Zinnen ontleden

• Taal
• Basisschool
• Groep 6,7

Zinnen ontleden

2 soorten 

• Woordbenoeming (woordsoorten)
• Grammaticale benoeming

Lidwoord

Gezegde

Zelfstandig naamwoord

Onderwerp

Lijdend 

voorwerp

Grammaticale functie

Woordsoort

Grammaticale functie

Woordsoort

Grammaticale
functie 

Het meisje heeft de hele dag geslapen.
Wat is het gezegde?

1. het meisje
2. het meisje heeft geslapen
3. de hele dag
4. heeft geslapen

Zodra ik wakker was, ging ik bij mijn puppy kijken.
Wat is het voegwoord?

1. mijn puppy
2. ik
3. zodra
4. wakker

De hond is lief.
Wat is het lidwoord?

1. de
2. de hond
3. lief
4. is lief

Ze is met haar vriendinnen naar de stad gegaan.

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

1. haar
2. vriendinnen
3. ze
4. is gegaan

De jongen gaf mij de step.

Wat is het meewerkend voorwerp?

1. de jongen
2. mij
3. de step
4. gaf

Karel heeft de hond geschopt.

Wat is het lijdend voorwerp?

1. Karel
2. geschopt
3. heeft
4. de hond

Gisteren ging ik in het park spelen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?

1. het park
2. ging spelen
3. gisteren
4. in

De buurman zit in de zomer graag buiten.
Wat is het onderwerp?

1. in de zomer
2. de buurman
3. zit
4. buiten

De kleine jongen vocht dapper.
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoord(en)?

1. de
2. jongen
3. kleine
4. kleine, dapper

Op de kooi zat een mooie vogel.

Wat is het voorzetsel?

1. de kooi
2. mooie
3. vogel
4. op

Ik weet het verschil tussen woordsoort en grammaticale functie

Ja

Nee

Ik vind zinnen ontleden gemakkelijk

😒🙁😐🙂😃

Ik wil graag vaker les krijgen met LessonUp

Ja

Nee