Herhaling thème 4 havo 2

  • Voca
1 / 53
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

Dans ce cours...
  • Zinnen vertalen
  • Pouvoir in de présent en passé composé
  • Imparfait
  • Bijwoord

Slide 2 - Slide

Zinnen vertalen
Vertaal de zinnen naar het Nederlands.

Slide 3 - Slide

Vertaal:
Ce n'est pas loin d'ici.

Slide 4 - Open question

Vertaal:
Je vais tout droit et après?

Slide 5 - Open question

Vertaal:
On se voit ce soir.

Slide 6 - Open question

Vertaal:
Tu as aussi envie de manger ensemble?

Slide 7 - Open question

Zinnen vertalen
Vertaal de zinnen naar het Frans.

Slide 8 - Slide

Vertaal:
Welke film wil je zien?

Slide 9 - Open question

Vertaal:
Eerst gaat u rechtdoor.

Slide 10 - Open question

Vertaal:
Pardon, kunt u mij helpen?

Slide 11 - Open question

Vertaal:
Dat is een uitstekend idee!

Slide 12 - Open question

Verbe pouvoir
Weet je nog hoe je het werkwoord pouvoir moet vervoegen 
in de présent en de passé composé?

Slide 13 - Slide

Schrijf het rijtje van pouvoir in de présent op.

Slide 14 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir in de présent:
nous ...

Slide 15 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir in de présent:
Léa ...

Slide 16 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir in de présent:
je ...

Slide 17 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir in de présent:
vous ...

Slide 18 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir in de présent:
mes frères ...

Slide 19 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir in de présent:
tu ...

Slide 20 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir
in de passé composé:
elle ...

Slide 21 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir
in de passé composé:
ils ...

Slide 22 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir
in de passé composé:
nous ...

Slide 23 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir
in de passé composé:
tu ...

Slide 24 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir
in de passé composé:
vous ...

Slide 25 - Open question

Vervoeg het werkwoord pouvoir
in de passé composé:
j' ...

Slide 26 - Open question

Imparfait?
Weet je nog hoe je de werkwoorden in de imparfait moet vervoegen?

Slide 27 - Slide

Wat is de imparfait?

Slide 28 - Open question

Leg de regel van de imparfait uit.
Tip: er zijn 2 stappen!

Slide 29 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
elle - donner

Slide 30 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
Sarah et Manon - pouvoir

Slide 31 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
vous - choisir

Slide 32 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
tu - faire

Slide 33 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
nous - avoir

Slide 34 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
je - cuisiner

Slide 35 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
mon ami - pouvoir

Slide 36 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
ils - être

Slide 37 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
il - aller

Slide 38 - Open question

Vervoeg in de imparfait:
elles - finir

Slide 39 - Open question

Adverbe
Weet je nog hoe je een bijwoord maakt van een bijvoeglijk naamwoord?
Bekijk eerst nog eens een uitlegfilmpje op de volgende dia.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Maak het bijwoord van:
mauvais

Slide 42 - Open question

Maak het bijwoord van:
correct

Slide 43 - Open question

Maak het bijwoord van:
attentif

Slide 44 - Open question

Maak het bijwoord van:
facile

Slide 45 - Open question

Maak het bijwoord van:
malheureux

Slide 46 - Open question

Maak het bijwoord van:
lent

Slide 47 - Open question

Maak het bijwoord van:
rapide

Slide 48 - Open question

Maak het bijwoord van:
bon

Slide 49 - Open question

Maak het bijwoord van:
fort

Slide 50 - Open question

Maak het bijwoord van:
meilleur

Slide 51 - Open question

Ben je nu goed voorbereid op de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

Waar moet je nog extra mee oefenen?

Slide 53 - Open question