kweekbare en niet kweekbare bacteriën.
Het is een snelle methode. 
Kolonietelling
Telling van alleen kweekbare bacteriën d.m.v. verdunnen en uitplaten van de bouillonkweek op vaste voedingsbodems. 
Dit wordt ook wel: Kiemgetalbepaling genoemd.
Deze methode duurt langer omdat er 24-72 uur geïncubeerd moet worden. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

H14.5 Kolonietelling
Methode 1: Spreidplaat
Berekening kiemgetal
Kolonies *   10   * vf = KVE/ mL
KVE: kolonievormende eenheden

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Methode 2: Gietplaatmethode
Berekening kiemgetal
Kolonies  * vf = KVE/ mL

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: Groei van micro-organismen
Maak opdracht H14 opgave 12 t/m 20



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!
- H14.5, 14.6 en 14.7 (herhaling)

- H15.1 en 15.2

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

H14.5 Het tellen van micro-organismen (Herhaling)
1. Directe telling
Telt de levende en dode cellen in een suspensie mbv een telkamer. 
-> Snelle methode
2. Kolonie telling
Telt alleen kweekbare micro-organismen dmv verdunnen en uitplaten op voedingsbodems.
-> Kiemgetalbepaling


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

H14.5 Het tellen van micro-organismen (Herhaling)
Kiemgetal
Het aantal levende micro-organismen per mililiter of per gram.

1. Spreidplaat methode
Kolonies * 10 *vf = KVE/mL
2. Gietplaat methode
Kolonies *vf = KVE/mL


KVE = Kolonie Vormende Eenheden

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

H14.6 Groeicurven in vloeibare media (Herhaling)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

H14.7 Exponentiële aantallen (Herhaling)
n = 60/g 

N= N0 x 2tn

n = log Nt- log N0 / t log 2


n = groeisnelheid in generaties/uur
g = delingstijd in minuten of uren

Nt = populatie op tijdstip = t
N0 = beginpopulatie
t = tijd in uren

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Extra oefenen: 5 minuten
Vraag 1: 
Je hebt gistcellen geteld met de Bürker-Turk telkamer. Gemiddeld heb je 23,5 cellen geteld per vierkantje. Het vierkantje heeft een inhoud van 0,005 mm3. Bepaal het kiemgetal van de suspensie. Hoeveel gistcellen zitten er in de oplossing per milliliter? Geef het antwoord in wetenschappelijke notatie?


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Extra oefenen: 5 minuten
Vraag 2: 
Geef de groeicurve voor micro-organismen in een vloeibaar medium met de 4 fasen en leg uit wat bij de 4 fasen gebeurt?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Extra oefenen: 5 minuten
Vraag 3:
De Streptococcus pneumoniae deelt elke 30 minuten. Aan het begin van de cultuur start je met 4 bacteriën. Hoeveel bacteriën heb je na 16 uur?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

H15 Biotechnologie
De wetenschap waarin biologie, chemie en engineering samenwerken. 

klassieke vs. moderne biotechnologie

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

H15.1 Biotechnologie inleiding
Klassieke biotechnologie

- Bereiding van levensmiddelen zoals bier, wijn, brood, kaas en yoghurt.

Moderne biotechnologie

- DNA-technologie, genetische modificatie, nieuwe geneesmiddelen, nieuwe voedselproductietechnieken etc.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Wat is fermentatie? (herhaling)


Slide 44 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Wat is fermentatie? (herhaling)

1. Glycolyse: omzetting van glucose naar pyrodruivenzuur waar ATP bij vrijkomt 
2. Enkele reacties waarin pyrodruivenzuur weer wordt omgezet in fermentatieproducten waarbij NAD+ wordt gevormd.

alcoholfermentatie en melkzuurfermentatie



Slide 45 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Primaire vs. secundaire stofwisseling
Primair 
- Afbraak van voedingsstoffen
- Vrijmaken van energie
- Opbouwen van celonderdelen

Processen die constant plaatsvinden in een levende cel
Secundair
- vb. vorming van sporen bij schimmels


Processen die in een bepaalde fase plaatsvinden in een cel

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Ethanol en melkzuur = primaire stofwisselingsproducten

penicilline = secundaire stofwisselingsproducten

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Vast substraat fermentatie
De micro organismen groeien op een vast substraat.
Vloeibare fermentatie 
De micro organismen groeien in suspensie in bioreactoren, ook wel fermentors genoemd.

- Batchfermentatie
-  Continue fermentatie

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Vloeibare fermentatie
Batch
- gesloten fermentor
- constante temperatuur en pH 
- product wordt aan het eind verwijderd
Continue
- open fermentor
- constante toevoer van voedingsstoffen
- constante verwijdering van product

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

H15.2 Fermentatietechnologie
Opschalen = laboratorium -> Industrie

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: Biotechnologie
Maak opdracht H15 opgave 1 t/m 8



Slide 51 - Slide

This item has no instructions