Basisstof 1, Waarnemen (+ basisstof 4 zenuwstelsel KGT)

Thema 5: Waarneming en gedrag
 Zenuwstelsel 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 5: Waarneming en gedrag
 Zenuwstelsel 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen:
1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen
Je kunt dingen om je heen zien, horen, ruiken, proeven en/of voelen. Daarvoor gebruik je de zintuigen. Om waar te nemen heb je ook je hersenen nodig.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen
Een zintuig is een orgaan dat reageert op een invloed uit de omgeving. 

Zo'n invloed noemen we een Prikkel. Voorbeelden:
Licht, geluid, geur, smaak en aanraking

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen
De bekendste zintuigen liggen in je oren en ogen. Maar ook in je neus, tong en in je huid liggen zintuigen. 

Samen vormen deze je zintuigenstelsel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen in de huid
In je huid liggen zintuigen waarmee je iets kunt voelen. Je kunt vier prikkels voelen:
  1. Warmte
  2. Kou
  3. Druk
  4. Aanraking

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 8 - Slide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Het zenuwstelsel 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bouw van het zenuwstelsel

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen. 

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ruggenmerg in de wervelkolom



Je ruggenmerg bestaat uit hersenen en je ruggenmerg en zenuwen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De weg die impulsen afleggen

Zintuigcellen in het hoofd                       -> rechtstreeks verbonden met de hersenen.

Zintuigen in de romp en ledematen   -> door zenuwen verbonden met het ruggenmerg. 

Slide 12 - Slide

Zenuwen in het ruggenmerg geleiden de impulsen naar de hersenen. Het ruggenmerg is omgeven door de wervels van de wervelkolom
De werking van het zenuwstelsel
Voorbeeld:
  1. In de zintuigcellen van het gezichtszintuig en het reukzintuig ontstaan impulsen.
  2. Deze worden door zenuwen naar de hersenen geleid.
  3. De hersenen verwerken de impulsen van alle zintuigen. Daardoor wordt je bewust van de dingen die je waarneemt.
  4. Het meisje wordt zich bewust van de bonbons op het schaaltje.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Functies van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel heeft 2 functies:
  1. Verwerken van de impulsen die van de zintuigen afkomen
  2. Regelen van de werking van de spieren en klieren.
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweerklieren, talgklieren en speekselklieren

Slide 14 - Slide

Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren.

Impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar de speekselklieren en naar spieren in de arm geleid. De speekselklieren reageren op de impulsen door speeksel af te scheiden. Hierdoor gaat het meisje ‘watertanden’. De armspieren reageren op de impulsen door zich samen te trekken. Hierdoor pakt het meisje een bonbon en brengt hem naar haar mond.

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Aan de slag 


Blz 104, 105, 106 en 107
Tijd: 15 min  
SO thema 5: 27 maart 
Klaar? Maak test jezelf als voorbereiding op de toets 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions